Op de boeg van de WR54 is een grote gans geschilderd. De groene garnalenkotter van de familie Rotgans vaart donderdagochtend de haven van Den Oever binnen. Erik Rotgans komt terug van vier dagen Waddenzee, vannacht sliep hij „drie losse uurtjes”. Aan boord 1.407 kilo garnalen. Met 12 euro de kilo een prima vangst, zeker omdat hij de afgelopen drie maanden „bijna niks” ving. Vroeger was hij „hele weken op zee”, door aangescherpte milieuregels mag er in het weekend niet meer gevist worden.
Nederlandse garnalenvissers mogen blijven vissen in natuurgebieden op zee. Demissionair staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) verleende woensdag definitief de vergunning voor ruim twintig jaar, met elke zes jaar een uitgebreide evaluatie. Milieuorganisaties stappen nu naar de rechter, volgens hen is de nieuwe vergunning in strijd met Europese eisen voor Natura 2000-gebieden.
De nieuwe vergunning stelt Erik Rotgans gerust, voor nu. Al voorziet hij in de toekomst wel problemen: „Maakt Rummenie ons niet blij met een dooie mus?” Drie jaar geleden deed hij mee aan een pilot van het ministerie van Landbouw en installeerde hij een ‘katalysator’ van honderdduizend euro op zijn „kottertje”. Het ministerie betaalde de helft. Die katalysator vermindert 70 procent van de uitstoot en is onder de nieuwe vergunning verplicht om zo aan de Nederlandse stikstofnormen te voldoen. „Er zullen elke keer nieuwe investeringen nodig zijn, ik weet niet of deze vergunning dat gaat oplossen”, aldus Rotgans.
Garnalenvisser Erik Rotgans. Foto Simon Lenskens
Nan Wagenmaker is ook blij met de nieuwe vergunning. Sinds twee jaar heeft hij al zijn diploma’s, zondag voer hij voor de vijfde keer alleen uit. Zijn vader Bert wacht hem bij terugkomst op aan de wal. „Ik blijf dit m’n hele leven doen”, zegt Nan. Ook de familie Wagenmaker installeerde onlangs de verplichte katalysator. „Knettergek” wordt Nan van alle logboeken, stikstofregels en milieueisen. „Je moet gewoon de natuur zijn werk laten doen, een dag minder vissen is prima, ben je ook nog eens thuis.”
Collectieve visuren
Onder de nieuwe vergunning mag er weer op garnalen gevist worden in de Waddenzee, de Noordzeekustzone, de Voordelta, de Westerschelde & Saeftinghe, de Oosterschelde en de Vlakte van Raan. Juist ondiepe, vol leven zittende Natura 2000-gebieden zijn voor de Nederlandse garnalenvissers onmisbaar. Tegelijkertijd is Nederland volgens Europese wetgeving verplicht om schade aan die natuurgebieden te voorkomen. En omdat de garnalennetten over de bodem slepen, nemen ze andere zeedieren mee als bijvangst.
Om de nieuwe vergunning rond te krijgen, leverden garnalenvissers bij de onderhandelingen 10 procent van hun collectieve visuren in. In de nieuwe vergunning staat ook dat vissers die uren met 20 procent mogen overschrijden als ze dat in een ander jaar compenseren. „Dat is dus onder aan de streep evenveel uren, of misschien wel meer”, zegt Wouter van der Heij, marine-ecoloog en woordvoerder van de vier natuurorganisaties die de vergunning via een beroepsprocedure door de rechter willen laten toetsen.
De Waddenvereniging, Stichting De Noordzee, Vereniging Natuurmonumenten en Vogelbescherming Nederland werden begin mei bij een vergadering van de ‘Garnalenadviescommissie’ overvallen door de staatssecretaris. De vergunning voor ruim twintig jaar was er zo goed als doorheen. „Doorpraten over de voorwaarden was zinloos”, zegt Van der Heij. De natuurorganisaties stapten uit de commissie.
De garnalen worden uitgeladen in de haven van Den Oever. Foto Simon Lenskens
De lange looptijd is volgens het ministerie nodig om vissers zekerheid te geven. „Ik ben bang dat die zekerheid er niet is”, zegt Van der Heij. Volgens de marine-ecoloog voldoet de huidige vergunning immers niet aan de Europese wetgeving.
Overbevissing
Het ministerie heeft verschillende ijkmomenten opgenomen in de vergunning waarop de voorwaarden worden beoordeeld en indien nodig aangepast. Begin 2027 is er een eerste ijkmoment, Van der Heij vreest dat veel beloftes dan zullen sneuvelen. „We moeten voorkomen dat garnalenvissers nu volop gaan investeren en dat het toch niet haalbaar blijkt”, aldus Van der Heij.
