Een avond in de auto naast forensisch arts Jack Menke betekent 139 kilometer afleggen, negentien telefoontjes op de speaker, twee lijkschouwen, een zedenonderzoek, drie politiebureaus bezoeken, twee bloedproeven en een letselonderzoek vanwege huiselijk geweld.
„Dat ze heeft overgegeven, zegt niet zo veel. Is ze ook kortademig?”, vraagt Menke aan de arrestantenverzorger van het Rotterdamse politiebureau Marconiplein. Die belt voor de derde keer in korte tijd over een voor oplichting gearresteerde vrouw die alarm slaat over haar notenallergie. „Nee? Dan hoef je geen actie te ondernemen. Hou in de gaten of ze moeite krijgt met ademen.”
De vrouw dikt haar notenallergie aan, vermoedt Menke. „Niemand vindt het leuk om in de cel te zitten”, vertelt hij, terwijl hij de navigatie volgt naar een dorp buiten Rotterdam, waar zojuist een jonge vrouw is overleden. Een uur geleden viel ze dood neer tijdens het videobellen en hoewel de politie daar geen aanwijzingen voor heeft, moet Menke vaststellen of ze niet door een misdrijf is omgekomen.
Als Menke de stationwagen de hoek om stuurt, ziet hij agenten en verdrietige familieleden staan. Met dokterstas in de hand en gekleed in een grijs casual pak stapt hij eerst het huis van de buren binnen om de familieleden uit te leggen wat hij komt doen. Vervolgens betreedt hij met de politie het huis van de overleden vrouw.
Met de woorden „veel liefs” neemt de arts 55 minuten later afscheid. Het was geen misdrijf, maar de doodsoorzaak is vooralsnog een raadsel. Menke heeft de familie overtuigd aanvullend onderzoek te laten doen met het argument dat de vrouw mogelijk aan een erfelijke kwaal is overleden. Nog voor hij zijn koffers in de auto heeft gezet, wordt hij weer gebeld. „Met Menke van de FARR. Ja, ik ben onderweg.”
Laveloos
In een vorig leven bestreed Menke (59) als tropenarts hiv en aids in Zambia. Zo’n tien jaar geleden keerde hij terug naar Nederland, sindsdien werkt hij voor de particuliere organisatie Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond (FARR). Vorig jaar trad hij ook toe tot de directie. FARR werd ruim twintig jaar geleden opgericht door vijf politieartsen die elders emplooi moesten vinden omdat de politie niet langer zelf artsen in dienst wilde hebben. Momenteel levert FARR forensisch artsen in de politieregio Rotterdam, een gebied met 23 gemeenten en 1,75 miljoen inwoners dat van Goeree-Overflakkee tot Gorinchem loopt.
Menke maakt zich zorgen over de toekomst van de forensische geneeskunde. Die bestaat uit drie pijlers: naast lijkschouw en forensisch medisch onderzoek – na onder meer verkrachting of huiselijk geweld – is dat de medische arrestantenzorg. Jaarlijks sluit de politie zo’n 200.000 personen in. En zolang deze verdachten verblijven in het politiebureau, vallen ze onder de medische verantwoordelijkheid van een forensisch arts. Die controleert of het wel verantwoord is de – geregeld laveloze – arrestanten in de cel te houden, schrijft medicijnen voor en verricht lichte ingrepen, zoals verwondingen hechten.
Bij het kort geding is het centrale argument dat de politie de winnaar van de aanbesteding onjuist heeft beoordeeld
Maar dat deel van het vak dreigt te verdwijnen. De Nationale Politie heeft de medische arrestantenzorg voor alle tien politieregio’s los aanbesteed en afgelopen maart allemaal gegund aan een dochterbedrijf van de Arts en Zorg Groep, die ook de zorg aan asielzoekers levert. Dat betekent dat de huidige aanbieders, onder wie veel GGD’s, de arrestantenzorg kwijtraken. „Het is alsof je bij een keel-neus-oorarts het oor wegneemt”, zo haalt Menke een vergelijking aan die in de beroepsgroep rondgaat.
