Gaan reservisten de krijgsmacht redden? Dan moeten werkgevers wel meewerken. En de wervingscampagnes aanslaan

De een is leerkracht op een basisschool in Rotterdam-Zuid, de ander advocaat en partner op een kantoor in Eindhoven. Bij beiden „begon het na verloop van tijd te kriebelen”. Ze wilden „iets terugdoen” voor hun land dat hen „in vrijheid deed opgroeien” en ze zijn „dankbaar” voor goede opleidingen in een veilige en welvarende leefomgeving. Bovendien hadden ze allebei militairen in de familie en houden ze van avontuur.

Johanneke van Vliet (37) uit Rotterdam en No Mauer (44) uit Helmond combineren sinds enkele jaren hun banen met werk binnen de krijgsmacht. Van Vliet, leerkracht, is twee dagen per week als soldaat der eerste klasse beveiliger bij evenementen, zoals de NAVO-top in juni in Den Haag. Mauer, specialist arbeidsrecht, is gemiddeld een dag per week medewerker van een afdeling van Defensie die het contact met het bedrijfsleven onderhoudt. Hij heeft de rang van majoor.

Mauer waardeert de afwisseling. „Als advocaat en partner heb ik op mijn kantoor veel eigen verantwoordelijkheid”, zegt hij. „Bij defensie ben ik een radertje in een groter geheel, heb ik een baas en krijg ik een heus kerstpakket.”

Van Vliet kan in de combinatie van banen haar religieuze motivatie kwijt: „In beide probeer ik de toekomst volgens Gods plan gestalte te geven. In de klas doe ik dat voor kinderen, bij defensie voor ons land.”


Lees ook

Extra gevechtseenheden voor leger om te voldoen aan NAVO-norm: ‘Grootste groei sinds Koude Oorlog’

Defensie houdt een oefening met rivieroversteek over de IJssel bij Welsum in het kader van de oefening Steadfast Defender.

Toespelingen

Van Vliet en Mauer zijn reservisten: deeltijdmilitairen die eerst fulltime in de ‘burgersamenleving’ werkten of studeerden en na een basisopleiding (variërend van enkele weken tot een paar maanden, afhankelijk van de functie) hun werk combineren met bijvoorbeeld een dag per week dienen in de krijgsmacht.

Beiden vinden reservist geen goede term, zeggen ze in een telefoongesprek met NRC. „Alsof je op de reservebank zit, terwijl we actief meedoen”, zegt Mauer. Van Vliet ziet soms termen als „weekendkrijger” voorbijkomen of hoort toespelingen op ongeoefendheid van reservisten, maar „daar kan ik inmiddels om lachen”.

Militairen als Van Vliet en Mauer worden nog belangrijker dan ze al waren. Als het aan staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie, BBB) ligt, verdubbelt hun aandeel komende vijf jaar, zo schreef hij vorige week maandag in een Kamerbrief. Nu vormen reservisten zo’n 10 procent van de totale krijgsmacht: ongeveer 7.500 reservisten binnen een geheel van circa 76.000 mannen en vrouwen. Over vijf jaar moet dat 20 procent bedragen; twintigduizend deeltijdmilitairen in een krijgsmacht van ongeveer honderdduizend militairen.

Op symposia hoor ik werkgevers pleiten dat elk bedrijf een quotum aan reservisten moet halen. Vijf jaar geleden was dat ondenkbaar

No Mauer
advocaat en reservist

Voor een onverhoopte oorlogstijd gelden nog ambitieuzere aantallen. Dan moet de krijgsmacht doorgroeien naar tweehonderdduizend militairen, aldus Tuinman. Dan zal ook het aantal reservisten veel verder omhoog moeten, aldus de staatssecretaris. Hoe ver is nog onduidelijk. Hetzelfde geldt voor de kosten voor bijvoorbeeld de intensievere trainingen van reservisten die met de beoogde groei gemoeid zijn.

Er staat veel op het spel, zo stelde Tuinman. De reservist moet een veel krachtiger stempel op de krijgsmacht drukken.

Als de beoogde personeelsgroei toch tegenvalt, komt het door velen gevreesde thema dichterbij dat in elke discussie over het leger terugkeert: herintroductie van de opkomstplicht voor alle mannen en vrouwen vanaf zeventien tot vijfenveertig 17 jaar.

Hoe reëel is dat aantal van twintigduizend? En heeft Defensie geen fulltime vechtersbazen nodig in plaats van parttimers met een ‘burgerleven’?