Van der Heij ziet afstand tussen het ministerie en de lokale ambtenaren en vissers met wie hij in de ‘Garnalencommissie’ zat. „De mening van de vissers ligt helemaal niet zo ver van die van de natuurorganisaties. Velen van hen willen ook minder vaak vissen.” Volgens Van der Heij veroorzaakt het collectieve visurensysteem overbevissing. De visuren in de vergunning worden over heel Nederland verdeeld per regio, niet per uitvarende kotter. De vissers strijden onderling om de uren, wie eerst komt, eerst maalt.
De haven van Den Oever. Foto Simon Lenskens
De Nederlandse Vissersbond meldde vorig jaar dat een kwart van de 198 actieve garnalenvissers nadenkt over stoppen. Dat komt onder meer door teruglopende vangsten, een gebrek aan opvolgers en juridische onzekerheid. Rummenie kondigde woensdag ook een vrijwillige saneringsregeling aan. Volgens het ministerie zou de saneringsregeling van 50 miljoen euro de druk door de visserij „structureel verminderen”. Dat spreekt Van der Heij tegen: „Er komen misschien minder boten, maar het aantal visuren en daarmee het aantal uren verstoorde zeebodem blijft gelijk.”
In de haven van Den Oever denken „een stuk of tien jongens” na over de mogelijkheid om zich te laten uitkopen, zegt Rotgans. Ook hij twijfelt. Hij is 42, heeft reuma en weet niet of zijn twaalfjarige zoon hem wil opvolgen. Vader Peter en oom Jan Rotgans komen aan op de fiets. Ze vissen niet meer, maar repareren de sleepnetten. Erik vaart zondag om middernacht weer uit.
Lees ook
Den Oever leeft van garnalen, dus wat als de vissers ermee moeten stoppen?
Op de boeg van de WR54 is een grote gans geschilderd. De groene garnalenkotter van de familie Rotgans vaart donderdagochtend de haven van Den Oever binnen. Erik Rotgans komt terug van vier dagen Waddenzee, vannacht sliep hij „drie losse uurtjes”. Aan boord 1.407 kilo garnalen. Met 12 euro de kilo een prima vangst, zeker omdat hij de afgelopen drie maanden „bijna niks” ving. Vroeger was hij „hele weken op zee”, door aangescherpte milieuregels mag er in het weekend niet meer gevist worden.
Nederlandse garnalenvissers mogen blijven vissen in natuurgebieden op zee. Demissionair staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) verleende woensdag definitief de vergunning voor ruim twintig jaar, met elke zes jaar een uitgebreide evaluatie. Milieuorganisaties stappen nu naar de rechter, volgens hen is de nieuwe vergunning in strijd met Europese eisen voor Natura 2000-gebieden.
De nieuwe vergunning stelt Erik Rotgans gerust, voor nu. Al voorziet hij in de toekomst wel problemen: „Maakt Rummenie ons niet blij met een dooie mus?” Drie jaar geleden deed hij mee aan een pilot van het ministerie van Landbouw en installeerde hij een ‘katalysator’ van honderdduizend euro op zijn „kottertje”. Het ministerie betaalde de helft. Die katalysator vermindert 70 procent van de uitstoot en is onder de nieuwe vergunning verplicht om zo aan de Nederlandse stikstofnormen te voldoen. „Er zullen elke keer nieuwe investeringen nodig zijn, ik weet niet of deze vergunning dat gaat oplossen”, aldus Rotgans.
Garnalenvisser Erik Rotgans. Foto Simon Lenskens
Nan Wagenmaker is ook blij met de nieuwe vergunning. Sinds twee jaar heeft hij al zijn diploma’s, zondag voer hij voor de vijfde keer alleen uit. Zijn vader Bert wacht hem bij terugkomst op aan de wal. „Ik blijf dit m’n hele leven doen”, zegt Nan. Ook de familie Wagenmaker installeerde onlangs de verplichte katalysator. „Knettergek” wordt Nan van alle logboeken, stikstofregels en milieueisen. „Je moet gewoon de natuur zijn werk laten doen, een dag minder vissen is prima, ben je ook nog eens thuis.”
Collectieve visuren
Onder de nieuwe vergunning mag er weer op garnalen gevist worden in de Waddenzee, de Noordzeekustzone, de Voordelta, de Westerschelde & Saeftinghe, de Oosterschelde en de Vlakte van Raan. Juist ondiepe, vol leven zittende Natura 2000-gebieden zijn voor de Nederlandse garnalenvissers onmisbaar. Tegelijkertijd is Nederland volgens Europese wetgeving verplicht om schade aan die natuurgebieden te voorkomen. En omdat de garnalennetten over de bodem slepen, nemen ze andere zeedieren mee als bijvangst.
