N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wekelijks een opmerkelijk beeld van een wetenschappelijke gebeurtenis
Je kunt erover twisten hoe het nieuwe tijdperk is begonnen: met de atoombom, de stoommachine of misschien al de vroege landbouw. Maar op de schaal van de diepe, geologische tijd, 4,5 miljard jaar, zijn zulke tijdstippen allemaal ‘nu’. ‘Nu’ is het Antropoceen – over de naam wordt ook getwist – waarin de mens zijn omgeving niet alleen ondergaat, maar deze in toenemend tempo verandert.
In deep time kijk je meestal terug, naar de veranderingen op de planeet die je nu terugvindt als lagen gesteente. Vulkaanuitbarstingen en stollend magma, botsende aardschollen. De kalk op een oceaanbodem die de White Cliffs of Dover werd. Nieuw leven en uitsterven waarover fossielen vertellen. Je kunt je ook afvragen hoe ons tijdperk er in de toekomst in het ‘geologisch archief’ uit zal zien. Stel dat er dan nog – of weer – iemand is om het te zien.
Stephen Cornford, een Britse kunstenaar, doet er een gooi naar. Hij haalde een iPhone uit elkaar en verhitte de onderdelen in een laboratoriumoven die hij tot vulkanische hitte, 1.500 graden Celsius, opstookte. Van de resten maakte hij foto’s onder een microscoop die hij ‘petrografieën’ noemt en die wel wat lijken op het handgeschepte, gemarmerde papier van oude boekomslagen.
Of versteende ‘technofossielen’ er ooit echt zo uit zullen zien, is speculeren. Cornford gebruikte alleen een korte periode van hoge temperatuur, geen eonen van geringere hitte en extreme druk die in de aardkorst kunnen optreden. Maar dat ons elektronisch afval sporen zal nalaten, lijkt logisch. De wereld produceert jaarlijks zo’n 50 miljoen ton, waarvan minder dan een derde wordt gerecycled.
En je kunt denken dat ziljoenen selfies gewichtloos door de Cloud zweven, maar daarvoor is hardware nodig – accu’s, processors, beeldschermen, kabels, geheugenbanken – gemaakt uit delfstoffen. Van aluminium, silicium en koolstof tot adolinium, hafnium en lanthanum uit de onderste exotische rij van het periodiek systeem. Uiteindelijk zullen die allemaal in aardlagen opduiken.
Vroege fotografen zochten naar de juiste chemicaliën om het licht te vangen. En de foto’s uit het digitale tijdperk leveren hun mineralen ten slotte weer in. Toch kringloop. Stof zijt gij.