Wiskundedocent Menno Lagerwey staat met zijn rug tegen een whiteboard, waarop hij een staafdiagram heeft getekend. Hij heeft de blauwe trui met grijze mouwen aan die hij in bijna al zijn filmpjes draagt. Recht in de camera zegt hij: „In deze video laat ik je zien wat de vuistregels bij de normale verdeling zijn en we gaan een voorbeeld bespreken waarin we die vuistregels gaan toepassen. Maar allereerst: wat zijn nu eigenlijk de vuistregels bij de normale verdeling?”
Het is het populairste filmpje van het YouTube-kanaal ‘Math with Menno’. Eronder staan reacties van havo- en vwo-scholieren. „Niet alle helden dragen capes, sommigen houden een gigantische geodriehoek vast”, schrijft iemand. Een ander: „Ik zweer ik heb morgen mn toets en weet legit niet hoe ik je moet bedanken.” Een derde: „Wauw. Zit al 2 uur te kijken naar m’n boek om te kijken hoe ik het moet snappen en jij legt het stap voor stap zo duidelijk uit! Thanks man!”
Het kanaal van Lagerwey (30) heeft nu 147.000 abonnees. Veel minder dan influencers als Enzo Knol (2,82 miljoen) en Dylan Haegens (1,98 miljoen), maar hij is wel de populairste YouTube-docent van het land.
Sinds de coronapandemie thuisonderwijs noodzakelijk maakte, is hun populariteit gegroeid. Zijn directe concurrent is de WiskundeAcademie (101.000 abonnees) en ook andere vakken hebben populaire YouTube-kanalen, zoals Aardrijkskunde Kennisclips (93.600 abonnees), JORTgeschiedenis (60.700), Scheikundelessen (58.600), Meneer Wietsma Natuurkunde (53.300) en Biologie met Joost (41.400).
Lagerwey bedenkt voortdurend iets nieuws om de aandacht van zijn doelgroep vast te houden. Toen hij de mijlpaal van honderdduizend volgers bereikte, gaf hij twee exemplaren van zijn kenmerkende trui weg. En toen eindexamenleerlingen hem in 2021 vroegen hoe ze hem konden bedanken, zette hij een Tikkie online voor een biertje op een terras.
Minima
Eind 2017 plaatste hij zijn eerste video online, inmiddels kan hij van de reclame-inkomsten leven. „Het is vergelijkbaar met een docentensalaris”, zegt hij. Dat vult hij aan met de opbrengsten van toets- en examentrainingen. Via zijn website biedt hij online oefenpakketten aan die hij zelf heeft ontwikkeld, ze kosten 35 euro. Voor minima in zijn woonplaats Haarlem zijn ze gratis.
Nu heeft hij een theatertour. Vanaf komende zaterdag reist hij langs zalen in Roosendaal, Apeldoorn, Vlaardingen en Haarlem, voor in totaal dertien optredens. „Het wordt geen echte show, het zijn gewoon examentrainingen”, zegt hij. „Maar natuurlijk maak ik heus weleens een gekke opmerking tussendoor.”
Humor is niet waarom scholieren Lagerwey waarderen. Zijn kracht ligt in de wijze waarop hij de stof behandelt, zeggen ze. „Een beetje droog, maar hij legt heel duidelijk uit, in veel stapjes”, zegt Naomi Grippeling (14), die in havo 3 zit op OSG West-Friesland in Hoorn. „Ik gebruik het als ik de uitleg van mijn docent niet heb begrepen, of als ik ga leren voor een toets. Dan begin ik een paar dagen van tevoren filmpjes te kijken van Menno. Hij geeft ook altijd een oefenopdracht. Dan kun je eerst proberen het zelf te maken en daarna legt hij uit hoe het moet. Je kan altijd terugspoelen als je iets niet snapt.”
Ook Bente de Wijs (18, wiskunde A), die in 6 vwo van het Eerste Christelijke Lyceum in Haarlem zit, vindt het fijn dat hij alle tussenstappen van de sommen uitlegt. „Mijn leraren hebben daar niet altijd tijd voor.” Onlangs had haar school Lagerwey ingehuurd voor een eindexamentraining. „Ik had mijn vriendenboekje bij me. Hij schreef erin dat Getal & Ruimte zijn lievelingsboek is.”
Getal & Ruimte is de wiskundemethode die op de meeste middelbare scholen wordt gebruikt. Lagerwey heeft voor havo en vwo de hele reeks uitgewerkt in video’s, het zijn er zo’n 1.400. Nu is hij begonnen aan de vmbo-boeken.
Reclamepraatje
Het idee om uitlegfilmpjes op te nemen, ontstond toen hij nog lesgaf aan het Ichthus Lyceum in Driehuis, vertelt hij. „Het viel mij op dat leerlingen die een paar lessen hadden gemist, het lastig vonden om weer aan te haken. Ik liet ze een uurtje langskomen voor extra uitleg. Maar als je dat voor iedereen doet, heb je er een baan bij.”
Hij verzorgt op die school, waar hij de filmpjes opneemt, gratis examentraining – ook dit jaar weer. De havo 5-leerlingen die de gymzaal binnenlopen, waar de tafeltjes in rijen klaarstaan, kijken op als ze hem zien: „Is dat Menno?” Maar heel bijzonder vinden ze het niet. Hij woont in de buurt, ze zien hem vaak fietsen. „Abonneren jullie je allemaal op mijn kanaal en vragen jullie je vrienden of ze dat ook willen doen?”, vraagt Lagerwey. „Tot zover het reclamepraatje.” Aan het eind van de les maakt hij een selfie met de klas.
