Franse jihadist en IS-beul krijgt nog eens levenslang: ‘Ik heb van geen enkele daad spijt’

‘Ik ben een terrorist geweest en ik zal me daar nooit voor verexcuseren. Ik heb van geen enkele dag, geen enkel uur, geen enkele daad spijt.” Nog één kans om mijn kant te laten zien, nog één kans om te choqueren, moet Mehdi Nemmouche (39) gedacht hebben toen hij vrijdagochtend voor het laatst het woord mocht nemen in de Parijse rechtszaal waar hij terechtstond voor het martelen en vasthouden van gevangenen van terreurgroep Islamitische Staat in Syrië in 2013 en 2014.

Nemmouche vertelt hoe hij tot zijn daden kwam. Dat hij besloot terrorist te worden toen George W. Bush na de aanslagen van 9/11 in 2001 zei: „of je hoort bij ons, of bij de terroristen”. Dat IS in zijn ogen „een kleine speler is vergeleken met de VS”. Dat „het Syrische volk dankzij terrorisme is bevrijd van de dictatuur”. In deze verdraaide werkelijkheid is Nemmouche geen sadist, maar een held. „Ik zal nooit een verslagen man zijn.”

Verslagen of niet, Nemmouche moet de rest van zijn leven achter de tralies doorbrengen. Vrijdagavond veroordeelde de rechter hem tot een levenslange gevangenisstraf voor het gijzelen, vasthouden en martelen van verschillende westerse gijzelaars. Dit komt bovenop de levenslange straf die hij in 2019 kreeg voor het doodschieten van vier mensen in het Joods Museum in Brussel in 2014. Vier medeverdachten (van wie twee afwezig en waarschijnlijk dood) kregen eveneens zware celstraffen opgelegd. Nemmouche hoorde het vonnis vrijdag onbewogen aan.


Lees ook

Salah Abdeslam wil vergiffenis, maar ook applaus

Hoofdverdachte Salah Abdeslam, vorige week. „Ik wil voor altijd worden vergeten.”

Herkend door gevangenen

De uit het Noord-Franse Roubaix afkomstige Nemmouche – die jong in de criminaliteit belande, radicaliseerde in de gevangenis en zich begin 2013 in Syrië aansloot bij IS – was volgens de rechter bewaker in een gevangenis van Islamitische Staat. Hij ‘werkte’ in martelkamers in de kelders van een ziekenhuis in Aleppo, waar tussen 2012 en 2014 25 westerse journalisten en humanitaire medewerkers vastzaten. Zestien overleefden, de rest werd geëxecuteerd – video’s van de onthoofding van onder anderen de Amerikaan James Foley gingen de wereld over.

Toen Nemmouche in 2014 in de media kwam na de viervoudige moord in Brussel, belde oud-gevangene en journalist Nicolas Hénin de autoriteiten omdat hij hem herkende uit Aleppo. Drie andere Franse oud-gevangenen en journalisten hebben hem vervolgens ook herkend, vooral aan zijn stem en zijn „obsessie” met Franse chansons die hij in de IS-martelkamers zong. Nemmouche zou zijn gevangenen onder meer hebben geslagen met knuppels, hun vingers hebben verbrijzeld, elektrische schokken hebben uitgedeeld en hebben gedaan alsof hij ze ging executeren (Nemmouche ontkent deze daden te hebben gepleegd en zegt de journalisten niet te kennen).


Lees ook

Man die viertal doodde bij Joods Museum was terrorist, geen ‘lone wolf’

Tekening van Mehdi Nemmouche tijdens zijn rechtszaak op 26 juni 2014.

De officier van justitie noemde Nemmouche eerder deze week „het gezicht van jihadistische barbaarsheid”. Hij wees erop dat Nemmouche en zijn medeverdachten zichzelf onterecht neerzetten als vrijheidsstrijders. Westerse gijzelaars werden doorgaans langer in leven gehouden om druk te zetten op westerse regeringen terwijl Syriërs willekeurig „bruut mishandeld en geëxecuteerd” werden. „Het laat zien hoe weinig respect zij toonden voor de Syrische bevolking die ze pretendeerden te beschermen.”