Tot aanbesteding is overgegaan op advies van een overheidscommissie onder leiding van ex-burgemeester van Maastricht Onno Hoes (VVD). Die onderzocht in 2017 het beroep van forensisch arts. In tegenstelling tot de lijkschouw en forensisch medische onderzoeken was de medische arrestantenzorg volgens de commissie een private taak die kon worden aanbesteed. Zo geschiedde, met enig oponthoud.
Lees ook
Medische misstanden in Nederlandse gevangenissen. ‘Ik kwam lopend binnen, en verliet de gevangenis in een rolstoel’
Cruciaal
Doelwater, het hoofdbureau van de Rotterdamse politie, belt Menke. Er is een man aangehouden die nog 43 dagen celstraf heeft openstaan. „Amlodipine 5 milligram, oxycodon 5 milligram, pantoprazol 40 milligram”, herhaalt Menke de medicijnen die de man dagelijks slikt. De agenten willen weten hoeveel ze mogen verstrekken. Menke geeft de avonddosering door en belooft voor het einde van zijn dienst, de man na te trekken en een recept uit te schrijven zodat de arrestant de komende dagen genoeg medicatie heeft.
De arts vervolgt zijn verhaal. „Die medische taak maakt het werk leuk en divers, omdat je ook mensen beter maakt. Als we ons alleen met dode mensen en het opnemen van letsel bezighouden, ben je veel minder dokter.” Bovendien is een forensisch arts gespecialiseerd in de zorg voor arrestanten en een reguliere (huis)arts niet.
De zorgen leven breder. Ook koepelorganisatie GGD GHOR Nederland waarschuwde afgelopen maart in een verklaring dat het grote gevolgen heeft voor de strafrechtketen als het beroep van forensisch arts minder aantrekkelijk wordt. In de keten spelen deze artsen, van wie Nederland er nog geen tweehonderd heeft, een belangrijke rol omdat ze letsel vaststellen bij slachtoffers van misdrijven en sporen zoals dna veiligstellen.
Vorige week nam de Tweede Kamer een motie aan van SP en GroenLinks-PvdA die benoemt dat de forensisch arts een cruciaal beroep is voor de strafrechtketen en rechtsstaat. De regering wordt onder meer verzocht te onderzoeken of de arrestantenzorg weer bij forensisch artsen kan worden belegd. „Als we deze pijler verliezen, verliest ons vak glans en charme, die wij nodig hebben om nieuwe collega’s aan te trekken”, schreef branchevereniging Forensisch Medisch Genootschap in maart in een verklaring.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133577017-4d119a.jpg|https://images.nrc.nl/sRVum7zsu-6KT4NHlUN5Vz1ioRE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133577017-4d119a.jpg|https://images.nrc.nl/M925U_523dPQAHdSi1LLPnfb1SQ=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133577017-4d119a.jpg)
Foto Kevin Vervoort / FARR
Wiskunde
Glans en charme zijn echter geen argumenten in de rechtszaal. Bij het kort geding deze vrijdag, dat naast FARR door enkele GGD’s en een andere private aanbieder wordt gevoerd, is het belangrijkste argument dat de politie de aanbestedingsinschrijvingen van de winnaar onjuist heeft beoordeeld.
Aanbestedingstrajecten van de overheid hebben veel weg van hogere wiskunde. De complexe werkelijkheid van een dienst als medische zorg wordt in kleine blokjes verdeeld met ieder een eigen weging. Beoordelaars van de aanbesteder kennen vervolgens punten toe op basis van wat bijvoorbeeld over samenwerken met derden (maximaal drie punten) of borging medische en wettelijke standaarden (maximaal zestien punten) naar voren wordt gebracht door degene die de aanbesteding wil binnenhalen. Alle punten worden bij elkaar opgeteld in een formule waarin ook de prijs zwaar meeweegt. Degene met de hoogste score wint de aanbesteding.
