Geactualiseerde Wilders-biografie laat zien dat de PVV-politicus niet zal veranderen

Het gebeurde op 18 september 2007. In de Tweede Kamer werden de jaarlijkse Algemene Politieke Beschouwingen gehouden. Geert Wilders, leider van de negen leden tellende nieuwe PVV-fractie, stak zijn bekende tirade vol hyperbolen af. Tegen het kabinet, tegen de elite, tegen de islam. Hij las een tienpuntenplan voor. Daarin werd onder andere gepleit voor een onmiddellijke immigratiestop voor mensen uit moslimlanden, sluiting van alle islamitische scholen en een verbod op de bouw van nieuwe moskeeën.

Fractievoorzitter Jan Marijnissen van de SP stond als enige op en zei: „U kunt mensen niet categorisch omwille van hun geloof afwijzen in Nederland. Dat is onmogelijk. In het verleden hebben wij het wel meer meegemaakt dat mensen categorisch werden afgewezen. Dat leidt tot rampen, mijnheer Wilders. Wilt u dat goed onthouden?” Tromgeroffel vanuit de Kamerbankjes, maar daarbij bleef het. Veel gehoord argument naderhand: dat geeft Wilders en zijn ideeën maar extra aandacht. Het waait wel weer over. Was het idee, was de hoop. Het tegendeel bleek het geval.

En daar zit de PVV-leider dan nu. Als fractievoorzitter van met 37 zetels veruit de grootste partij. Spil in de onderhandelingen over een nieuw te vormen kabinet, kandidaat-premier zelfs. Compromisloos aanklagen, schelden gelardeerd met een flinke dosis xenofobie hebben Wilders op deze hoogte gebracht. Hij bepaalt. Wilders is minder extreem geworden, zeggen anderen, de VVD voorop. Wilders milders. Is het idee, is de hoop. Valse hoop.


Lees ook
dit opiniestuk

Foto BART MAAT

Dat de persoon Wilders een gedegen biografie verdiende had de aan de Universiteit van Amsterdam verbonden hoogleraar politicologie Meindert Fennema al door toen het uit de VVD getreden Kamerlid na de verkiezingen van 2006 met zijn nieuwe partij de Tweede Kamer in kwam. Het leverde in 2010 het boek De tovenaarsleerling op. Hoewel Fennema de titel in zijn boek niet nader verklaarde was duidelijk dat VVD-leider Frits Bolkestein de tovenaar annex leermeester was. Fennema beschreef de geschiedenis van Wilders nauwgezet tot aan de verkiezingen van 2010 toen zijn PVV een sprong maakte naar 24 zetels.

Maar Wilders bleef ook na dat jaar het publieke debat in Nederland domineren, wat Fennema deed besluiten in 2016 zijn biografie te actualiseren. Er was immers nogal wat gebeurd sinds de eerste druk: kabinetsdeelname via een omstreden gedoogconstructie, een eindeloze strafzaak wegens groepsbelediging, het nodige gedoe in de eigen fractie met de daarbij gepaard gaande afsplitsingen, terwijl de voortdurende bedreigingen aan zijn adres Wilders als gevolg van de extreme beveiligingsmaatregelen steeds verder in een persoonlijk isolement brachten. Kortom, het verhaal hield nooit op. Hetzelfde gold voor de belangstelling van oud-communist Fennema voor zijn hoofdpersoon die hij overigens nooit te spreken kreeg.

Nieuwe titel

Meindert Fennema overleed vorig jaar juni op 77-jarige leeftijd. De verkiezingsuitslag van afgelopen november zou voor hem ongetwijfeld aanleiding zijn geweest een nieuw hoofdstuk aan zijn gedegen en geenszins verouderde biografie toe te voegen. Dat is nu gebeurd door historicus en redacteur van EW (het vroegere Elsevier) Geerten Waling. Hij voorzag het boek tevens van een nieuwe titel: De wreker. Het is een goede illustratie van de ontwikkeling en rol die Wilders zichzelf toedicht. Nu de electorale buit binnen is kan het oogsten beginnen. Maar de titel toont tegelijk de aan Wilders klevende beperkingen. Want wraak leidt al te vaak tot sloop en bouwt niet op, al zet je nog zoveel zaken in de ijskast, zoals Wilders zegt te willen doen.

Het nieuwe slothoofdstuk – ‘Van paria tot premierskandidaat’ geheten – gaat verder in de chronologische en gedocumenteerde verhaaltrant waar Fennema in 2016 was gebleven. Helemaal aan het eind probeert Waling het nieuwe succes van Wilders te verklaren. Het is een duidelijke stijlbreuk met het ‘Fennema-deel’. Waar deze onbevooroordeeld, maar wel met fascinatie Wilders beschreef, laat Waling zich meer gaan als de columnist met niet terzake doende kwalificaties over degenen die hun zorgen hadden geuit over de grote winst van Wilders. ‘Rouwen om een ordentelijk verlopen democratische verkiezing – in Amsterdam kan het’, schrijft hij.

Jammer, want het ontbreken van een moralistisch ‘toontje’ was nu juist de meerwaarde van het oorspronkelijke boek van Fennema dat gerust als standaardwerk kan worden beschouwd. Zijn waarnemingen zijn uitermate nuttig om de kansen van Wilders op het materialiseren van zijn verkiezingssucces in te kunnen schatten.

Wat gaat het worden? Na de ontwikkelingen van deze week waarbij Pieter Omtzigt met zijn partij Nieuw Sociaal Contract de formatieonderhandelingen verliet, is de kans op een vierpartijencoalitie met Wilders’ PVV als grootste partij kleiner geworden. Opmerkelijk is dat Omtzigt geen rechtstatelijke argumenten aanvoert om van samenwerking af te zien, maar financiële. Maar het partijprogramma van de PVV met al zijn anticonstitutionele aspecten is hiermee niet weg. Of zoals Waling schrijft: ‘Het beeld doemt op van een januskop, een hoofd met twee gezichten. Wie wil weten welke van de twee Wilders nu de ware was, komt toch echt eerder uit bij de geharde Wilders die bereid was de rechtsstaat te schenden om de islam te bestrijden dan bij de opeens zo vriendelijke ‘Geert Milders’ die een premier voor alle Nederlanders wil zijn.’

Wie is de ware Wilders? De eerste druk van de biografie uit 2010 bood al voldoende overtuigend materiaal voor het verontrustende antwoord. De nu geactualiseerde versie doet dat nog meer. Geert Wilders is niet veranderd en zal niet veranderen.