Op de Azerbeidzjaanse televisie lijkt president Ilham Aliyev een groot natuurliefhebber. In een promotiefilmpje voor de VN-klimaattop die nu in het land plaatsvindt, zie je de president en zijn echtgenote (tevens vice-president) gehuld in legerkleding door het ongerepte Kaukasusgebergte trekken. Ze wassen hun handen in een heldere bergbeek en poseren naast rivieren. In weer een ander shot knuffelt autocraat Aliyev een boom. De beelden wisselen elkaar af op volksmuziek; een koor roept om de zoveel tellen ‘Azerbeeeiiidzjan!’.
Maar wie de hoofdstad Bakoe uitrijdt, ziet binnen tien minuten waar de macht van de Aliyevs werkelijk op gebouwd is. Aan de randen van de stad staan overal jaknikkers. Deze olievelden behoren tot de eerste ter wereld: al in 1846 begon het Russische Rijk hier met boren en tegen 1900 produceerde wat tegenwoordig Azerbeidzjan is bijna de helft van alle olie ter wereld. Daarnaast beschikt Azerbeidzjan over grote gasvelden in de Kaspische Zee.
Aliyev kwam in 2003 aan de macht na de dood van zijn vader, die ook in de Sovjettijd al president was. Zijn regime staat geen vrije verkiezingen toe, snoert kritische journalisten de mond en laat tegenstanders opsluiten en martelen. Ondertussen gebruikt Aliyev de opbrengsten uit de olie- en gasindustrie, die hij sterk uitbreidde, om een corrupte zakenelite aan zich te binden, zich van stabiliteit te verzekeren en megalomane bouwprojecten uit te voeren. Bijna de helft van Azerbeidzjans economie en meer dan 90 procent van diens export bestaat tegenwoordig uit fossiele brandstoffen.
Welkom, kortom, in het gastland van de 29ste VN-klimaatconferentie. Een jaar na de vorige ‘COP’ (Conference of Parties) in Dubai is het ook dit jaar weer aan een autoritair geregeerde gas- en oliestaat om de belangrijkste jaarlijkse internationale onderhandelingen over het tegengaan van de opwarming van de aarde in goede banen te leiden. Daarbij is het voornaamste agendapunt dit keer het mobiliseren van extra financiering om ontwikkelingslanden te helpen bij hun klimaatbeleid.
Aartsvijanden
Dat de top uitgerekend in Bakoe belandde, zit als volgt. Volgens VN-regels roteert het voorzitterschap van de COP ieder jaar over vijf mondiale regio’s. Dit jaar was de ‘Oost-Europese’ regio aan de beurt: de voormalige Sovjet-Unie minus Centraal-Aziatische staten. Omdat de oostelijke EU-lidstaten en Rusland elkaar boycotten vanwege de oorlog in Oekraïne, en andere landen te weinig capaciteit hadden, bleven aartsvijanden Armenië en Azerbeidzjan eind vorig jaar als mogelijke gastlanden over.
Die herfst had Azerbeidzjan net de betwiste regio Nagorno-Karabach aangevallen, waarna honderdduizend Armeniërs op de vlucht sloegen. In december sloten de twee landen een deal: in ruil voor de vrijlating van 32 Armeense krijgsgevangenen liet Armenië twee Azerbeidzjaanse gevangenen vrij en ging het ermee akkoord dat Bakoe de COP29 zou organiseren.
Aliyevs regime noemt de klimaatconferentie daarom de ‘COP van vrede’. Critici benadrukken juist dat Bakoe de top gebruikt om zich internationaal op de kaart te zetten terwijl het regime in het veroverde Nagorno-Karabach bezig is Armeens erfgoed uit te wissen. Daarnaast klinkt er veel kritiek op het feit dat Azerbeidzjan als nauw bondgenoot van Israël ruim 40 procent van Israëls olie-importen levert en daarmee de Israëlische oorlogsmachine in Gaza en Libanon in stand houdt.