In dit geval dus Regionale Medische Diensten (RMD), een dochteronderneming van de Arts en Zorg Groep (128,6 miljoen euro omzet in 2023). Ook 22 huisartspraktijken en zorg voor asielzoekers worden onder de paraplu van het concern uitgevoerd. Volledig nieuw in de arrestantenzorg is het niet, RMD voert die momenteel al uit in de regio Haaglanden.
Onvoldoendes
Volgens de FARR-directie zou de prijs die RMD bood twee tot drie keer lager hebben gelegen dan van andere inschrijvers. Logisch dus, die gewonnen aanbesteding.
De advocaat van FARR, Frederik van Nouhuys, stelt echter dat de politie een cruciale fout heeft gemaakt bij de beoordeling van de aanbesteding. Voor de categorie ‘beschikbaarheid dienstverlening’ – of de organisatie tijdig medische zorg aan arrestanten kan leveren – scoorde RMD volgens de gunningsbeslissing van de politie in zes regio’s een onvoldoende.
De noodkreet dat het beroep van forensisch arts minder aantrekkelijk wordt, kan de Arts en Zorg Groep ‘niet volgen’
„De politie constateert dus bij het lezen van de onderbouwing van de offerte dat het volstrekt onwaarschijnlijk is dat ze krijgen wat ze hebben gevraagd: tijdige medische zorg. Maar omdat het bedrijf heel goed scoort op de prijs, krijgen ze alsnog de opdracht”, licht van Nouhuys telefonisch toe.
Terwijl: „Als je constateert dat je het gevraagde niet krijgt, moet je de inschrijving ongeldig verklaren”, vindt Van Nouhuys. Ter verdere onderbouwing stelt de advocaat in de dagvaarding dat „meerdere alarmerende rapporten” zouden zijn verschenen over de medische zorg door RMD aan asielzoekers.
Sterk
Arts en Zorg Groep vindt de kritiek onterecht. Het bedrijf laat in een reactie weten dat de zorg aan asielzoekers juist tot volle tevredenheid wordt uitgevoerd. Eerdere negatieve berichtgeving zou de zorg voor minderjarige asielzoekers door de GGD hebben betroffen.
Het lijkt Arts en Zorg Groep sterk dat het twee tot drie keer goedkoper is dan de concurrentie. Vermoedelijk is dat verschil te verklaren doordat de concurrentie de vergoeding vanuit de Zorgverkeringswet – die samen met een politiebijdrage het totaal aan inkomsten vormt – niet heeft verdisconteerd in de geoffreerde prijs.
Ook benadrukt Arts en Zorg Groep dat, kort na het winnen van de aanbesteding van de asielzorg, in 2018 op 55 locaties in Nederland huisartsenzorg aan asielzoekers werd verleend: het kan dus snel opschalen. De noodkreet dat het beroep van forensisch arts minder aantrekkelijk wordt, kan het bedrijf „niet volgen”.
Volgens de Arts en Zorg Groep hadden de aanbieders zich sinds het rapport van de commissie-Hoes eind 2017 kunnen voorbereiden op de losse aanbesteding van de medische arrestantenzorg. „Dat zij dit niet hebben gedaan, is volledig aan henzelf te wijten en niet aan de politie of de partij die uiteindelijk de aanbesteding gegund heeft gekregen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133577044-d8790e.jpg|https://images.nrc.nl/HS96QhNef5Nat1HfXbwAxyVl5ZE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133577044-d8790e.jpg|https://images.nrc.nl/5JNUdYbvD4FuVZChEZKerT7BMkY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133577044-d8790e.jpg)
Foto Kevin Vervoort / FARR
Lees ook
In de grootste gevangenis van Nederland zoekt Coenradie haar gelijk. ‘Ook hier blijkt weer dat je niet méér gevangenen op een cel kan zetten’