Om de nieuwe vergunning rond te krijgen, leverden garnalenvissers bij de onderhandelingen 10 procent van hun collectieve visuren in. In de nieuwe vergunning staat ook dat vissers die uren met 20 procent mogen overschrijden als ze dat in een ander jaar compenseren. „Dat is dus onder aan de streep evenveel uren, of misschien wel meer”, zegt Wouter van der Heij, marine-ecoloog en woordvoerder van de vier natuurorganisaties die de vergunning via een beroepsprocedure door de rechter willen laten toetsen.
De Waddenvereniging, Stichting De Noordzee, Vereniging Natuurmonumenten en Vogelbescherming Nederland werden begin mei bij een vergadering van de ‘Garnalenadviescommissie’ overvallen door de staatssecretaris. De vergunning voor ruim twintig jaar was er zo goed als doorheen. „Doorpraten over de voorwaarden was zinloos”, zegt Van der Heij. De natuurorganisaties stapten uit de commissie.
De garnalen worden uitgeladen in de haven van Den Oever. Foto Simon Lenskens
De lange looptijd is volgens het ministerie nodig om vissers zekerheid te geven. „Ik ben bang dat die zekerheid er niet is”, zegt Van der Heij. Volgens de marine-ecoloog voldoet de huidige vergunning immers niet aan de Europese wetgeving.
Overbevissing
Het ministerie heeft verschillende ijkmomenten opgenomen in de vergunning waarop de voorwaarden worden beoordeeld en indien nodig aangepast. Begin 2027 is er een eerste ijkmoment, Van der Heij vreest dat veel beloftes dan zullen sneuvelen. „We moeten voorkomen dat garnalenvissers nu volop gaan investeren en dat het toch niet haalbaar blijkt”, aldus Van der Heij.
Van der Heij ziet afstand tussen het ministerie en de lokale ambtenaren en vissers met wie hij in de ‘Garnalencommissie’ zat. „De mening van de vissers ligt helemaal niet zo ver van die van de natuurorganisaties. Velen van hen willen ook minder vaak vissen.” Volgens Van der Heij veroorzaakt het collectieve visurensysteem overbevissing. De visuren in de vergunning worden over heel Nederland verdeeld per regio, niet per uitvarende kotter. De vissers strijden onderling om de uren, wie eerst komt, eerst maalt.
De haven van Den Oever. Foto Simon Lenskens
De Nederlandse Vissersbond meldde vorig jaar dat een kwart van de 198 actieve garnalenvissers nadenkt over stoppen. Dat komt onder meer door teruglopende vangsten, een gebrek aan opvolgers en juridische onzekerheid. Rummenie kondigde woensdag ook een vrijwillige saneringsregeling aan. Volgens het ministerie zou de saneringsregeling van 50 miljoen euro de druk door de visserij „structureel verminderen”. Dat spreekt Van der Heij tegen: „Er komen misschien minder boten, maar het aantal visuren en daarmee het aantal uren verstoorde zeebodem blijft gelijk.”
In de haven van Den Oever denken „een stuk of tien jongens” na over de mogelijkheid om zich te laten uitkopen, zegt Rotgans. Ook hij twijfelt. Hij is 42, heeft reuma en weet niet of zijn twaalfjarige zoon hem wil opvolgen. Vader Peter en oom Jan Rotgans komen aan op de fiets. Ze vissen niet meer, maar repareren de sleepnetten. Erik vaart zondag om middernacht weer uit.
Lees ook
Den Oever leeft van garnalen, dus wat als de vissers ermee moeten stoppen?
Opstopping op de ringweg. Stapje voor stapje schuifelen honderden mensen door de krappe doorgang langs het muziekpodium op ringweg A10 van Amsterdam. „Dit is een beetje suf”, zegt een tiener op gympen in een wit T-shirt: „Als mensen straks dronken zijn is dit supergevaarlijk.”
Het 750-jarig jubileum van Amsterdam wordt op deze zaterdag op de ringweg rond de stad gevierd met een groot festival naast verschillende afritten. Er is genoeg plek, en wat is er nou een mooier symbool voor verbinding dan een ringweg, aldus de gemeente. Er wordt van tien uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds onder meer gesport, getrouwd, gegeten, gedanst en gedronken. Maar is dat verantwoord op een dag dat de temperaturen oplopen tot boven de dertig graden?
Het feest komt traag op gang. Even na tienen leggen werkmannen en -vrouwen in gele en oranje hesjea de laatst hand aan de opbouw van het terrein. Kabels worden gelegd, toiletten geïnspecteerd, mannen op fietsen en in karretjes crossen driftig de oprit op en af. .
