De nieuwe Franse premier François Bayrou heeft woensdagavond twee moties van wantrouwen overleefd. Slechts 128 afgevaardigden hebben vóór de belangrijkste motie gestemd die zijn regering had doen vallen – om de motie te laten aannemen waren 289 stemmen nodig. Daarmee lijkt Bayrou als premier een langer leven beschoren dan zijn voorganger, Michel Barnier. Die werd begin december na vier maanden premierschap door het parlement weggestemd.
De moties waren maandag ingediend nadat Bayrou in de Assemblée nationale, de Franse Tweede Kamer, de staatsbegroting voor 2025 en de begroting voor de financiering van de sociale zekerheid zonder stemmingen doordrukte. Daarvoor gebruikte hij het omstreden grondwetsartikel 49.3.
Anders dan Barnier, die sneefde toen de linkse én de radicaal-rechtse oppositie zijn begroting niet steunden, slaagde Bayrou erin om het linkse blok uit elkaar te spelen.
De uiterst linkse partij La France Insoumise diende de moties van wantrouwen in, maar de centrum-linkse Parti Socialiste (PS) van oud-president François Hollande steunde de moties niet. Daarmee is toekomst van de linkse samenwerking, die bekend staat onder de naam Nouveau Front Populaire (NFP), zeer onzeker.
De PS zegt te hechten aan het “nationaal belang”. En dat is, zegt partijleider Olivier Faure: “Frankrijk een begroting geven en [het land] in staat stellen weer aan het werk te gaan”. Volgens hem betekent de steun voor de begroting niet dat zijn partij nu ook automatisch de regering van Bayrou blijft steunen.
Maar elders op links is geïrriteerd gereageerd. „Het NFP heeft nu een partij minder”, zei de uiterst linkse politicus Jean-Luc Mélenchon, de geestelijk vader van de linkse samenwerking.
Om aan enkele wensen van vooral de PS tegemoet te komen laat Bayrou het begrotingstekort van Frankrijk dit jaar nog iets verder oplopen. Barnier hield rekening met een tekort van 5 procent, Bayrou komt op 5,4 procent. De norm binnen de eurozone is 3 procent.
Vriendendienst
Aan de steun van de PS voor de begroting ging een geraffineerd politiek spel vooraf. Volgens de entourage van Macron heeft de benoeming door Bayrou van minister van Financiën Éric Lombard een belangrijke rol gespeeld. Dat is een vertrouweling van PS-voorman Olivier Faure die, begin jaren negentig, nog adviseur was van PS-minister Michel Sapin. Zonder begroting was Lombards ministerschap snel voorbij geweest.
Wat ook meespeelde is dat François Hollande in 2012 president kon worden dankzij de steun van Bayrou. De huidige premier was destijds presidentskandidaat namens de door hem opgerichte middenpartij Modem. Toen hij in de eerste kiesronde niet genoeg stemmen kreeg, adviseerde hij zijn kiezers in de beslissende ronde op Hollande te stemmen en niet op zittend president Nicolas Sarkozy. Die steun is Hollande, die nu weer gewoon parlementslid is en van de PS weer een geloofwaardige bestuurderspartij wil maken, niet vergeten.
Anders dan in december bij Barnier, steunde nu ook de radicaal-rechtse Rassemblement National van Marine Le Pen de moties van wantrouwen niet. De partij wil twee jaar voor de belangrijke presidentsverkiezingen van 2027 een zeker verantwoordelijkheidsbesef uitstralen. Le Pen kreeg in december veel kritiek toen ze ondanks toezeggingen van Barnier de premier toch wegstemde en Frankrijk verder in een politieke crisis stortte.
Die crisis begon toen president Emmanuel Macron na de verloren Europese verkiezingen van juni 2024 tussentijdse parlementsverkiezingen uitriep en geen enkel politiek blok daarbij een duidelijke meerderheid behaalde.
Lees ook
Bankier ‘van links’ moet politiek rumoerig Frankrijk een begroting gaan geven
