Het Openbaar Ministerie van Parijs heeft donderdag een voorwaardelijke celstraf van achttien maanden en een boete van 20.000 euro geëist tegen de 76-jarige Franse steracteur Gérard Depardieu.
Hij wordt vervolgd wegens seksueel misbruik van twee vrouwen en riskeert een maximale straf van vijf jaar en een boete van 75.000 euro. De slachtoffers, een decorontwerpster en assistent-regisseur, stellen tijdens de opnames van de film Les Volets Verts (2022) te zijn aangerand.
Depardieu ontkent schuldig te zijn aan aanranding, al erkende de acteur dinsdag wel dat hij vulgaire en seksueel getinte opmerkingen had gemaakt tegen de decorontwerpster. Hij gaf toe haar heupen te hebben vastgegrepen tijdens een ruzie, maar ontkende dat zijn gedrag seksueel van aard was.
Het is niet de eerste keer dat Depardieu beschuldigd wordt van seksueel grensoverschrijdend gedrag. In 2018 werd hij aangeklaagd voor verkrachting door actrice Charlotte Arnould. Sindsdien hebben meerdere vrouwen soortgelijke beschuldigingen geuit.
Lees ook
Als Depardieu begint te praten bij zijn proces wegens seksueel wangedrag, verkruimelt zijn stevige uiterlijk
Op dinsdag 1 juli treedt de spreidingswet officieel in werking: asielzoekers moeten vanaf nu eerlijker over Nederland worden verdeeld. Althans, op papier. Want hoewel de wet al sinds februari 2023 van kracht is, voldoet op de dag van invoering slechts een derde van de gemeenten aan hun taak. De centrale ambitie – structurele, eerlijke verdeling van asielopvang – blijft daarmee ver buiten bereik.
Dat is een pijnlijke constatering. De opvangcrisis is geen verrassing, maar een vertraagde ramp die al jaren zichtbaar op Nederland afkomt. Ondanks de relatief stabiele asielinstroom sinds 2022 is slechte opvang staand beleid geworden. Niet vanwege overmacht, maar door landelijke politieke keuzes.
Asielopvang is een zelfgecreëerd probleem. De spreidingswet kan daar een oplossing voor zijn: geen eindeloze smeekbedes van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) aan gemeenten, maar een wettelijke basis voor eerlijke verdeling. Daarmee kunnen de lasten én de weerstand worden gespreid. En kan Nederland eindelijk afrekenen met het structurele tekort aan opvangcapaciteit en de jaarlijkse cyclus van crisis, noodopvang en politieke paniek.
Want zo wordt het probleem nu aangepakt: telkens ad hoc opschalen en weer afbouwen. Terwijl instabiele opvang, volgens het COA zelf, „de moeder van alle knelpunten” is. Uit de jaarlijkse Stand van de uitvoering blijkt bovendien dat structurele financiering de kosten juist flink zou verlagen. Nu is de opvang onnodig duur, kwetsbaar en inefficiënt.
Maar zelfs bij zo’n zwaar instrument als wetgeving, nog ingevoerd onder Rutte IV, ontbreekt bestuurlijke daadkracht. De cijfers zijn veelzeggend: van de beoogde dertigduizend extra opvangplekken zijn er op 1 juli slechts tienduizend gerealiseerd, analyseerde NRC. De helft daarvan betreft noodopvang – duurder én instabieler dan reguliere opvang.
Het is de tragiek van een wet die nooit politiek werd gedragen. Vanaf het begin hing het zwaard van Damocles erboven: voormalig PVV-minister Faber werkte al aan afschaffing, en ook nu werkt het ministerie van verantwoordelijk demissionair minister Mona Keijzer (BBB) aan een voorstel om de wet in te trekken. Zo ondermijnt Den Haag de enige serieuze poging tot structurele opvang én de inzet van gemeenten die wel willen.
Dat heeft niet alleen gevolgen voor asielzoekers, die door de vaak tijdelijke aard van de opvang geregeld – en vaak halsoverkop – moeten verhuizen. Kinderen moeten van school wisselen, opgebouwde sociale contacten vallen weg, en medische zorg moet telkens opnieuw worden aangevraagd. Ook het draagvlak voor opvang in Nederland lijdt eronder: het aanhoudende beeld van een permanente crisis ondermijnt het vertrouwen in goed beleid.
