Fulvia was voor geen enkele machtige man bang

Rond 40 v.Chr. schreef Octavianus, de latere Romeinse keizer Augustus, een scabreus epigram over Fulvia, de vrouw van zijn grootste opponent Marcus Antonius. Zij had hem militair uitgedaagd en in reactie daarop noteerde Octavianus: „Omdat Anthonius Glaphyra neukt, heeft Fulvia mij veroordeeld tot de volgende straf: ze moet door mij geneukt. Moet ik Fulvia neuken? […] Dat zou niet wijs zijn. Neuk mij of laten we strijden zegt ze. Maar wat als mijn pik mij dierbaarder is dan mijn leven? Geef het signaal tot de strijd.”

Het vulgaire epigram laat volgens Jane Draycot, de auteur van het onlangs verschenen Fulvia, de vrouw die alle regels van het oude Rome schond zien hoe „in een door mannen gedomineerde samenleving gereageerd wordt op een vrouw die macht uitoefent. Ze wordt afgeschilderd als seksueel onverzadigbaar, manipulatief en onbetrouwbaar. Dat gold dus in hoge mate voor Fulvia, een vrouw die openlijk haar macht toonde en uiteindelijk zelfs de confrontatie zocht met de machtigste man in het Rijk.”

Omdat het leven van Fulvia, (voluit Fulvia Flacca Bambula ca. 80 v.Chr.- 40 v.Chr.) zich afspeelt in een van de roerigste periodes van de Romeinse geschiedenis, het einde van de Republiek en de opkomst van het Keizerrijk, een periode die door latere historici uitgebreid is gedocumenteerd, kennen we veel van de feiten uit haar leven. Maar wat weten we van haar drijfveren? Wie waren haar vrienden en vooral: wie waren haar vijanden? Jane Draycot schreef daarover een schitterend boek.

Het begint als een thriller. Bij een straatgevecht tussen twee elkaar bestrijdende Romeinse politieke fracties wordt een van de leiders, Publius Clodius Pulcher, de echtgenoot van Fulvia, vermoord (18 januari 52 v.Chr.). Een moord met gevolgen. Want Fulvia besluit niet om, zoals van haar verwacht werd, de rol van treurende weduwe aan te nemen en de juridische en politieke strijd, die de gevolgen waren van de dood van haar man, aan haar mannelijke familieleden en vrienden over te laten, maar neemt het heft in eigen handen. Ze betreedt het Forum om daar publiekelijk de moordenaar van haar man aan te klagen. En met succes. Milo, de leider van de moordenaarsbende, wordt verbannen. Dat is echter niet het enige dat ze weet te bereiken. Dankzij haar optreden in de rechtszaak weet ze zich verzekerd van de steun van de achterban van haar vermoorde echtgenoot.


Lees ook

Bij Augustus is alles koek en ei

Buste  Keizer Augustus, 1ste eeuw v. Chr. in Vaticaanse musea, Rome

Werd haar optreden na Clodius dood door delen van de traditionele Romeinse elite al gezien als ‘onvrouwelijk’ en niet passend voor een Romeinse dame van stand, toen zij zonder de gebruikelijke rouwperiode af te wachten opnieuw in het huwelijk trad met Gaius Scribonius Curio werd ze ronduit vijandig bekeken.

Kansen grijpen

Draycot beschrijft hoe Fulvia haar zinnen op hem zet. „Fulvia zag in hem iemand die kansen wist te grijpen. Hij was daardoor voor haar duidelijk de man die zou weten te profiteren van haar toegang tot Clodius’ aanhang.”

Haar plannen, een consulschap voor haar man en grotere politieke invloed voor zichzelf en haar nakomelingen (ze had intussen drie kinderen), werden echter in de kiem gesmoord doordat Curio al drie jaar na hun huwelijk stierf.

Opnieuw besluit Fulvia niet bij de pakken neer te gaan zitten. Ze trouwt binnen een jaar opnieuw, deze keer met een van Curio’s beste vrienden, Marcus Antonius.

Het is een beslissing met vergaande gevolgen. Door haar relatie met Antonius belandt Fulvia weliswaar op de bovenste trede van de Romeinse politiek, ze raakt ook definitief verzeild in het mijnenveld van politieke intriges, wisselende allianties, vriendschappen en vijandelijkheden, strategische huwelijken en dito scheidingen. Uiteindelijk is ze zelfs betrokken bij de moord op Caesar en de daarop volgende machtsstrijd tussen Octavianus en haar echtgenoot.

Daarmee keren ook haar kansen. Haar vijanden, onder aanvoering van Cicero, worden steeds talrijker. Ook de spanningen tussen haar echtgenoot en Octavianus nemen steeds grotere vormen aan. In een uiterste poging de relatie te herstellen moet Fulvia toestaan dat haar dochter Claudia als zoenoffer uitgehuwelijkt wordt aan Octavianus. De daarop volgende nieuwe alliantie tussen Octavianus en Antonius levert Fulvia nog een keer succes op. Zij weet de naam van aartsvijand Cicero op de proscriptielijst (een lijst met namen van vijanden van de staat die zonder rechtszaak door iedereen gedood mochten worden) te krijgen. Later wordt het gerucht verspreid dat zij de tong in het afgehakte hoofd van Cicero als nog met naalden heeft doorboord.

Cleopatra

Lang heeft ze niet van haar succes kunnen genieten, omdat Marcus Antonius zich in het oosten in de nesten werkte. Door zijn buitenechtelijke escapades met de Cappadotische prinses Glaphyra en zijn toenadering tot Cleopatra viel hij bij Octavianus in ongenade en sleepte hij ook Fulvia mee.

In een uiterste poging om Antonius naar Italië terug te krijgen verbreekt Fulvia in 40 v.Chr. de laatste banden met Octavianus, verzamelde haar eigen troepen, vooral bestaande uit veteranen uit de legioenen van Marcus Antonius, en begint een openlijke oorlog. Een strijd die zij na een maandenlange belegering van Preaneste, het huidige Perugia, verliest. Ze vlucht met haar kinderen naar Griekenland waar zij, door iedereen verguist, nog in hetzelfde jaar sterft.

Draycot beschrijft leven, strijd en politieke aspiraties van een vrouw die zich niet aan de regels hield. Een vrouw waarover de historicus Plutarchus schrijft: „Zij had haar hele leven gedrag vertoond dat een Romeinse vrouw onwaardig was.”