Beetje slenteren, beetje snaaien
Het is bijna alsof je op een markt of een brasserie bent met te warm weer: beetje slenteren, beetje keuvelen, ergens wat snaaien en klagen over de hitte. „Heet, hè? Ben blij als ik zo weer naar huis kan.” Veel gezinnetjes met jonge kinderen, tieners, twintigers, dertigers.
Een paar minuten voor tien loopt Wesley (27) strak in pak met vlinderstrik en daaronder leren kisten samen met zijn partner Regina (28) de ringweg op. In een autootje wordt het duo naar een geïmproviseerd altaar gebracht: witte uitklapstoeltjes, kunstbloemenpakketten. Aan de rechterkant doemen de Zuidas-kantoren op, het zakelijke hart van Amsterdam.
Regina is een „klassieke bruid” zegt burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, die de twee trouwt. Wesley is een „unieke” jongen. Samen zijn ze een avontuurlijk stel, volgens Halsema. Toen Regina’s vader haar jaren geleden vertelde over de autoloze zondag van de jaren zeventig, zei zijn dochter dat zij weleens op de snelweg zou willen rolschaatsen. „En nu ga je er trouwen”, zegt de burgemeester. „Hé, dat is Halsema”, zegt een man die langs het podium loopt. Als ze het ja-woord hebben gegeven klinkt er applaus. Gefluit. Gejoel. Metro vijftig dendert langs en toetert.
Dat bos is echt zo’n GroenLinks idee
Halsema is niet bang dat het ringwegfeest op chaos of een fiasco uitloopt door de hoge temperaturen. Meteorologen waarschuwde de afgelopen dagen dat de temperaturen op het asfalt door de hitte op zouden lopen tot veertig graden. Tegen cameraploegen en journalist vertelt Halsema telkens hetzelfde verhaal: er zijn veel voorzorgsmaatregelen genomen. De hardloopwedstrijd is ingekort van 7,5 kilometer naar krap vier. „Twee mensen hebben vanwege lichte warmteklachten kort de EHBO-post bezocht”, schrijft de gemeente Amsterdam in een persbericht. „Zij zijn weer in orde’’.
De muziek staat „zachter’’, zegt Halsema – wat precies het effect is van die laatste maatregel, legt ze niet uit. Ook werd besloten om dertigduizend kaarten die nog over waren, niet te vergeven. In totaal zijn er ruim 250.000 kaarten weggegeven. Bovendien is er opgeschaald qua medisch personeel, zegt de burgemeester: „Er zijn extra EHBO’ers aanwezig”. Hoeveel? Dat weet ik niet, zegt ze, en kijkt naar haar woordvoerder. „Ik weet het ook niet.”
„Dat bos is echt zo’n GroenLinks idee”, zegt Laurens Middendorp. Hij wijst naar de 750 bomen die in grote potten pontificaal op de snelweg staan. Ze bieden enig verkoeling aan de bezoekers. Idee achter het ‘bos’ is dat de bomen na het festival elders in Amsterdam gepland worden en de stad daarna groener wordt.
Koningsdagvibes
Tevreden observeert Evert Sodoc (63) vanuit de schaduw de mensenmassa die langzaam voorbij trekt. Sodoc heeft tien jaar in de festivalwereld gewerkt – „opbouw en productie”. Hij ziet: veel beveiliging, veel toiletten en een makkelijk publiek: veel gezinnetjes met jonge kinderen. „Veel mensen waren vooraf sceptisch dat het fout zou gaan”, zegt hij. „De sfeer is heel vriendelijk.”
Maar die sfeer kan later, als er meer alcohol in het spel is, ook zomaar omslaan, zegt Wouter Schmitz (55). Met zijn vrouw, Ingeborg (49) en zoon Ewout (18) zit hij naast het muziekpodum. „Dan krijg je van die Koningsdagvibes. Ingeborg Schmitz: „Ik ben toch bang dat mensen gaan omvallen.” Ewout: „Er zijn genoeg mensen die komen ook om te zuipen.”
Een paar uur later wordt op het westelijke gedeelte van de ringweg een dronken man weggetrokken door twee beveiligingsmannen. Zijn vriendin slaat hem in het gezicht. „Dat was het enige incident tot nu toe”, zegt de beveiliger: „Als ze drinken met deze warmte, kan het fout gaan.”
Gezond schermgebruik, wat is dat? Het demissionaire kabinet heeft er deze week een richtlijn over opgesteld. Die luidt: laat kinderen pas op sociale media als ze vijftien zijn. Geef kinderen niet eerder dan groep 8 een telefoon. En begin dan eerst voorzichtig met wat chat-apps, zoals WhatsApp en Signal.