„Hij is een micro-celebrity maar ook gewoon een aardige vent”, zegt Jorian van der Veld (17), die wiskunde B doet. „In de normale les wordt meestal aangenomen dat je alles weet. Maar hij gaat echt álles langs.” Swen Blok (18, ook wiskunde B) vindt dat hij aan ‘Math with Menno’ meer heeft gehad dan aan de wiskundelessen. Die vindt hij „een beetje langdradig”.
Ook volwassenen maken gebruik van het YouTube-kanaal. Kees Landvreugd (57) liet wiskunde op de middelbare school vallen, in de tijd dat dat nog mocht. „Ik weet nog precies waar het fout ging: bij de sinus en de cosinus. Toen werd het een soort watervrees.” Op 1 januari 2021 pakte hij de draad weer op, met behulp van een bijlesleraar en ‘Math with Menno’. „Als ik reis, download ik de video’s, dan kan ik die in het vliegtuig afspelen.” Hij slaagde inmiddels voor het havo-examen wiskunde B en voor vwo wiskunde A.
Lees ook
‘Wiskunde is leuk, we worden erdoor omringd!’
Handig
Leraren reageren gemengd op de YouTube-docent, blijkt na een oproep van NRC in de WiskundE-brief, een digitale nieuwsbrief voor wiskundedocenten. Sommigen bevelen de filmpjes warm aan, anderen hebben kritiek.
Margot Rijnierse, docent bij ALASCA in Amsterdam, is „best blij met Menno. Ik zie dat het lezen van de instructies in het boek leerlingen soms moeite kost. Menno neemt je in stapjes helemaal mee.”
Wim Weyland, wiskundedocent op VAVO Haaglanden in Den Haag ziet dat leerlingen „helemaal met Menno weglopen”. „Ze krijgen zin om te leren en meer zelfvertrouwen. Ik speel als wiskundedocent een wat andere rol. Ik zie mezelf meer als facilitator. Leerlingen leren veel zelfstandiger dan vroeger, ik ben er vooral om vragen te beantwoorden.”
Tjerk de Vries, docent op de Vrije School in Zutphen, vindt de filmpjes vooral handig voor havo-leerlingen met wiskunde A. „Die hebben het vak vaak alleen omdat het verplicht is. Sommigen pikken de stof niet op in de klas, die zitten later thuis en denken: hoe was het ook alweer?”
Interactie is belangrijk
De filmpjes hebben ook een keerzijde, zeggen docenten. Het gevaar is dat leerlingen minder meedoen in de klas. Ümit Çetin, docent op het St. Ignatius Gymnasium in Amsterdam, schrijft dat hij ‘Math with Menno’ „op geen enkele fout” kan betrappen. „Echter, wiskunde is ook een vak waarbij interactie met de groep van wezenlijk belang is voor het ontwikkelen van het creatief denkvermogen.”
Marjan Botke, docent op het Erasmiaans Gymnasium, vindt het „heel positief” dat ‘Math with Menno’ leerlingen in hun eigen tijd, op hun eigen tempo, extra uitleg geeft. Wel had ze laatst een leerling die tijdens haar les liever naar de filmpjes wilde kijken. „Toen heb ik gezegd: dat wil ik niet, want ik ben beter dan jouw filmpje.”
Docenten merken ook dat leerlingen filmpjes bingen, maar nauwelijks oefenen met sommen maken. „Leerlingen worden lui”, schrijft Dion Van de Schoor, docent op het Mondial College in Nijmegen. „Ze denken: ik hoef nu niet te leren, want ik kijk ‘Math with Menno’ en dan komt het goed. Maar op de lange termijn beklijft de leerstof niet.” Liever verwijst hij naar het YouTube-kanaal van Bob Pruiksma. „Leerlingen worden in deze filmpjes echt uitgedaagd om zelf na te denken. Het probleem is dat ze voor de huidige ‘TikTok-generatie’ te lang duren.”
Sommige docenten vinden dat Lagerwey de leerlingen louter trucjes aanleert. Marcel Daems, docent op Gymnasium Sorghvliet Den Haag: „Eigenlijk vertelt hij alleen wat ze moeten doen. Een uitleg van de theorie ontbreekt meestal. Vooral zwakkere leerlingen lopen het gevaar te denken dat ze het begrijpen, maar niet meer te kunnen dan een trucje toepassen.”
‘Docent als aanvoerder’
Het is nooit zijn bedoeling geweest om docenten die voor de klas staan te vervangen, zegt Lagerwey nadat hij de kritiek heeft gehoord. „Mijn video’s zijn ondersteuning. Er zijn weleens leerlingen die zeggen: ‘Menno, ik heb al je video’s gekeken maar ik haal nog steeds een vier.’ Mijn video’s zijn de basis om de theorie te snappen, en daarna moet je gaan oefenen. De docent als aanvoerder van de klas en dan met elkaar aan de slag. Die interactie kan ik in mijn video’s niet creëren.”
Ook pretendeert hij niet leerlingen het diepere inzicht in de wiskunde te geven waarover zijn collega’s het hebben. „Ik ben geen pure wiskundeman. Het wiskundig bewijs van een regel, dat bespreek ik niet in mijn filmpjes. Ze zijn vooral praktisch gericht: hoe gaan we een opgave uitwerken? Als ik de achterliggende theorie zou uitleggen, dan zouden de video’s heel lang worden.”
Lees ook
Kan dat, van je wiskundeangst afkomen?