Johanneke van Vliet, reservist en leerkracht in het basisonderwijs.
Foto privéarchief

Vizier

Het is niet voor het eerst dat het ministerie van Defensie reservisten in het vizier heeft als bron van personeelsgroei. „Defensie zet in op reservisten,” luidde de kop van een persbericht in april 2023. In april 2022 zei Tuinmans voorganger, Christophe van der Maat (VVD), bij de openbare beëdiging van zestig reservisten op het Spuiplein, hartje Den Haag: „Uw bijdrage is hard nodig. Want u staat met een been in de samenleving en met het andere in de krijgsmacht. Daardoor bent u als geen ander in staat een brug te slaan tussen de maatschappij en defensie. Om te laten zien hoe mooi én waardevol het is om voor de Nederlandse krijgsmacht te werken.”

Het aantal reservisten groeide afgelopen jaren, maar hard ging het niet: in 2023 had Nederland 6.500 reservisten, ongeveer 1.000 minder dan nu. Deze trage groei is niet uitzonderlijk: De Belgische krijgsmacht wierf vorig jaar iets meer dan 600 reservisten, terwijl ze streefde naar 1.050. In totaal kent België ongeveer 6.500 reservisten.

Mijlpaal

In vakbondskringen is het een open vraag of de gedroomde mijlpaal van twintigduizend reservisten in 2030 wordt gehaald. „De reservisten zijn hard nodig voor het behalen van de doelstellingen”, zegt Jean Debie, voorzitter van de grootste militaire vakbond (Vakbond voor Burger en Militair defensiepersoneel), waarbij ook de belangenorganisatie voor Nederlandse reservisten is aangesloten. „En gelukkig hebben we een paar jaar. Maar het moet nog blijken of dat getal van twintigduizend realistisch is. Het gaat vooral om goede afspraken met het bedrijfsleven. Reservisten heb je ook binnen de overheid, maar die worden nu al veel ingezet.”

Zo bezien heeft het bedrijfsleven de sleutel in handen voor een gestage groei van de krijgsmacht. Ook hier is traagheid troef. De aanhoudende tekorten op de arbeidsmarkt, waardoor defensie en bedrijfsleven met elkaar concurreren om personeel, helpen niet. Hetzelfde geldt voor de hogere eisen die defensie aan de geoefendheid van reservisten wil stellen, hetgeen ten koste kan gaan van de beschikbaarheid voor de ‘burger-baan’.

Het gaat vooral om goede afspraken met het bedrijfsleven. Reservisten heb je ook binnen de overheid, maar die worden al veel ingezet

Jean Debie
voorzitter Vakbond voor Burger en Militair defensiepersoneel

De laatste zeven jaar is Defensie met bedrijven in gesprek over onder meer het ‘leveren’ van reservisten. Defensie werkt hiervoor samen „met 75 bedrijven en er zijn gesprekken met vierhonderd mogelijke nieuwe partners”, aldus de website van het ministerie. Bekende namen: Shell, VDL Groep (transport), Capgemini en Thales. Ze pasten hun arbeidsbeleid aan (of gaan dat doen) om het werknemers gemakkelijker te maken zich ook in te zetten voor defensie. Jan de Rijk Logistics stelde chauffeurs beschikbaar met bevoegdheden voor speciale transporten.

In januari van dit jaar deden het ministerie en het bedrijfsleven een schepje bovenop hun pogingen om het combineren van banen te vergemakkelijken. VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen, FNV-voorzitter Tuur Elzinga en staatssecretaris Tuinman riepen cao-onderhandelaars op ruimte te maken voor ‘reservistenverloven’ in collectieve arbeidsovereenkomsten. „In de praktijk lijkt het soms lastig om de inzet van werknemers als reservist te organiseren”, aldus de bijlage van de brief, „omdat in de civiele omgeving deadlines spelen en werkzaamheden tijdig opgeleverd of afgerond moeten worden.”

Daarnaast spelen ingewikkelde kwesties als verzekering en aansprakelijkheid (wie betaalt als de werknemer letsel oploopt tijdens een oefening?), pensioenrechten en de gevolgen van het reservistenverlof voor de reguliere vakantiedagen.

No Mauer, reservist en advocaat.
Foto privéarchief

Looptijd

Het tempo bij het opruimen van de ‘cao-mijnen’ ligt niet hoog. „Veel cao’s lopen nog en hebben een looptijd van twee jaar”, zegt een woordvoerder van de Algemene Werkgevers Vereniging Nederland, de zusterorganisatie van VNO-NCW. „Dus voordat wat verandert, ben je wel een tijdje verder.” De organisatie kondigde in haar laatste nieuwsbrief aan een enquête onder leden af te nemen over onder meer een ‘reservistenverlof’.

Zowel basisschool-leerkracht Van Vliet als advocaat Mauer gingen betrekkelijk soepel over van werkplek naar kazerne, vertellen ze. „Cruciaal is of je werkgever het ziet zitten en wil meewerken”, zegt Van Vliet. Haar school deed dat wel, „al was het soms wel passen en meten. Je moet als reservist in je eigen tijd je conditie op peil houden. Beroepsmilitairen kunnen dat in werktijd doen.”