Voor de duidelijkheid: het gaat niet om een verbod, want dat was volgens demissionair staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD), inmiddels demissionair minister van Economische Zaken, niet te handhaven. „Ik kan moeilijk aan elke keukentafel gaan kijken”, zo liet hij eerder in NRC weten. Maar de richtlijn moet ouders houvast bieden, want die voelen zich vaak machteloos. Er is toch sociale druk om op sociale media te zitten en tegelijkertijd zijn de apps verslavend.
NRC sprak met vier gezinnen. De ouders zijn blij met de adviezen, velen worstelen dagelijks met het schermgebruik van hun kinderen. Zeker als het gaat om sociale media. Sommige ouders verbieden apps als TikTok, Snapchat en Instagram. Zoals Sophia Sperandio deed. Haar zoon heeft geen Snapchat. „We hebben gewoon gezegd: nee, dat mag niet. Punt”, zegt ze. „Het schaadt meer dan het baat.”
Er zijn ouders die het onder strikte voorwaarden toestaan. De kinderen van Selina van Panhuys hebben haar toestemming nodig voor nieuwe apps. En af en toe scrollt Selina door de feed van hun Instagram-apps, om te kijken wat het algoritme hen voorschotelt. Mirlette Merkies laat het wel toe, maar alleen in het weekend een uurtje. Ze ziet hoe sociale media kinderen een negatief zelfbeeld kunnen geven, en dat het verslavend werkt.
Kinderen zijn zelf ook kritisch. Zo vertelt Gabriele dat hij geen Snapchat wil omdat mensen daar soms rare foto’s plaatsen, „een vreemd iemand kan dan ineens een pistool laten zien”. Marina heeft TikTok een half jaar geleden zelf verwijderd. „TikTok kan je best wel jaloers maken, want je ziet heel veel andere knappe meiden en jongens.” En Raz is soms „ineens” een uur kwijt aan TikTok en kan daar boos van worden. „Bijvoorbeeld omdat ik had moeten leren.”
Gabriele (13) zit op zijn telefoon terwijl zijn moeder, Sofia Sperandio (54) in de tuin werkt.
Foto Hedayatullah Amid
Gabriele (13)‘Snapchat mogen ze van mij verbieden’
Pas in groep acht een eigen smartphone? „Ik vind het echt gewoon belachelijk”, zegt de dertienjarige („Bijna veertien!”) Gabriele. Zijn moeder, Sophia Sperandio (53), steekt haar duim op. Toevallig heeft Gabriele ook pas in groep 8 zijn eerste smartphone gekregen. „En op de socials vanaf vijftien? Ik zeg: helemaal top.”
Maar Gabriele zucht bij het idee en schudt zijn hoofd. Dan bedenkt hij zich: „Ja, wel bij Snapchat.” Die mogen ze wat hem betreft verbieden. Hij vindt dat mensen daar soms rare foto’s plaatsen, vooral in ‘streaks’. Dat zijn dagelijkse foto- en video-uitwisselingen tussen vrienden en soms ook vreemden, die worden beloond met een cijfer en een vlammetjesemoji. Zo’n vreemd iemand kan dan ineens een pistool laten zien, vertelt hij. Zelf heeft hij de app niet; nutteloos, noemt hij het. „Want je stuurt alleen maar foto’s. Sommige mensen elke dag. Wat heb je daaraan?”
Wat hij er op school van meekrijgt, daar heb ik geen zicht op. Maar hier in huis geen Snapchat
Gabriele mag geen Snapchat van zijn ouders. „We hebben gewoon gezegd: nee, dat mag niet. Punt”, zegt zijn moeder. Terwijl Gabriele op school merkt dat de meeste klasgenoten het juist wél hebben. „Wat hij er op school van meekrijgt, daar heb ik geen zicht op. Maar hier in huis geen Snapchat.” Ze hoort allerlei ellendige verhalen over de app, bijvoorbeeld over kinderen die worden gepest of exposed.
In huis mogen schermen sowieso niet aan tijdens het eten. En als Gabriele iets uitvreet, is de straf vaak dat zijn telefoon wordt afgepakt. Daar wordt hij gek van. „Want ieder moment kan iemand dan appen… En ja, dan wil ik wel weten wat ze schrijven.” Hij wil zijn telefoon gewoon altijd bij zich hebben.