Maar de circa vijftigduizend mensen die voor de COP29 naar Bakoe vlogen (de landsgrenzen zijn gesloten sinds de coronapandemie, dus vliegen is de enige optie), zien doorgaans niets van de donkere kanten van dit regime. Ze komen aan op het brandschone Heyder Aliyev Airport, een sterk staaltje futuristische architectuur vernoemd naar Ilhams vader, en worden naar elektrische shuttlebussen geleid die hen naar hun hotel of het conferentieterrein brengen. Op de bussen staat de tekst: ‘Laten we ons verenigen voor een groene wereld!’
De top vindt plaats in een gigantisch overdekt complex rondom het Olympisch Stadion van Bakoe. Overal staan vriendelijk lachende vrijwilligers in mintgroene hesjes die hun hulp aanbieden, maar vaak niet het antwoord op vragen weten. Daarnaast is overal in de stad politie aanwezig en hangen er op vrijwel elke straathoek camera’s. Wanneer je als journalist buiten het COP-terrein je werk probeert te doen, bekruipt je al snel het gevoel dat je gevolgd wordt door agenten in burger.
Ondertussen doet de binnenlandse pers, die onder staatscontrole staat, trouw verslag van de prestaties van Aliyev. „De wereld verenigd in Bakoe!”, opende de krant Azerbaycan afgelopen woensdag. Op de voorpagina staat een grote foto van Aliyev die de plenaire zaal van de COP toespreekt. Pagina’s 2 en 3 borduren voort op hetzelfde thema, zonder tekst, maar mét 78 kleine fotootjes van Aliyevs ontmoetingen met regeringsleiders en andere prominente gasten.
Rode telefooncel
Ook andere landen grijpen de COP aan voor zelfpromotie. De overdekte hal met ‘landenpaviljoens’ op het COP-terrein heeft meer weg van een meubelbeurs dan van een klimaatconferentie. De Britten hebben een karakteristieke rode telefooncel neergezet, bij de Turken kun je op de foto met een man met tulband in Ottomaans tenue, de Chinezen delen gratis biografieën uit van Xi Jinping.
„Het COP-proces lijkt aan de buitenkant soms op een circus”, zegt Ruth Townend, expert klimaatdiplomatie verbonden aan de Britse denktank Chatham House. „Maar binnen de onderhandelkamers kan wel degelijk voortgang geboekt worden. Het is daarom belangrijk om ook weer niet té ver door te schieten in cynisme, want deze VN-klimaattoppen zijn ondanks al hun gebreken onze enige en beste kans om een klimaatcatastrofe te voorkomen – en tijd om het proces anders in te richten is er simpelweg niet.”
De rol die een gastland speelt doet ertoe, benadrukt Townend. De voorzitter heeft gezag en ruimte om partijen bij elkaar te brengen en op heikele punten doorbraken te forceren. „Maar vooralsnog lijkt Azerbeidzjan die rol niet heel proactief in te nemen”, zegt de analist telefonisch. Het helpt daarbij niet dat Azerbeidzjan geen politieke cultuur heeft waarin vrij debat plaatsvindt. Het land telt volgens mensenrechtenorganisaties momenteel driehonderd politieke gevangenen. Afgelopen jaar werden zes journalisten gevangen gezet die onderzoek deden naar vervuiling door een goudmijn.
Op twee vlakken zou Azerbeidzjan wél een constructieve rol kunnen spelen, stelt Townend. Enerzijds heeft het land goede banden met de landen in het mondiale zuiden waar de klimaatfinanciering overwegend naartoe moet. Anderzijds brengt Azerbeidzjans positie als olie en gasstaat naast overduidelijke nadelen ook voordelen. „Azerbeidzjan begrijpt de dilemma’s van de energietransitie maar al te goed en bevindt zich daardoor in een goede positie om hierover het gesprek aan te gaan met landen die eveneens afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Maar dan moet het land wel echt gecommitteerd zijn aan die transitie.”
Bakoe wil uitstralen dat dit zo is. De promofilm in Azerbeidzjans eigen landenpaviljoen toont zwart-witbeelden van een donker ‘verleden’ vol gas en olie en schakelt dan over naar kleurrijke shots van zonnepanelen en windmolens. Gevraagd er iets meer over te vertellen, reageert een vrijwilliger nerveus. Dat moet ze checken bij haar manager, die op haar beurt ook weer toestemming blijkt te moeten vragen. „We kunnen toch wel iets zeggen?”, oppert een derde vrouw nog. „Nee, ze schieten echt in paniek”, zegt de manager.
