‘Ga niet tennissen als je niet van wachten houdt’

Bij veel tennisfans staat-ie in het geheugen gegrift: de eersterondepartij op Wimbledon van John Isner en Nicolas Mahut. Op de avond van 22 juni 2010 begonnen ze aan hun wedstrijd, die als vierde gepland stond op baan 18, na twee vrouwenpartijen en een mannenpartij.

De eerste set was voor Isner: 6-4. Daarna won Mahut twee sets op rij: 6-3 en 7-6. De vierde set ging weer naar Isner: 7-6. En toen werd de wedstrijd gestaakt, vanwege de invallende duisternis. „Het liefst ga je als speler naar bed met een uitslag”, zegt Craig Boynton, destijds coach van Isner. „Maar in tennis pakt het soms anders uit.”

Tot de hervatting van het duel, als tweede gepland op baan 18 een dag later, probeerde Isner zijn routines aan te houden, zegt Boyton, en zich niet te veel te richten op wat komen ging. In die tijd was er nog geen tiebreak in de vijfde set, dus werd er doorgespeeld. En dat deden ze, van begin middag tot rond tienen ’s avonds, toen het te donker werd. Een „out of body experience” noemt Boynton het.

Bij een stand van 59-59 ging de wedstrijd dag drie in, opnieuw als tweede gepland op baan 18. Eén foutje en het was voorbij, besefte Boynton, die een riskant plan bedacht. „Normaal ga je niet direct vanaf de trainingsbaan de wedstrijdbaan op. Maar ik vreesde dat Johns lichaam te veel zou afkoelen, dus dat is wat we die dag wél deden.”

Met succes: een klein half uur later – drie dagen, elf uur en vijf minuten na aanvang van de partij – stak Isner zijn vermoeide armen in de lucht: 70-68. Het duurde een jaar voordat hij mentaal en fysiek weer de oude was, zegt Boynton. Vooral voor zijn moeder, die op de tribune zat, was het „een kwelling”. Het liefst had ze haar zoon van de baan gesleept.

Maximaal 25 seconden

De partij tussen Isner en Mahut staat symbool voor wat je als karakteristiek aspect van de tennissport kunt zien, zegt de Amerikaanse sportpsychoog Jeff Greenwald, die zo’n twintig topspelers en -speelsters terzijde stond: wachten. Wachten op de partij(en) voor die van jou. Wachten op een regenbui. Wachten op vliegtuigen en auto’s tijdens het vele reizen. Wachten op de volgende service van je tegenstander. Dat vergt mentaal en fysiek veel van spelers, zegt Greenwald, auteur van The Best Tennis of Your Life.

In 2021 riep het team van Stefanos Tsitsipas zijn hulp in. In de kwartfinale van de Australian Open kwam de Griek tegenover Rafael Nadal te staan. Nadal, toen de mondiale nummer twee, wás al geen makkelijke tegenstander. Maar Tsitsipas had ook nog eens moeite met de tijd die de Spanjaard tussen het serveren door neemt. „Daar staan maximaal 25 seconden voor”, zegt Greenwald, „En Nadal staat er om bekend dat hij die grens opzoekt.”

Na elk punt loopt Nadal naar zijn handdoek en veegt zijn gezicht af. Soms tergend langzaam, in de beleving van tegenstanders. ‘Probeer er anders naar te kijken’, adviseerde Greenwald. ‘Hij loopt naar die handdoek omdat hij zich gespannen voelt. Het is een teken van kwetsbaarheid.’ Ook raadde hij Tsitsipas aan om zich te focussen op zijn voeten op de grond, om te voorkomen dat hij te veel nadacht.

Meerdere zaken bepaalden de overwinning van Tsitsipas, na een lange vijfsetter. Maar één is wat Greenwald het „reframen van een situatie” noemt: anders kijken naar wat als wachten wordt ervaren. In een sport waarin de marges klein zijn, zoals Roger Federer onlangs tegen afgestudeerde Amerikaanse studenten zei, en je op mentaliteit een wedstrijd kunt verliezen, ook al bén je de betere speler, is de kunst van het reframen belangrijk, zegt Greenwald.

Yahtzee of fotografie

Op grandslamtoernooien duren wedstrijden bij de mannen gemiddeld tweeënhalf tot drieënhalf uur. Bij de vrouwen anderhalf tot tweeënhalf uur. Ruim twee derde van een wedstrijd bestaat uit wachten. Op de service van je tegenstander. Op toiletbezoek na een set. Op hawk-eye. Greenwald: „De kunst is je eigen momentum te creëren. Om je energie te managen, ondanks al dat wachten.”

Van Nadal is bekend dat hij graag kaart tijdens een flinke regenbui. Tsitsipas werkt aan zijn hobby: fotograferen. Naomi Osaka leest boeken over persoonlijke ontwikkeling. Novak Djokovic visualiseert het vervolg van zijn wedstrijd. En Kiki Bertens speelde Yahtzee met haar team. „Om te ontspannen”, zegt ze. „Maar wel met een half oog op wat er daar buiten gebeurde. En intussen kleine dingen te blijven eten.”

Snel kunnen schakelen tussen ontspanning en focus, dat is volgens Wim Fissette, coach van Naomi Osaka, wat je moet kunnen als toptennisser. Rituelen zijn daarbij belangrijk, zegt hij. „Als verwacht wordt dat de wedstrijd snel wordt hervat, doe dan iets om te markeren dat je van ontspanning naar full focus gaat. Neem een koude douche. Verwissel je joggingbroek voor wedstrijdkleding.”

Bij de onderbreking van een wedstrijd probeert Fissette de situatie zo rationeel mogelijk te bekijken met Osaka. Zoals onlangs in Rome, toen ze een set en break voorstond tegen Marta Kostyuk toen het begon te regenen. „Wat heb je liever, vroeg ik. 6-3 en 2-1 vóór staan of 3-6 en 1-2 achter? Ik maakte haar bewust van de voordelige situatie waarin ze zich bevond. ‘Nog een paar games en je hebt gewonnen’, zei ik.”

„De enige situatie waarin je er zéker van bent dat je niet hoeft te wachten, mits het niet regent, is als je wedstrijd als eerste op het programma staat”, zegt Craig Boynton, die sinds 2019 toptienspeler Hubert Hurkacz coacht. „Ga niet tennissen als je niet van wachten houdt.”