Fuseren met Duitse leger? Koninklijke Landmacht krijgt minder soevereiniteit, maar meer impact

Vijf vragen over een Duits-Nederlands leger De gevechtseenheden van de Nederlandse en de Duitse landmacht worden samengevoegd. Vijf vragen en antwoorden over de gevolgen.

Nederlandse infanteristen tijdens een training in Duitsland. Foto Jerry Lampen / ANP
Nederlandse infanteristen tijdens een training in Duitsland. Foto Jerry Lampen / ANP

De Duitse en de Nederlandse landmacht willen de kern van hun slagkracht bundelen in één strijdmacht van drie divisies, zo blijkt uit nog vertrouwelijke afspraken waarvan NRC op de hoogte is. Komend jaar moet ook de 13de Lichte Brigade uit Oirschot worden ondergebracht bij een Duitse divisie. De twee andere brigades van de Koninklijke Landmacht waren al eerder geïntegreerd met het Duitse Heer. Duitsland en Nederland zijn de eerste NAVO-landen die de kern van hun landmachten in elkaar schuiven. Maar wat betekent de geplande Tiefintegration voor de Nederlandse zeggenschap over de krijgsmacht? En is er nu een Europees leger op komst? Vijf vragen.

1 Gaat de Koninklijke Landmacht fuseren met de Duitsers?

Nee, maar het scheelt niet veel. Als straks alle drie de Nederlandse brigades zijn ondergebracht bij een Duitse eenheid is de kern van de landmacht geïntegreerd met het Duitse Heer in één legerformatie. Andere onderdelen, zoals opleidingen, logistiek, genie en medische troepen blijven buiten de integratie. Ook het Korps Commandotroepen (KCT) blijft zelfstandig. Overigens is een groot deel van de ondersteunende eenheden (zoals de artillerie) in de afgelopen jaren vanwege bezuinigingen uit de brigades gehaald. Nu er weer geld is voor defensie krijgen de 43ste en 13de Brigade weer hun eigen pantserhouwitsers. Die komen dus ook in de nieuwe Duits-Nederlandse eenheid terecht. Deze binationale strijdmacht gaat zoveel mogelijk werken met hetzelfde materieel, en zal vechten met dezelfde procedures. Ook wet- en regelgeving wordt gelijkgetrokken. De nieuwe Duits-Nederlandse divisies zijn zo een impuls voor nog verdere integratie. Plannen voor het samenvoegen van de landmachtstaven in Utrecht en Strausberg zijn er nog niet. Maar op de Kromhoutkazerne in Utrecht sluit men niet uit dat dat op termijn ook gebeurt.

2 Wat vindt de Nederlandse politiek van de voorgenomen samenwerking?

De steeds nauwere samenwerking tussen de Duitse en Nederlandse landmachten kan op veel politieke steun rekenen, maar de integratie van álle brigades ligt gevoelig.

In de Defensienota 2022 meldde minister van Defensie Kajsa Ollongren weliswaar dat de integratie zal worden voortgezet, maar er werd niets vermeld over het opgaan van de 13de Brigade in de 10de Panzerdivision. In antwoord op Kamervragen schreef Ollongren dat deze stap wordt „onderzocht”. Een definitief besluit moet nog worden genomen, zo meldt het ministerie.

Defensiewoordvoerders in de Tweede Kamer zijn niet verrast over de plannen, maar hebben nog wel vragen. „Op zich is dit geen verkeerde ontwikkeling”, zo zegt Peter Valstar (VVD). „Ik wil wel nog meer weten hoe dit verder wordt uigewerkt, hoe het zit met de bevelstructuur.” SP-woordvoerder Jasper van Dijk heeft vragen over de Nederlandse soevereiniteit. „Wordt Nederland niet feitelijk een onderdeel van de Duitse krijgsmacht? Een grondig debat is nodig.” D66 – een fel voorstander van Europese defensiesamenwerking – is enthousiast. Europese krijgsmachten moeten snel veel meer gaan samenwerken”, tweet woordvoerder Alexander Hammelburg. „Het bundelen van Nederlandse en Duitse landmacht is een schoolvoorbeeld.”