Iedereen erkent dat het ingewikkeld is. Maar ingewikkeld is niet hetzelfde als onoplosbaar. De opvangcrisis is geen natuurverschijnsel, maar een bestuurlijk probleem – en dus bestuurlijk oplosbaar. De wet ligt er. Gemeenten tonen inzet. Het COA is actief. Wat rest, is politieke wil.
De spreidingswet is de beste oplossing tot nu toe. Maar dan moeten bestuurders haar wél uitvoeren.
Oliebedrijven Shell en BP willen hun afspraken met de regering over vergroening niet nakomen. Dat schrijven minister Sophie Hermans (Klimaat & Groene Groei, VVD) en staatssecretaris Thierry Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu, VVD) maandag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet-Rutte IV nodigde in 2022 de twintig meest vervuilende bedrijven van Nederland, waaronder Shell en BP, uit aan de onderhandelingstafel. Als de bedrijven meer zouden verduurzamen dan de wet voorschrijft, zou het Rijk hen belonen met financiële steun. Het inmiddels demissionaire kabinet-Schoof nam de gesprekken over. Olie- en gasbedrijf ExxonMobil en chemiebedrijf Sabic wilden überhaupt geen intentieverklaring ondertekenen.
46 megaton CO2
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stootte de Nederlandse industrie vorig jaar 33 procent van het totale aantal broeikasgassen uit: ongeveer 46 megaton CO2. Om de klimaatdoelen van 2030 te halen, moeten industriële bedrijven hun broeikasgasuitstoot terugbrengen tot 29 megaton.
Shell had in zijn eentje een uitstoot van 6,7 megaton CO2 in 2020; het kabinet en het bedrijf spraken een reductie af van 3,9 megaton tegen 2030. Uit een overzicht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei blijkt nu echter dat het oliebedrijf de projecten om dat doel te halen „onvoldoende concreet uitgewerkt” vindt.
Daarbij kampt het bedrijf naar eigen zeggen met onder meer „sterk gestegen projectkosten, verslechterde marktomstandigheden en vertraging van elektriciteitsinfrastructuur”. Daardoor zou „versnelling van de verduurzaming” voor Shell niet haalbaar zijn.
Waterstofproject gepauzeerd
BP streefde bij zijn olieraffinaderij in de Rotterdamse haven naar een reductie van 1,2 megaton CO2 in 2030. Een afname van 60 procent ten opzichte van 2020, toen de uitstoot iets meer dan 2 megaton bedroeg. Het bedrijf zei de doelen te gaan halen via koolstofarme waterstof, maar uit zijn eigen emissiecijfers blijkt dat het in de jaren daarna juist méér ging uitstoten. In 2023 bedroeg de CO2-uitstoot 2,14 megaton.
Inmiddels is het waterstofproject gepauzeerd, schrijven de minister en staatssecretaris. Volgens het ministerie onderzoekt BP „alternatieve verduurzamingsopties”.
Afgelopen november berichtteNRC over discussies tussen de ministeries Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW), die betrokken zijn bij de verduurzaming van de Nederlandse industrie. Uit documenten bleek dat de departementen er fundamenteel andere ideeën op nahielden, waardoor bedrijven in verwarring verkeerden.
Lees ook
Gaat er weer een klimaatmaatregel het raam uit? Rechtse meerderheid wil van CO2-heffing af
Prinses Amalia gaat volgend jaar als werkstudent aan de slag bij het Defensity College in Amsterdam. Daar wordt ze opgeleid tot militair reservist. Daarnaast gaat de oudste dochter van koning Willem-Alexander een bacheloropleiding Nederlands Recht volgen, ze is bijna klaar met de interdisciplinaire studie Politics, Psychology, Law and Economics aan de Universiteit van Amsterdam.
