FNV wil in 2024 tot 14 procent hogere lonen. Is zo’n forse eis nodig? ‘Vorig jaar moest de politiek pleisters plakken’

FNV en CNV bij een gezamenlijke cao-actie voor sociale ontwikkelbedrijven, die mensen met een arbeidsbeperking helpen bij het vinden en houden van een baan.

FNV en CNV bij een gezamenlijke cao-actie voor sociale ontwikkelbedrijven, die mensen met een arbeidsbeperking helpen bij het vinden en houden van een baan.

Foto Maarten Hartman/ANP

Interview

Zakaria Boufangacha vicevoorzitter FNV

De vakbond FNV zet in op automatische prijscompensatie, waarbij wordt vastgelegd dat lonen meebewegen met de inflatie.

Loonstijgingen van 5 tot 14 procent: daar gaat vakbond FNV volgend jaar aan de cao-tafels op inzetten. De eis voor 2024 — die maandag is vastgesteld door het ledenparlement van de vakbond — is „stevig” maar desalniettemin broodnodig, zo vindt de FNV. In veel cao’s is namelijk sprake van een forse ‘inflatie-achterstand’ na de hoge inflatie van de afgelopen jaren.

Naast de looneis zet de FNV in op automatische prijscompensatie, waarbij in een cao wordt vastgelegd dat lonen vanzelf meebewegen met de inflatie waar huishoudens mee te maken krijgen. Verder zet de vakbond in op een stijging van het minimumloon naar 16 euro.

De nieuwe looneis zal komend jaar voor de FNV de basis vormen bij de cao-onderhandelingen in verschillende sectoren. Maar hoe komt zo’n looneis tot stand, en wat voor effect kan het hebben? NRC vroeg het aan Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter en coördinator arbeidsvoorwaarden van de FNV.

De FNV komt voor komend jaar met een looneis van 5 tot 14 procent. Vanwaar die grote marge?

„Dat is een terechte vraag. Het is namelijk niet gebruikelijk: normaliter stellen we één specifieke looneis vast. Maar juist door de ongekende tijden, met hoge inflatie, zie je dat de verschillen tussen sectoren en organisaties enorm zijn.

Zakaria Boufangacha Foto Jeroen Jumelet/ANP

Aan de ene kant zien we mensen die voor een groot deel gecompenseerd zijn voor de stijgende prijzen. Een voorbeeld zijn werknemers van Ikea, waar in de cao-onderhandelingen een grote loonsverhoging van minimaal 13 procent is afgesproken. Anderzijds zijn er veel mensen die vallen onder een cao waarin de loonsverhoging minimaal is. Die mensen worden nu geconfronteerd met een flinke inflatie-achterstand.”

In welke sectoren is die achterstand het grootst?

„Dit speelt bijvoorbeeld in de bouwsector, die moet binnenkort een nieuwe cao af gaan sluiten. Ten tijde van de stijgende inflatie had de sector al een cao, daarom is er op dit moment een grote inflatie-achterstand. Ook in de zorgsector is dat een probleem. Vanuit de achterban van de FNV is er een grote roep om die sector aantrekkelijker te maken. Daarvoor is een compensatie van de achterstand erg belangrijk.”

Waar kijkt de FNV naar bij het vastleggen van de looneis?

„De berekening is in principe eenvoudig. We kijken eerst naar de inflatie van het afgelopen jaar. Daarbij nemen we een vaste maand: oktober. In die maand was de inflatie vorig jaar 14,3 procent. Vervolgens kijken we naar de verwachte inflatie van oktober dit jaar: die is erg laag, rond de 0 procent. Tot slot kijken we wat er is gerealiseerd qua loonsverhoging. In het cao-seizoen van 2023 zijn de lonen gemiddeld met 7,5 procent gestegen.

Wat overblijft is gemiddeld dus zo’n 7 procent aan inflatie die we nog niet in de lonen terugzien. Aan de onderhandelingstafel moeten we natuurlijk per cao gaan rekenen, kijkend naar wat er de afgelopen periode in een sector is gedaan.”

Sinds vorig jaar hanteert het CBS een nieuwe methode om de inflatie te berekenen. De oude methode, die de basis vormde van jullie looneis voor 2023, bleek volgens de nieuwe methode een stuk lager. Zijn de loonsverhogingen van vorig jaar daarmee niet juist te hoog geweest?

„Op de lange termijn maakt het verschil tussen de nieuwe en oude methodiek niet uit. Vorig jaar was de inflatie volgens de nieuwe methode inderdaad lager. Maar sinds november 2022 pakt de inflatie volgens de nieuwe methode juist hoger uit dan bij de oude methode, en inmiddels is het cijfer in beide methodes hetzelfde.”

De FNV komt niet alleen met een flinke looneis, maar zet ook in op het opnemen van automatische prijscompensatie in cao’s. Waarom allebei?

„De looneis gaat vooral over het repareren van een al ontstane inflatieachterstand. Daarnaast pleiten we, met oog op de toekomst, voor automatische prijscompensatie. Zo krijg je niet jaarlijks te maken met een inflatieachterstand, maar worden werknemers standaard gecompenseerd voor stijgende prijzen.”

Over het opnemen van automatische prijscompensatie in cao’s zijn ook zorgen. De Nederlandsche Bank waarschuwde eerder dat het zou kunnen leiden tot een loon-prijsspiraal, waarbij hogere lonen leiden tot hogere prijzen, die weer leiden tot hogere looneisen. Is dat wat u betreft terecht?

„Nee, dat is wat mij betreft volstrekt onterecht, er bestaat ook geen bewijs voor. We zien op dit moment historisch hoge winststijgingen bij bedrijven: er is juist veel ruimte. Het kabinet had het een jaar geleden al over collectieve verarming. We zien nu dat die verarming vooral bij werknemers terecht is gekomen, en dan vooral bij werknemers met een kleine portemonnee.

Waar ik tot mijn spijt weinig mensen over hoor, is dat het de standaard lijkt te zijn dat de lonen niet meebewegen met de inflatie. Vorig jaar zag je daarom dat de politiek allerlei pleisters moest gaan plakken. Automatische prijscompensatie geeft wat FNV betreft juist stabiliteit en duidelijkheid, ook voor bedrijven.”