3 Heeft Nederland straks nog zeggenschap over de Koninklijke Landmacht?

De integratie van Nederlandse brigades in een Duitse legerstructuur wil niet zeggen dat Berlijn het voor het zeggen krijgt. Nederland beslist nog altijd zelf of het zijn militairen wil inzetten voor missies in het buitenland, zoals in Afghanistan of Mali. Maar de intensieve samenwerking met de Duitsers schept ook verplichtingen, het betekent dat er meer met elkaar moet worden afgestemd. Met het integreren van legereenheden levert Nederland daarom onherroepelijk beslissingsmacht – en dus soevereiniteit – in. Als het gaat om de verdediging van het NAVO-grondgebied (die weer bovenaan de agenda staat sinds de oorlog in Oekraïne) is dat overigens nauwelijks een bezwaar. Volgens artikel 5 van het NAVO-handvest betekent een aanval (van bijvoorbeeld Rusland) op een van de NAVO-lidstaten een aanval op het hele bondgenootschap. In dat geval zullen de NAVO-landen altijd samen optrekken. Duitsland en Nederland zullen dan vechten met hun drie binationale divisies.


Lees ook: Geld voor defensie is er genoeg, maar nog lang geen pantserwagen of periscoop

4 Waarom zijn de Duitsers zo’n aantrekkelijke partner voor Nederland?

De Duits-Nederlandse samenwerking gaat terug tot de Koude Oorlog, toen Nederlandse militairen permanent in Duitsland waren gelegerd. De Koninklijke Landmacht heeft veel Duits materieel, zoals de Leopard 2, de Boxer-pantserwagens of het Fennek-verkenningsvoertuig. De betrekkingen tussen Berlijn en Den Haag zijn goed, al neemt Nederland op veiligheidsgebied vaak een harder standpunt in dan de regering-Scholz, zoals bij de levering van militair materieel aan Oekraïne.

Net als de Nederlandse krijgsmacht verkeert de Bundeswehr na bijna dertig jaar bezuinigingen in een slechte staat. Maar ook in Duitsland gaat dat veranderen, na de door door Berlijn aangekondigde Zeitenwende, een ommekeer in het defensiebeleid. De Bundeswehr kan rekenen op een eenmalige investering van 100 miljard euro, en de komende jaren zal de defensiebegroting naar de NAVO-norm van 2 procent van het bbp worden gebracht. Dat maakt de Bondsrepubliek, de grootste economie van Europa, tot een van de belangrijkste spelers binnen de NAVO – een aantrekkelijke partner voor de Nederlandse landmacht.

5 Is de Duits-Nederlandse integratie de opmaat van een Europees leger?

Zeker niet. Hoewel vooral Frankrijk graag zou zien dat de EU een grotere militaire rol krijgt, blijven de Europese prestaties ver achter bij de ambities. Sinds enkele jaren heeft de EU ‘battle groups’ paraat voor missies in het buitenland, maar deze zijn nog nooit ingezet. Vorig jaar werd de EU het eens over een nieuw defensie- en veiligheidsbeleid (het ‘Strategische Kompas’) dat voorziet in een interventiemacht van zo’n 5.000 militairen. Veel EU-lidstaten voelen echter weinig voor concurrentie tussen de EU en de NAVO op militair gebied. Het Noord-Atlantisch Bondgenootschap – en dus de betrokkenheid van de VS – blijft de hoeksteen van de Europese veiligheid. De vergaande integratie van de Duitse en Nederlandse landmachten past in de strategische planning van de NAVO, waar meer nadruk is komen te liggen op het opereren met grote militaire eenheden, zoals divisies (10 tot 20.000 militairen).