Gaat er weer een klimaatmaatregel het raam uit? Rechtse meerderheid wil van CO2-heffing af

Weer dreigt een ingevoerde klimaatmaatregel van het toneel te verdwijnen. Althans, dat zou het gevolg zijn van de oproep van CDA, BBB en SGP, waar een Kamermeerderheid zich woensdag achter schaarde – inclusief VVD en PVV. De partijen willen af van de nationale CO2-heffing voor industriebedrijven, die Nederland sinds 2021 hanteert. De maatregel is bedoeld als ‘stok achter de deur’ om bedrijven te prikkelen om te verduurzamen.

Volgens VVD-Kamerlid Peter de Groot „werkt de CO2-heffing niet zoals hij ooit bedacht is” en moet er afscheid van genomen worden. De kritiek luidt dat als Nederland het duurder maakt om CO2 uit te stoten dan elders, en bedrijven buiten hun schuld om (overvol stroomnet) nog niet kunnen verduurzamen, je ze wegpest. De Groot wil daarom met de industrie om tafel om een alternatief te bedenken.

ChristenUnie, NSC, D66 en GroenLinks-PvdA stemden tegen. Pieter Grinwis (CU) noemde het „onzorgvuldig” om de maatregel af te schaffen zonder een beschikbaar alternatief. Wytske Postma (NSC) zei dat het afschaffen de problemen van de industrie niet oplost, maar wel nieuwe creëert: „een gat in de begroting en klimaatdoelen die nog verder uit beeld raken.”

De VVD plaatst zijn eigen minister in een lastige positie. Eerder verdedigde minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) de CO2-heffing juist, omdat die volgens haar een belangrijk onderdeel vormt van het klimaatbeleid. Het ministerie heeft laten weten de Tweede Kamer „spoedig te informeren hoe het kabinet om zal gaan met de motie”. Met de geringe tijd die de Kamer nog rest tot de verkiezingen, hakt vermoedelijk een volgend kabinet hier pas een knoop over door.

De timing van de CO2-motie is niet los te zien van de verkiezingsstrijd

Verkiezingsstrijd

De timing van de motie is niet los te zien van de verkiezingsstrijd die sinds de val van het kabinet-Schoof is losgebarsten. De CO2-heffing is in een rechtse Kamer een impopulaire maatregel. En wat mogelijk meespeelt: de VVD hoeft door deze motie te steunen de heffing niet te verdedigen in de campagne. De partij kan zeggen dat het de industrie steunt en hoeft dan geen ingewikkeld compromis uit te leggen.

De politieke partijen worstelen al langer met de CO2-heffing. De specifieke, Nederlandse CO2-prijs is altijd omstreden geweest. In de tijd van Eric Wiebes (Economische Zaken, VVD) protesteerde de industrie er al volmondig tegen (met als argument dat die maatregel bedrijven naar elders zou verjagen) en waren milieuorganisaties er juist voorstander van (CO2-uitstoot moest een prijs hebben). Het idee erachter was: als je CO2-uitstoot duurder maakt, is het sneller financieel aantrekkelijk om te investeren in verduurzaming.

In de praktijk heeft de Nederlandse CO2-heffing voorlopig weinig effect gehad. Via het Europese emissiehandelssysteem betalen industriebedrijven al een prijs voor een ton CO2. Deze lag de afgelopen jaren hoger dan het minimumtarief van de Nederlandse heffing, waardoor die in feite verviel. Dit jaar ligt dat anders en betalen Nederlandse bedrijven voor het eerst extra over een deel van hun uitstoot, als gevolg van de nationale CO2-heffing. Dat veroorzaakte een stroom kritische geluiden vanuit de industrie.

Want, aldus de kritiek, we moeten wel kúnnen verduurzamen. Veel industriebedrijven wachten nog op een stroomaansluiting of een stikstofvergunning en ook de productie van groene waterstof blijft uit. Andere bedrijven hebben hun hoop gevestigd op grootschalige CO2-opslagprojecten, zoals Aramis en Porthos, die nog van de grond moeten komen.

Uitzonderingen

De Tweede Kamer zochten om die reden al langer naar een oplossing. Partijen als VVD en NSC wilden uitzonderingen maken, en bijvoorbeeld afzien van de CO2-heffing bij bedrijven die nog niet konden verduurzamen. Het CDA en de BBB zagen niets in dit soort oplossingen en wilden überhaupt van de CO2-heffing af.

Lange tijd wilde de VVD daar niet in mee gaan. Zo zei Kamerlid Silvio Erkens in maart in de Tweede Kamer afschaffing „moeilijk” te vinden, maar „als je de heffing nu afschaft, haal je wel een aantal pijlers van het klimaatbeleid onderuit”. Volgens hem zou dat bedrijven „juridisch kwetsbaar” maken voor rechtszaken.

De industrie bleef de laatste maanden echter de noodklok luiden. Met name vanwege de hoge energiekosten vergeleken met buurlanden, maar ook over de CO2-heffing. Bedrijven dreigden ermee te vertrekken naar het buitenland. Die kritiek nam toe nadat eerder dit jaar bekend werd dat twee kleinere chemiebedrijven in Rotterdam hun deuren zouden sluiten. Vorige week kwam daar een derde bij: het Amerikaanse Westlake.

Om tegemoet te komen aan die zorgen, maakte het kabinet-Schoof in het voorjaar al geld vrij voor een compensatieregeling voor CO2-kosten voor grote stroomverbruikers. Ook koos het kabinet ervoor de CO2-heffing pas ná 2030 te verhogen, een compromis. Inmiddels wil een rechtse Kamermeerderheid (CDA, SGP, JA21, BBB, FvD, VVD en PVV) dus een stap verder gaan, en de heffing geheel schrappen.

Vaarwel klimaatdoelen

Nu een rechtse Kamermeerderheid zich tegen de CO2-heffing keert, lijkt er meer en meer afscheid genomen te worden van de klimaatdoelen voor 2030. De CO2-heffing leek de komende vijf jaar niet zo veel effect te hebben, maar zou in de periode daarna nog wel leiden tot enkele megatonnen minder CO2-uitstoot. Tegelijkertijd komt het kabinet al een CO2-reductie te kort van 16 tot 24 megaton CO2, om de doelen voor 2030 te halen, berekende het Planbureau voor de Leefomgeving vorig jaar. Ook de periode ná 2030, waarin de industrie de uitstoot in tien jaar naar netto nul moet terugbrengen, wordt daardoor steeds lastiger.

De linkse oppositie en milieuorganisaties reageerden dan ook verbolgen. Volgens D66 „danst” VVD met de motie „op het graf” van het klimaatbeleid. GroenLinks-PvdA ziet dat „VVD en CDA de CO2-heffing slopen”. Natuur en Milieu noemt de motie „een klap in het gezicht” van koplopers in het bedrijfsleven die juist in verduurzaming hadden geïnvesteerd.


Lees ook

Lees ook: Nederlandse industrie zet vol in op lagere energiekosten

Tronox sluit zijn chemiefabriek aan de Rotterdamse  Professor Gerbrandyweg. Foto Walter Herfst