De prinses (21) vertelde over haar verdere studieplannen tijdens een persgesprek in de tuin van Huis ten Bosch, na afloop van de halfjaarlijkse fotosessie met het gezin – dat zus Alexia „een bonding-momentje” noemde voor haar en haar zussen. Amalia studeert in Amsterdam, Alexia in Londen, Ariane rondde haar middelbare school af aan het United World College Adriatic in het Italiaanse Duino.
Als iedereen wat minder overal een mening over zou hebben, zou het land er mooier uitzien
Ariane werd twee maanden geleden achttien en was daarom voor het eerst bij het persgesprek. Op de vraag hoe ze zichzelf zou omschrijven – over de prinses is weinig bekend – antwoordde ze dat ze dat moeilijk vond. Haar zussen hadden er minder moeite mee om te vertellen waarvoor ze bij hun jongste zus zouden aankloppen. Bij Ariane kan je terecht voor „een luisterend oor”, zei Amalia. Alexia: „En de leuke kleren.” Ariane: „Maar daarvoor wordt niet aangeklopt. Dan wordt de deur gewoon opengedaan.”
Ze noemden haar verder grappig, zachtaardig en slim – al raakt hun zusje wel vaak spullen kwijt. Volgens Amalia is Ariane goed met getallen, terwijl de kroonprinses zichzelf meer omschreef als een alfa.
Lees ook
Koning bedankt Spanjaarden, die Amalia maandenlang opvingen na zware bedreigingen
Mening
De koning en koningin hoorden het allemaal met een glimlach aan. Fel werd de koning even toen tijdens het gesprek met de schrijvende pers aan zijn dochter werd gevraagd hoe het is om als lid van het Koninklijk Huis wel een mening te mogen hebben, maar die niet te kunnen uiten.
Amalia antwoordde dat ze geen belemmeringen voelt. Ze keek naar haar vader en hartstochtelijk zei hij dat het gezin heel veel kan zeggen. Er bestaat, zo vindt Willem-Alexander, een heel verkeerd beeld van ministeriële verantwoordelijkheid. Volgens artikel 42 van de Grondwet is de Koning onschendbaar en zijn ministers – in casu de premier – verantwoordelijk voor het handelen van de vorst.
Willem-Alexander wilde graag duidelijk maken dat hij zijn toespraken zélf schrijft, dus niet zomaar oplepelt wat een minister wil. De ministeries lezen de speeches wel tegen. Maar na veertig jaar weet de koning volgens eigen zeggen wel wat hij wel of niet kan zeggen – zijn toespraken gaan nooit in tegen regeringsbeleid. Zijn ideeën staan dus volgens de koning in al die toespraken – alleen de Troonrede op Prinsjesdag is niet de zijne.
Hij herhaalde wat hij in 2023 in de podcast Door de ogen van de koning zei: „Spreken is zilver, zwijgen is goud.” Ook herhaalde hij dat als „iedereen wat minder overal een mening over zou hebben, het land er mooier uit zou zien”. Zijn oudste dochter had zich eerder in dergelijke bewoordingen uitgelaten.
Trump
Op de vraag wat ze dachten van hun Amerikaanse logé vorige week dinsdag – president Trump logeerde in de Haagse vleugel van Huis ten Bosch – gaven vader en dochter dan ook diplomatiek antwoord. Willem-Alexander noemde het als staatshoofd een van zijn taken „een belangrijke bondgenoot” uit te nodigen.
Een kort moment van na het ontbijt, waarop koningin Máxima met getuite lippen Trump lijkt na te doen, ging vorige week op sociale media viral. Daarnaar gevraagd, zei de koningin dat ze achter de camera’s iemand bedankte en „thank you” zei.
Amalia noemde de ontmoeting met de Amerikaanse president een „bijzondere”. Bij het diner zat ze aan tafel tussen de Franse president Macron en Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie. Met name het gesprek met de laatste had Amalia „ontzettend cool” gevonden. Haar afstudeerscriptie gaat over deepfakes die door AI zijn gemaakt en Europees recht. „Ik mocht bepaalde dingen vragen waar ik enthousiast over was. Daar heeft ze ook heel lief antwoord op gegeven.”
Lees ook
Niets is aan het toeval overgelaten als prinses Amalia de Den Helder doopt