In een vol Stade de France oogt Fleur Jong afgelopen zaterdag geconcentreerd, zelfverzekerd, soms zelfs ontspannen. Al in de eerste sprong geeft ze een demonstratie van explosiviteit, snelheid en sprongkracht: ze overschrijdt direct de zes meter, een afstand waar haar concurrentie zelfs niet bij in de buurt zal komen. Uiteindelijk prolongeert ze haar gouden medaille op 6,53 meter – ver voor de 5,87 meter van nummer twee Marlène van Gansewinkel.
Voor Frank Jol, de technische man achter Jong, kwam het niet als een verrassing. „Andere jaren presteerde Fleur grilliger, nu is ze zo stabiel”, zegt hij. Het maakt dat Jol „relaxed” kon toeleven naar de Paralympische Spelen in Parijs.
Het zijn de derde Spelen voor Jong. Deze donderdag komt ze opnieuw in actie op de 100 meter sprint, een afstand waar ze tot de topfavorieten behoort. Haar ouders Hans en Judith genieten van de prestaties van hun dochter.
Fleur Jong (28) groeide op in het Noord-Hollandse Middenbeemster. Ze tenniste en danste graag. Haar moeder vertelt dat Jong al jong „een enorme streber” was. „Dat zat als klein meisje al opgesloten in haar karakter. Of het nu ging om sport of school – ze wilde altijd het hoogst haalbare.”
Twaalf jaar geleden belandde Jong in het ziekenhuis met een gevaarlijke bacterie in haar bloed. Drie weken lag ze in coma. Toen ze ontwaakte, waren haar rechtervoet en -onderbeen, linkervoorvoet en -hiel en acht vingertoppen geamputeerd. Een revalidatieperiode van drie maanden volgde, waarin haar moeder contact legde met wijlen para-snowboarder Bibian Mentel.
De gesprekken met Mentel enthousiasmeerden Jong voor een sportcarrière. Op een talentendag van sportkoepel NOC-NSF zag bondscoach Guido Bonsen al snel dat ze para-atletiekpotentie had. „Hij herkende gelijk haar atletische bouw”, vertelt vader Hans Jong. „Fleur twijfelde op dat moment nog tussen rolstoelbasketbal en para-atletiek.”
‘Een soort springveer’
Bondscoach Bonsen zag wel dat Jongs linkerbeen kwetsbaar was. De huid rond haar hiel was fragiel en sprong snel open. Terwijl ze met rechts steeds beter kon lopen, remde haar linkerbeen de bewegingsvrijheid. Bonsen adviseerde in navolging van prothesemaker Frank Jol om ook het linkeronderbeen te laten amputeren.
„In het ziekenhuis hadden wij ons ook al afgevraagd of haar linkervoet er niet beter ook af kon”, zegt haar moeder Judith. „Het was letterlijk en figuurlijk een blok aan haar been, maar de artsen wilden aanvankelijk geen gezond weefsel amputeren. Ik heb brieven geschreven, talloze keren gebeld. Uiteindelijk gingen ze om.”
De komst van de tweede prothese markeerde een keerpunt in Jongs leven: ze verkoos atletiek boven basketbal – en kwam onder de hoede van trainer Bonsen.
Haar ouders beschrijven hoe hun dochter voor het eerst met haar sportprotheses de straat op ging, aan de hand van prothesemaker Frank Jol naar zijn werkplaats in Hoorn. Het begin was onwennig. „Het is toch een soort springveer, die redelijk onvoorspelbaar is. Maar Fleur heeft altijd al een goede balans gehad, dus kreeg ze de blades snel onder controle.”
Onder de vleugels van Jol en bondscoach Bonsen ontwikkelde Jong zich tot een ster in de paralympische atletiek. Jol en Bonsen zijn de enige twee die vlak voor een wedstrijd aan haar blades mogen komen. Ze beschouwt ze als haar wapens, die een zeer nauwkeurige afstelling vereisen. Een klein detail kan cruciaal zijn. De voorbije maanden stonden in het teken van het schaven en verbeteren van de techniek. Steeds weer zochten Jol en Bonsen naar nieuwe manieren om Jongs explosiviteit maximaal om te zetten in sprongkracht en snelheid.
„Soms stellen we een soepelere blade steviger af, een andere keer doen we een aanpassing aan het middenstuk”, vertelt Jol. „We zijn ook heel veel met de zool bezig op basis van de bewegingsanalyse en het contactvlak met de atletiekbaan.”
De pasvorm, uitlijning en positionering op de prothese – het zijn allemaal aspecten waar Jol en Bonsen aan sleutelen. Jol: „Bijvoorbeeld: hoe kunnen we meer progressie boeken in haar voorlaatste stap bij het verspringen? Hoe raak je de grond en hoe verlaat je die vervolgens? Op basis daarvan gaan wij weer sleutelen en verbeteringen testen.”