Advocaat Mauer zag afgelopen jaren één duidelijk obstakel: „De noodzakelijke keuringen voor kandidaat-reservisten. Die duren bij Defensie nu soms anderhalf jaar. Veel te lang, natuurlijk. Je wilt voorkomen dat iemands motivatie tijdens zo’n keuring wegzakt.”

Vorige week kondigde Defensie aan meer ‘zorgreservisten’ te willen inschakelen voor de keuringen. Het gaat om mensen die ooit werkten in de zorg. Ook hun aantal moet groeien, van vier- naar vijfduizend.

Oekraïne

Defensie voert de komende tijd nieuwe publiekscampagnes. Die moeten zowel de voordelen van het reservist-zijn onder de aandacht brengen als de bekendheid vergroten. Waarom zouden deze campagnes nu succes oogsten, terwijl ze in het verleden niet echt aansloegen?

Andere tijden, zegt een woordvoerder van het ministerie. „Het is duidelijk dat er momenteel veel in de wereld gebeurt, en dat de veiligheid van Nederland en van Europa onder druk staat.” Mauer ziet dat ook: „Ik kom op symposia waar werkgevers ervoor pleiten dat elk bedrijf een quotum aan reservisten moet kunnen laten zien. Vijf jaar geleden was dat ondenkbaar.”

Niet alleen de oorlogsdreiging speelt een rol, zoals na de Russische inval in Oekraïne. De woordvoerder: „Veel meer factoren kunnen de interesse van met name jongeren in de krijgsmacht verklaren: de uitdaging, innerlijke groei, kameraadschap, avontuur, leiding kunnen geven.”

Gezien de aantrekkingskracht van deze persoonlijke factoren is een hogere financiële beloning niet nodig als lokmiddel, aldus Defensie. „Salaris is nooit de belangrijkste reden waarom mensen militair willen worden.”

Zowel Van Vliet als Mauer beamen dit. „Ik doe dit niet voor het geld”, zegt de leerkracht. Ze krijgt meer betaald in het basisonderwijs dan voor haar functie in de krijgsmacht. Ook advocaat Mauer zou als fulltimer in zijn kantoor mogelijk meer verdienen, maar is met de honorering als parttime majoor (fulltime zou het salaris maandelijks circa 6.500 euro exclusief toeslagen bedragen) „meer dan tevreden”.

Doorvoerland

Veel nieuwe reservisten zullen worden ingezet voor de zogeheten Host Nation Support, blijkt uit de brief van staatssecretaris Tuinman. Dat is de taak die Nederland binnen de NAVO heeft om militair materieel zo snel en veilig mogelijk door te voeren naar met name Duitsland. Nederland heeft met havens in Rotterdam, Vlissingen en Delfzijl en weg- en spoorverbindingen naar het oosten een belangrijke functie. De militaire taken die daarvoor vereist zijn, liggen dicht bij het werk dat veel reservisten in hun reguliere werk doen: planning, bewaking, onderhoud, logistiek, transport. Bedrijven die met Defensie samenwerken, zoals Shell en VDL Transport, houden zich hiermee bezig.

Het streven: over vijf jaar 20 procent reservisten, oftewel: 20.000 deeltijdmilitairen binnen een krijgsmacht van circa 100.000 militairen

Dat roept wel de vraag op of het groeiend aandeel reservisten de krijgsmacht de goede kant op duwt. Pete Hegseth, minister van Defensie van de VS, zei onlangs dat de NAVO, waarvan Nederland deel uitmaakt, meer vechtersbazen nodig heeft. Het bondgenootschap moet „dodelijker en meer gevechtsbereid worden”, beklemtoonde de bewindsman tijdens zijn eerste optreden in Brussel in februari. „Dat is nodig om de geloofwaardigheid van afschrikking waar te maken.”

Lukt dat met een Nederlandse krijgsmacht die sterker bepaald wordt door deeltijders die veel kunnen behalve vechten? Vakbondsleider Debie ziet het probleem niet zo. „Ook voor grootschalige conflicten heb je al die functies nodig die door deeltijdmilitairen vervuld gaan worden. Veel van die ondersteuning is afgelopen decennia wegbezuinigd, maar hebben we hard nodig.”

Ook advocaat Mauer ziet geen tegenstelling. Een parate krijgsmacht vergt nu eenmaal zeer veel ondersteuning. Mauer somt op: „Transport, logistiek, planning, onderhoud, cyber, communicatie, juridische hulp, bewaking, medische verzorging. Aan belangrijk werk voor deeltijdmilitairen geen gebrek, kortom.”


Lees ook

Eerste contouren van een NAVO zonder of met minder VS zichtbaar

Een Amerikaanse soldaat prepareert munitie voor een gezamenlijke afvuur-oefening met NAVO-partner Polen. In het Oost-Europese land zijn circa 10.000 Amerikaanse soldaten gestationeerd in het kader van het verdedigen van de oostflank van het NAVO-gebied.