Terwijl zijn schermtijd best meevalt. Hun telefoons zijn aan elkaar gekoppeld, vertelt zijn moeder. Ze kijken naar hun schermtijd en zien dat die exact hetzelfde is. „We zitten samen op gemiddeld drie uur per dag”, zegt ze. Op sommige dagen maar twee uur. „Ik vind dat heel netjes.” Gabriele knikt en pakt zijn telefoon erbij om te laten zien wat hij dan vooral kijkt: filmpjes van teckels op Instagram. „Ik houd van teckels.” Sophia luistert voornamelijk met de Podimo-app naar podcasts.
Sophia vindt het vreemd hoe verjaardagsfeestjes tegenwoordig verlopen. „Bij een feestje of een slaappartijtje zitten ze gewoon met z’n allen op hun telefoon. Ik vind dat echt heel weird. Wij zitten dan hier en dan zijn we allebei zo”, zegt ze terwijl ze een scrollbeweging nadoet. „Niet met elkaar, maar met dat scherm. Voor de nieuwe generatie is dat blijkbaar normaal, of zo. Maar ik vind het gewoon raar. Echt raar.”
Gabriele begrijpt die verbazing niet zo goed. „Maar dan heb je toch al een activiteit gedaan op het feest?”, zegt hij schouderophalend. „Dan wil je even rust.”
Of het online leven ook offline terugkomt? Gabriele weet van wel. Zo deed hij eens mee aan een spicy noodles challenge die hij bij een influencer had gezien. Op sociale media zijn talloze filmpjes te vinden waarin mensen de extreem pittige instantnoedels van het Zuid-Koreaanse merk Buldak Ramen eten. „Ik kwam beneden en zijn vriendje stond te kotsen, hij in paniek naar boven: mama, mama, kom kijken”, zegt zijn moeder. Gabriele grijnst. „Mijn vader zei dat we ons aanstelden. Toen nam hij zelf een hap. Ging-ie óók bijna over z’n nek.”
Bij Gabriele en zijn ouders is een challenge als deze dan ook aanleiding voor de vraag waarom je iets wilt doen wat je op sociale media hebt gezien, en of dat wel verstandig is.
Süeda Isik
Selina van Panhuys (47) eet haar met dochters Marina (16), Vanessa (12) en Emily (14) in de tuin. Emily zegt: „Als niemand het heeft, mist niemand het en valt ook niemand buiten de boot.”
Foto Simon Lenskens
Vanessa (12)‘Als iedereen er later op gaat, dan merk je niks’
Geen telefoons bij het avondeten en bij het slapen, dat is de regel van Selina van Panhuys (47) uit Haarlem. De ovenpasta gaat naar de achtertuin, op de beschaduwde, beklede tafel met daarachter een lap kunstgras, twee kleine goals en een dozijn hockeyballen.
Selina’s drie dochters nemen ook plaats: Marina (16), Emily (14) en Vanessa (12). Ze hebben weinig problemen met het wegleggen van hun mobiel, het is gewoonte. Het valt ze juist op als bij anderen over de vloer sommige ouders op hun telefoon zitten.
„Ik was de laatste in de klas die een telefoon kreeg”, zegt Vanessa, de jongste. „Ik denk niet dat het op de basisschool nog heel veel verschilt, maar dat je het op de middelbare wel echt merkt.”
Snapchat mag ‘Nes’ sinds dit jaar gebruiken, andere sociale apps krijgt ze nog niet tot de middelbare school. Selina: „De andere twee kregen toen Instagram…” „maar dat hoeft niet hoor”, antwoordt de jongste grijnzend, „misschien als ik ouder ben.” Ze draait weifelend op haar stoel. „Het is vast leuk als er ook vrienden op zitten. Maar als iedereen er later op gaat, dan merk je niks.”
Selina, die zelf in de IT werkt, is de opper-monitor van de telefoons van haar dochters. Die hebben haar toestemming nodig voor nieuwe apps en ze heeft een maximale schermtijd per app ingesteld. Af en toe scrollt Selina ook nog door de feed van hun Instagram-apps, om te kijken wat het algoritme hen zoal voorschotelt.
Het is een streng telefoonbeleid vergeleken met vrienden, zeggen de drie dochters. Begrip hebben ze er wel voor. Marina, de oudste, heeft TikTok een half jaar geleden zelf verwijderd. „Ik vind het maar eng, dat algoritme. Het kent je te goed.” Andere apps gebruikt ze wel. „Als je op Instagram twintig seconden naar een bak-filmpje kijkt, is je feed daar helemaal vol van. Het is een slechter algoritme, maar daardoor blijf ik er ook minder aan hangen.”
„TikTok kan je best wel jaloers maken, want je ziet heel veel andere knappe meiden en jongens”, voegt Emily toe. „Ik doe nu ook een soort ‘TikTok-challenge‘ met een vriendin, TikTok en Instagram heb ik een maand verwijderd. Het idee kwam van een podcast.”
