‘Ga maar naar de daklozenopvang’: tientallen gerepatrieerden uit Libanon moeten vakantiehuisje alweer uit

Noura (42) schrikt woensdagmiddag op als twee ambtenaren ineens voor haar houten chaletje staan op het vakantiepark in IJhorst (Overijssel). Ze zijn van het ministerie van Volkshuisvesting en hebben een brief bij zich. In nette woorden staat erin wat Noura al vaker heeft gehoord sinds ze twee weken geleden uit het oorlogsgebied vluchtte.

„Vóór uw vertrek uit Libanon heeft u te horen gekregen dat u zelf voor huisvesting in Nederland moet zorgen.” Nog maximaal anderhalve week heeft ze, daarna eindigt de opvang voor haar man en hun drie kinderen in het vakantiehuisje.

„Dit kunt u niet maken”, zegt Noura boos tegen de ambtenaren, zo is te horen in een geluidsopname van het gesprek.

De ambtenaar: „Laten we alsjeblieft niet gaan schreeuwen.”

Noura: „Maar u zet ons op straat met onze kinderen.”

Er zijn helaas geen woningen in Nederland, zegt de ambtenaar, dus moet haar gezin onderdak vinden bij familie, vrienden of kennissen. „Dat is de situatie.”

Maar Noura kent niemand die haar gezin in huis kan nemen.

De ambtenaar, afgemeten: „Wij zijn niet verplicht opvang voor u te regelen. Alles wat u nu krijgt is een cadeautje.”

„Dit is wat het is”, zegt zijn collega.

Nabil (rechts) samen met een vader en dochter die ook naar Nederland zijn gekomen.
Foto Wouter de Wilde

Aanscherpen

Voor de tweede keer in korte tijd dreigen gerepatrieerde Nederlanders uit Libanon op straat te belanden. Het gaat om enkele tientallen mensen uit de groep van 360 personen, die begin deze maand in twee vliegtuigen uit Beiroet in Eindhoven landden. De meesten konden direct overnachten bij vrienden of familie, maar 46 personen konden nergens terecht – onder wie tien kinderen en een baby van vier weken.

Ze mochten eerst tijdelijk overnachten in twee Eindhovense hotels. Maar na een dag werd duidelijk dat minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting, BBB), anders dan bij eerdere repatriëringen, niet voor hun opvang wil betalen. Keijzer wil de regels voor repatriëring „aanscherpen”, zei ze vrijdag voor de ministerraad, omdat er volgens haar in Nederland geen huizen beschikbaar zijn.

Eindhoven weigerde de mensen op straat te zetten. Een oplossing leek gevonden toen de groep naar vakantieparken werd overgebracht, om van daaruit huisvesting proberen te regelen. Maar ook daar moeten ze nu weer vertrekken, kregen ze woensdagmiddag te horen van Keijzers’ ambtenaren. „Wij wensen u sterkte in deze vervelende situatie en bij het vinden van woonruimte in Nederland” staat in de brief die de gerepatrieerden ontvingen.

Elia op EuroParcs Reestervallei in IJhorst. Hij geeft online wiskundeles aan een universiteit in Libanon. Op de achtergrond zijn vrouw en zoon die ook mee zijn gekomen.
Foto Wouter de Wilde

Libanese achtergrond

In het vakantiepark in IJhorst zitten de gerepatrieerden in een kring om een klein bijzettafeltje in één van de bungalows. Aan de muren hangen canvassen in pasteltinten, met de woorden ‘love’ en ‘beach’ erop.

Het zijn Nederlanders met een Libanese achtergrond die vaak al jaren weg zijn uit Nederland. Er zit een supermarkteigenaar bij, een voormalig piloot, een glaszetter, een wiskundedocent. Ze dragen warme truien tegen het herfstweer. Het zevenjarige dochtertje van Imane (45) loopt rond in een hemd en korte broek. „We hebben geen andere kleren meegenomen”, zegt Imane. „Er was geen tijd te verliezen.”

Imanes woning in Beiroet was kort daarvoor gebombardeerd toen ze van de Nederlandse ambassade hoorde dat ze met haar vier kinderen mee kon op de vlucht naar Nederland. Een paar uur voor het vliegtuig opsteeg, ontving ze een e-mail die uitlegde dat in Nederland geen opvang voor haar zou worden geregeld. Geen probleem, vond Imane. „Drones vlogen boven onze taxi toen we naar het vliegveld reden. Ik wilde weg.”