Geschenk van God
President Aliyev kan wel vrijuit praten over wat hij Azerbeidzjaans „groene agenda” noemt. In zijn openingsspeech op de klimaattop vertelt hij onder meer over de aanleg van nieuwe zonnecentrales en windmolenparken door bedrijven uit Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Groot Brittannië. Deze komen deels in het „bevrijde” Nagorno-Karabach te staan, zegt hij opgewekt.
Maar investeringen in groene energie betekenen niet dat Bakoe van fossiele brandstoffen af wil. Het land is juist van plan om de groene energie te gebruiken voor binnenlandse behoeftes zodat het nóg meer olie en gas kan exporteren, zo liet Aliyev doorschemeren in een toespraak op de ‘klimaatdialoog’-bijeenkomst in Rusland dit voorjaar. De president noemde olie en gas daar een ‘geschenk van God’ – en herhaalde die uitspraak afgelopen week bij de opening van de COP.
Het is dan ook niet ondenkbaar dat in de achterkamers van de COP29 gesproken wordt over deals in fossiele brandstoffen. De bestuursvoorzitter van de conferentie, Elnur Soltanov, tevens bestuurslid van Azerbeidzjaans olie- en gasstaatsbedrijf Socar, deed in de aanloop naar de top zelfs pogingen om zulke deals vooraf te organiseren, berichtte de BBC aan de vooravond van de COP. Dat blijkt uit een gelekte opname van een videogesprek tussen Soltanov en de non-gouvernementele organisatie Global Witness, die zich voordeed als een geïnteresseerde investeerder uit Hong Kong die de COP wel zou willen sponsoren als er ook wat aan te verdienen viel.
Straatscenes van Bakoe tijdens de COP29.
Foto’s: NRC
„Fake news!”, reageerde Aliyev in zijn openingstoespraak afgelopen dinsdag, waarin hij sprak van een „gecoördineerde lastercampagne” door „westerse fake news-media en zogenaamd onafhankelijke ngo’s”. Een dag later haalde Aliyev uit naar Frankrijk en Nederland, die hij beschuldigde van „neokolonialisme” in hun „zogenaamde overzeese gebieden” in de Caribische Zee en de Stille Oceaan. Deze kleine eilanden zijn extra kwetsbaar voor klimaatverandering, aldus Aliyev, „maar de stemmen van deze gemeenschappen worden vaak bruut onderdrukt door de regimes”.
Frankrijk en Nederland verwierpen de uitspraken in felle bewoordingen. Parijs besloot zelfs dat de Franse klimaatminister komende week niet naar de COP komt. De hoogste diplomaat van de EU, Josep Borrell, schreef op X dat „deze onacceptabele statements de vitale klimaatdoelen van de conferentie en de geloofwaardigheid van Azerbeidzjans COP29-voorzittersschap dreigen te ondermijnen”.
Maar hoe hypocriet uitspraken over onderdrukking door een autocraat als Aliyev ook zijn, op andere punten raakte de president wel degelijk een gevoelige snaar. Zo zei hij in zijn openingstoespraak dat wie Azerbeidzjan een ‘petroleumstaat’ noemt er goed aan doet te bedenken dat de Verenigde Staten nog altijd de grootste producent van olie en gas ter wereld zijn (en dat is vóór de komst van president Trump). En wie Bakoe beticht van het uitbreiden van de gasproductie, moet niet vergeten dat de Europese Unie hierom gevraagd heeft, in een poging alternatieven te vinden voor Russisch gas.
„Helaas zijn dubbele standaarden, politieke hypocrisie en de gewoonte om andere landen de les te lezen in sommige westerse landen een soort modus operandi geworden”, besloot Aliyev zijn openingstoespraak van de VN-klimaattop. Het klimaat heeft weinig aan dit soort uitspraken, maar ze doen het goed in een tijd dat het Westen veel morele autoriteit verloren heeft. Terwijl westerse leiders gepikeerd voor zich uit staarden, ontvingen veel andere wereldleiders Aliyevs slotwoorden met daverend applaus.