Zo’n advies helpt ouders wel om strenger te zijn
Als het aan Emily ligt blijft TikTok voorlopig weg. „Nu merk ik gewoon wat een nutteloze app het eigenlijk is, het is echt tijdverspilling. Ik mis het ook totaal niet.” Onverwachts kan ze zich ook bij het leren beter concentreren. „Ik had echt niet verwacht dat het verschil zo groot zou zijn.”
„Je zou wel onder een steen leven als je de negatieve effecten van sociale media niet hebt meegekregen”, zegt Selina, „Maar zo’n advies helpt ouders wel om strenger te zijn. Het zou kunnen helpen om afspraken tussen ouders gelijk te trekken.” De drie kinderen stemmen in. De veertienjarige Emily: „Hoe later hoe beter, is mijn mening. Want als niemand het heeft, mist niemand het en valt ook niemand buiten de boot.”
Dorine Booij
Bij Noortje Grootscholten (46) en Raz (13) aan tafel: „Mensen nemen nu kaarten mee naar school. We zijn meer met elkaar bezig.”
Foto Mona van den Berg
Raz (13) ‘Online ziet alles er altijd perfect uit, dus als je alleen praat over wat er op je telefoon gebeurt, praat je niet over de dingen die slecht gaan’
Sinds Raz (13) op de middelbare zit, is het smartphonebeleid al drie keer aangepast. „Eerst hadden we in iedere klas telefoontassen maar mochten we onze telefoons in de pauze wel gewoon gebruiken. Iedereen zat dan over zijn scherm gebogen, zegt Raz. „We praatten vooral met elkaar over wat we daarop zagen.”
Daarna had zijn school kort het beleid dat iedereen zijn smartphone bij zich mocht houden, maar wel in een speciaal zakje met een slot. Aan het einde van de dag kon je dat slot er weer af laten halen. Niet handig, besloot de school, en sindsdien hebben ze het ‘thuis of in de kluis’-beleid. „Als docenten een telefoon zien, pakken ze die meestal af.”
Raz en zijn moeder Noortje Grootscholten (46) vertellen over hun smartphone-ervaringen aan de keukentafel van hun houten dijkhuis in Watergang, een dorp net boven Amsterdam. Raz en zijn zus Indie (15), die op kamp is, groeien op in jaren waarin steeds meer bekend wordt over de effecten van overmatig smartphonegebruik.
Raz kreeg zijn eerste telefoon in groep vier of vijf. „Voor spelletjes.” In groep 7 of 8 begon hij die ook te gebruiken om te communiceren met vrienden, en voor social media. Inmiddels gebruikt hij zijn smartphone ongeveer vijf uur per dag. Een uur op TikTok, en verder vooral Instagram, YouTube (het liefst Bankzitters) en Whatsapp. Maar ook aan praktische zaken als Magister en ChatGPT besteedt hij tijd. Aan TikTok is Raz soms „ineens” een uur kwijt, en daar kan hij boos van worden. „Bijvoorbeeld omdat ik had moeten leren.” Dan legt hij zijn telefoon weg en gaat hij aan de slag.
Lees ook
Lees ook: Boyband Bankzitters viert tienjarig jubileum met spektakel in de Ziggo Dome
Er gelden weinig telefoonregels voor de kinderen van Noortje. „Geen telefoons in bed en niet aan tafel.” Glimlachend: „Al heeft hun vader daar moeite mee.” Raz zelf ook, zegt hij. „Als we het tijdens het eten ergens over hebben wil ik soms meteen iets over dat onderwerp opzoeken.”
Geen telefoons in bed en niet aan tafel
Noortje en Avishay Giladie (50) controleren niet wat hun kinderen op hun telefoons doen, en of ze ze mee in bed nemen. „Ik vertrouw erop dat ze het doen zoals we hebben afgesproken, en ik merk dat ze er met me over praten als ze iets vreemds tegenkomen, zoals een vriendschapverzoek van iemand die ze niet kennen.”
Noortje volgt het debat over smartphonegebruik met interesse. Terugkijkend zou ze het misschien anders doen. Maar ze gaat Raz, die met dertien volgens de adviezen te jong is voor TikTok, dat niet verbieden. Ze vraagt zich af of restrictie altijd een goede keuze is. Bij Indie, die op een andere middelbare dan Raz zit, is een heel vrij smartphonebeleid. „Zij mag haar telefoon bij zich houden, en tijdens sommige creatieve vakken muziek luisteren.” Noortje ziet dat Indie haar telefoon thuis gemakkelijker weglegt dan Raz, en denkt dat dat best met het beleid van hun scholen te maken kan hebben. „Maar ze zijn ook gewoon verschillende mensen.”
