Wie twee jaar geleden door het Oostenrijkse Almtal liep, kan zomaar iets wonderlijks hebben aangetroffen: aanplakborden op kniehoogte met daarop levensgrote foto’s van ganzen. Kinderfeestje? Kunstproject?
Nee, het was een experiment van het Konrad Lorenz Onderzoekscentrum voor Gedrag en Cognitie. Kunnen grauwe ganzen elkaar herkennen op het gezicht, was de vraag. Tonen ze meer vriendelijk gedrag jegens een foto van hun partner dan jegens controlefoto’s? Ja, was het duidelijke antwoord. Daarmee tonen grauwe ganzen een hogere cognitieve vaardigheid die tot nu toe alleen bij zoogdieren was aangetoond. Dat schrijven de Oostenrijkers deze maand in het Journal of Ornithology.
Het herkennen van individuen is belangrijk voor sociale, langlevende diersoorten. Die vaardigheid helpt bijvoorbeeld bij het zorgen voor familieleden, bij samenwerking, conflictvermijding en vorming van allianties. Veel dieren gebruiken geuren en geluiden om elkaar te herkennen. Vogels en zeeleeuwen herkennen hun jongen bijvoorbeeld aan hun gepiep; dolfijnen hebben zelfs elk hun eigen vocale ‘handtekening’. Maar ook zicht speelt een rol bij herkenning. Dat is tot nu toe vooral aangetoond bij primaten, bij zeeleeuwen en zelfs bij schapen – maar nooit eerder bij vogels.
Grauwe ganzen kunnen wel 25 jaar oud worden en partners blijven levenslang bij elkaar. Het idee dat zij elkaar visueel herkennen, is al een halve eeuw oud. Het komt van de Oostenrijkse bioloog en Nobelprijswinnaar Konrad Lorenz (1903-1989), grondlegger van de gedragsbiologie en naamgever van het instituut in het Almtal. Lorenz bestudeerde tot in het grootste detail het sociale gedrag van grauwe ganzen. Daarbij kon hij zelf al snel ‘zijn’ ganzen aan hun uiterlijk herkennen. Dat deed hem vermoeden dat ook de ganzen zelf die eigenschap benutten.
Snavelherkenning
De auteurs van de recente studie testten dat idee nu op verschillende manieren. Eerst keken ze of ganzengezichten genoeg aanknopingspunten bieden voor herkenning. Daartoe ontwikkelden ze een app voor snavelherkenning. Ze trainden software op basis van duizenden foto’s van een groep wilde, grauwe ganzen die al sinds de tijden van Lorenz wordt bijgevoerd in het Almtal. Die app bleek succesvol – en de snavels een goed, constant identificatiekenmerk. De app herkende 98 procent van de vogels; een jaar later nog altijd 97 procent.
Toen was het tijd voor veldproeven. De onderzoekers beplakten borden met foto’s van verschillende ganzen uit de ‘Lorenzgroep’, op ware grootte. Vlak vóór de borden zetten ze voerbakjes neer, en op enige afstand camera’s om vast te leggen welke ganzen er kwamen foerageren, hoe snel en hoe dicht ze de borden benaderden, hoe lang ze daar bleven en welk gedrag ze daarbij vertoonden. De ganzen waren voor de onderzoekers individueel herkenbaar door kleurringen aan de poten; van de hele groep werden al vijftig jaar alle familierelaties bijgehouden.
Vreemde gans
Waarschijnlijk gebruiken de ganzen een combinatie van kenmerken voor visuele herkenning, vermoeden de onderzoekers. Naast de snavels wellicht ook gezichten, veerpatronen, of misschien zelfs de kleurringen. In elk geval vertoonden de ganzen significant ander gedrag tegenover verschillende borden, in volgorde van oplopende vriendelijkheid: lege borden, een vreemde gans, een groepsgenoot en de eigen partner. Ze benaderden de foto van hun partner bijvoorbeeld tot twee keer zo snel, bleven er tot drie keer zo lang bij foerageren en maakten er tot wel tien keer zoveel ‘contactgeluidjes’ bij.
„Onze bevindingen dragen bij aan het aanzienlijke eerdere bewijs dat ganzen relatief geavanceerde cognitieve vaardigheden bezitten”, concluderen de Oostenrijkers. Ze denken dat hun nieuwe app kan helpen bij toekomstig onderzoek naar ganzen, ook in citizen science-projecten, bijvoorbeeld tellingen.