Asymmetrische blades
Een belangrijk moment was de winter van 2022. Jol testte twee verschillende zolen voor Jong. „Tijdens de aanloop wilden we voor de laatste en voorlaatste stap meer snelheid voor de afzet creëren”, legt hij uit. „Uiteindelijk krijgt Fleur meer hoogte als haar voorwaartse snelheid stijgt.”
De asymmetrische blades, waarbij links en rechts zowel qua zooldikte als sterkte van elkaar varieerden, zorgden voor meer sprongkracht. Voor het verspringen pakten de aanpassingen aan de zool goed uit, maar bij het sprinten bleken de symmetrische blades, die links en rechts exact hetzelfde zijn, juist geschikter.
Tijdens de Paralympische Spelen zelf speelt Jol „een minimale rol”, zegt hij. „Net als de ontwerper van de auto tijdens een Formule 1-race. Als die af is en de coureur heeft slecht gereden, zul je veel moeten sleutelen, maar een winnende auto heeft weinig aanpassingen nodig.”
In feite, zegt Jol, is de para-atletiek een materiaalsport. „Een blade is in feite een dood element en maakt iemand niet per definitie een betere sporter. Je kunt niet winnen dankzij een goede sportprothese, maar wel verliezen door een slechte.”
Neem de Nederlandse baanwielrenner en drievoudig olympisch kampioen Harrie Lavreysen, zegt Jol. „Hij rijdt op een relatief simpele fiets, maar die is tot in detail op hem afgestemd. Een andere renner op die fiets gaat Lavreysen niet verslaan. Onze blades zijn net als zulke fietsen zo gepersonaliseerd.”
93 kilometer per uur
De blades van Fleur Jong zijn gemaakt door de IJslandse fabrikant Össur. Het hoofdbestandsdeel is elastisch verend kunststof (carbon). De kunststofvezel is zo gekromd dat de blade zo soepel mogelijk afwikkelt tijdens het sprinten.
Het ontwerp van Jongs ‘Cheetah Xtreme’ is geïnspireerd op de achterpoot van een jachtluipaard, een van de snelste landdieren ter wereld. Bij een aanval kan het dier binnen enkele seconden accelereren tot 93 kilometer per uur. Het jachtluipaard ontwikkelt snelheid door zich eerst via de achterpoten af te zetten, waarna de rest van het lichaam zich als het ware vooruit katapulteert.
Een blade lijkt qua vormgeving op de achterpoot van een jachtluipaard. Het idee is dat de vorm van de blade tijdens de sprint energie opslaat en omzet in kracht voor de volgende beweging. Bij verspringen geldt hetzelfde principe als bij sprinten. „Maar de kracht en het momentum maken hier het verschil”, zegt Jason Bos van Össur. „Het gaat namelijk niet alleen om horizontaal verspringen, maar ook verticaal: de tijd dat de springer in de lucht blijft, hangt af van de verticale snelheid vanaf het afspringen. Hoe groter de verticale snelheid, hoe hoger de atleet kan springen en hoe langer hij of zij in de lucht kan blijven.”
Jong vervangt haar sprintblades – 6.000 euro per paar, exclusief arbeidskosten en extra componenten – om het halfjaar en haar verspring-protheses om de drie maanden. Ze heeft ongeveer twee maanden nodig om zich de techniek en timing eigen te maken. De para-atlete krijgt de blades dankzij haar sponsorovereenkomst met Össur, „maar dit is bij de meeste sporters niet het geval”, aldus het bedrijf.
Nieuwe schroeven
In Parijs heeft Jong vier paar blades bij zich. „Vaak beslist ze samen met haar coach op basis van de laatste training welk paar ze kiest”, vertelt Jol. Hij heeft alle atletiekprotheses begin augustus op zijn werkplaats in Amsterdam van nieuwe schroeven voorzien, gesmeerd en alles opnieuw gecontroleerd. „We willen niet voor verrassingen komen te staan.”
Ook was hij aanwezig in het trainingskamp voor de Paralympische Spelen. „Dan prepareer ik alle blades nog eens op de zolen en zet ik de puntjes op de i. Het is ook voor het groepsgevoel prettig dat er een technicus aanwezig is, mocht er toch iets gebeuren.”
Jong is met acht gouden medailles – bij vier WK’s, twee EK’s en twee Paralympische Spelen – de snelste vrouw ter wereld op blades. Toch verwachten haar ouders donderdag een „heel spannende” 100 meter sprint. „Ze heeft behoorlijke concurrentie voor het goud. Het kan op twee tienden seconden worden beslist. Wij hopen natuurlijk op goud. De 100 meter is de enige die ze nog niet heeft.”