Raz heeft ervaren dat restrictie iets kan opleveren. Hij is tevreden over het ‘thuis of in de kluis’-beleid op school. „Mensen nemen nu kaarten mee. We zijn meer met elkaar bezig. Online ziet alles er altijd perfect uit, dus als je alleen praat over wat er op je telefoon gebeurt, praat je niet over de dingen die slecht gaan.”
Kim Bos
Alyssa (6), Wimert (43), Mirlette (42) en Kayla (13) Merkies uit de Haagse Molenwijk. Het is heel simpel, zegt Mirlette: in het weekend mogen haar kinderen een uurtje op telefoon of tablet en „door de week in principe niet”.
Foto Hedayatullah Amid
Kayla (13)Ze vertelt dat ze onlangs bang was geworden van een video over een enge pop
Het is heel simpel, zegt Mirlette Merkies (42) uit de Haagse Molenwijk, in het weekend mogen haar kinderen Kayla (13) en Alyssa (6) een uurtje op een telefoon of tablet. „Door de week in principe niet.” En om er voor te zorgen dat dat ook écht gebeurt, moet Kayla haar devices om vijf uur inleveren. Alyssa niet, want die heeft geen telefoon.
Nu Kayla op de middelbare school zit, mag ze soms in de middag even op haar telefoon of laptop om schooldingen te doen. Mirlette: „Dus contact met klasgenootjes over groepsopdrachten, of notities uitwerken. Maar daarna is het klaar.”
Kayla kreeg een telefoon in groep 7. Er zat alleen WhatsApp op. „En wij bepaalden met wie ze mocht chatten”, zegt Mirlette. „Eerst alleen met familieleden. In groep 8 mocht ze vriendinnen van school en de padvinderij toevoegen.”
Wat vond Kayla daar van? „Ik wist niet beter dus ik kon er wel mee leven.”
En dan zou je denken, met een streng telefoonbeleid, kan het niet mis gaan hè, lacht Mirlette. „Maar dat is niet zo.” Zij en haar man Wimert (43) kwamen er achter dat Kayla in groep 8 stiekem op Snapchat zat. Wimert: „En dat liep helemaal uit de hand.” Meisjes op school gingen pesten. „Ze zeiden tegen andere kinderen dat Kayla niet deugde. De meiden hadden een tekst doorgestuurd waaruit dat zou blijken. Maar die tekst had Kayla helemaal niet geschreven.”
Het nadeel van chatten is ook dat kinderen veel makkelijker onaardige dingen zeggen
Het nadeel van chatten is ook dat kinderen veel makkelijker onaardige dingen zeggen, vertelt Mirlette. „Bijvoorbeeld over je uiterlijk. Je gaat er in geloven en dat tast je zelfbeeld aan.”
Laatst was Kayla in gevecht geraakt met een jongen op school. Kinderen hadden het gefilmd. De school had meteen een mail rondgestuurd: als de beelden worden verspreid doen we aangifte. „Dat hadden ze goed gedaan.”
Mirlette zou de telefoon en sociale media het liefst verbieden. „Maar ik weet dat het niet kan, je hebt het nodig voor school en vriendinnen”, zegt ze. „Maar ik maak mijn kinderen wel bewust van de consequenties.” Wimert is naar eigen zeggen soepeler. „Elke generatie moet leren omgaan met nieuwe dingen. Voor onze kinderen is dat sociale media en AI.”
Als Kayla ergens mee zit, praat hij altijd met haar. Onlangs had ze een filmpje op TikTok gezien over P. Diddy. „Ik leg Kayla uit: ja machtsmisbruik gebeurt, maar je weet niet wat wel en niet waar is in deze zaak. Zet het van je af.”
Kayla vertelt dat ze bang was geworden van een video over een enge pop. „Hij zou duivels zijn, en het zou op nu.nl staan. Uiteindelijk bleek de pop fake. Gelukkig.”
Mirlette vertelt dat de kinderen wel eens zeuren om schermtijd. „Alyssa wilde laatst op mijn telefoon, ik zei ‘nee’ en toen werd ze boos. Daarna ging ze naar buiten. Ze had een geweldige middag. Kinderen moeten spelen, hun fantasie gebruiken, sociaal zijn, zich ontwikkelen, dat gaat niet als ze op een scherm zitten.”
Mirlette merkt dat als de schermtijd voorbij is, haar kinderen even sip zijn. „Het is gewoon verslavend.” Gelukkig knappen ze altijd snel op, zegt ze. „Dan is het weer gezellig en staan we met elkaar in verbinding. Daar heb je toch een gezin voor?”