Onder veel mediabelangstelling worden de gerepatrieerde burgers onthaald op het vliegveld van Eindhoven. „We leken wel celebrities”, zegt Noura. Ze werden gefilmd door het pr-team van Defensie en welkom geheten door de secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken. Minister Caspar Veldkamp bedankt al het personeel dat „onze burgers” weer „veilig thuis” heeft gebracht.

Het onthaal was warm, zegt Raef Nasser (37), die er aankwam samen met zijn ouders, broers, hun partners, vrouw én vier weken oude baby, Karim. „Iedereen was vriendelijk en behulpzaam. Iemand van de gemeente betaalde een tandartsbehandeling voor mijn broertje uit eigen zak.”

Maar direct daarna begon het gesteggel over de opvang. In anderhalve week moesten hij en zijn gezin drie keer verhuizen, en dat is zwaar met een pasgeboren baby. Nasser verbleef in Eindhoven in twee verschillende hotels. En sinds maandag verblijft hij in een vakantiepark in het Brabantse Linden. „De dichtstbijzijnde bushalte is vijftig minuten lopen.” Geld voor de taxi heeft zijn gezin niet. De gerepatrieerden krijgen zestig euro leefgeld per week.

Nabil op EuroParcs Reestervallei in IJhorst.
Foto Wouter de Wilde

Ambtenaren met medicijnen

Woensdag kwamen de ambtenaren van het ministerie van Volkshuisvesting ook bij hem langs. Ze hadden medicijnen meegenomen voor zijn vader met hartproblemen. Maar ze kwamen vooral vertellen dat Nasser en zijn gezin nog anderhalve week hebben om ergens onderdak te regelen.

Nasser: „Ik zei: ‘Beste vrouw, ik heb een kind van zes weken, wilt u dat we op straat belanden?’ Ze zei: ‘Je kunt altijd nog aankloppen bij de daklozenopvang.’”

Twee dagen geleden keek zijn vader hem indringend aan, vertelt hij. „Hij vroeg of het de juiste keuze was naar Nederland te gaan”, zegt Nasser. „Moet je nagaan: we zijn uit oorlogsgebied weggegaan, maar het is eervoller om daar door een bom te sterven dan met een baby op straat te moeten zwerven.”

In het Overrijsselse vakantiepark heeft elke gerepatrieerde zijn eigen problemen: de een mist identiteitspapieren of een verzekeringspasje, de andere heeft medicijnen nodig. Noura wil jeugdhulp voor haar vierjarige zoontje, die trauma’s heeft opgelopen in Libanon. „Hij praat alleen nog maar over bommen en raketten.” En het belangrijkste: hoe vinden ze binnen anderhalve week een huis? Tevergeefs belden ze de gemeente Staphorst, waar het vakantiepark is gevestigd, voor hulp. „Al vier keer”, zegt Ayman (47). „Niemand neemt op.” Van de veiligheidsregio Utrecht, formeel verantwoordelijk voor hun plaatsing, krijgen ze ook geen hulp. „Die zeggen: vraag je familie. Maar wij zijn met z’n vijven. Niemand heeft zin om ons in huis te nemen”.

Ook de alleenstaande Nabil (59) de Fatima (73) en haar echtgenoot kennen niemand, net als de anderen in de kring.

Aan een tafeltje voor de bungalow vertellen twee tienermeiden in vloeiend Nederlands dat ze niet meer terug naar Libanon willen – ook niet als de oorlog stopt. „Alles is daar kapot.” Ze willen naar school in Nederland. Ook een 21-jarige jongen met zwarte krullen wil niet meer terug. „Omdat ik daar elke nacht wakker lag”, zegt hij, „van de straaljagers boven ons huis”.


Lees ook

Nederlanders die uit Libanon werden gerepatrieerd, nu tóch opgevangen door de overheid

Een militair vliegtuig is vanuit Beiroet aangekomen op luchtmachtbasis Eindhoven. In het toestel zaten behalve Nederlanders ook mensen uit België, Finland en Ierland die weg wilden uit Libanon.