Voor voetballers die een clubcontract niet uitdienen gelden voortaan andere regels. Dat heeft wereldvoetbalbond FIFA maandagavond bekend gemaakt. De bond wil duidelijker maken wanneer een vroegtijdig vertrek van een voetballer gerechtvaardigd is en hoe voetbalclubs aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding na een contractbreuk, meldt persbureau Reuters. Volgend week start een nieuwe transferperiode.
De reglementswijziging volgt op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Afgelopen oktober oordeelde het Hof dat specifieke transferregelgeving van de mondiale voetbalbond het vrije verkeer van personen tussen EU-lidstaten, een basisbeginsel, kan belemmeren.
FIFA-regels schreven voor dat voetballers niet zomaar van de ene naar de andere club konden vertrekken. Als een speler eenzijdig een contract wilde opzeggen, moest de nieuwe club van de FIFA een afkoopsom betalen aan de voormalig werkgever.
Met de reglementaire aanpassing hoopt de FIFA aan de uitspraak van het Europese Hof te voldoen. Een contractuele overeenkomst moet gestoeld zijn op „redelijkheid” en „goed vertrouwen”, schrijft de FIFA nu voor. Als die basisvoorwaarden niet worden gehanteerd, mag een partij de overeenkomst vroegtijdig opzeggen. De voetbalbond heeft ook de berekeningscriteria van schadevergoedingen aangepast.
Diarra
De transferkwestie werd in gang gezet door oud-voetballer Lassana Diarra. De Franse middenvelder kreeg het in 2014 aan de stok met zijn toenmalige voetbalclub Lokomotiv Moskou. Hij weigerde te trainen en verbrak zijn contract eenzijdig. Volgens FIFA-regels mochten voetballers alleen in uitzonderlijke regels een contract opzeggen, dus eiste de Russische club een schadevergoeding. De FIFA gaf Lokomotiv gelijk, waardoor Diarra vijftien maanden geschorst werd en 10,5 miljoen euro moest betalen aan de club.
De Belgische voetbalclub Sporting Charleroi wilde Diarra overkopen, maar door de FIFA-regels werd een transfer zeer onaantrekkelijk. De nieuwe club zou aansprakelijk worden gesteld voor de boete en een tweejarig transferverbod riskeren. Met steun van de spelersvakbond vocht Diarra het door de FIFA bemoeilijken van de transfer aan. Na tien jaar procederen kreeg hij in oktober gelijk.
Spelersvakbond
De internationale spelersvakbond FIFPro is niet te spreken over de wetswijziging van de FIFA. „De maatregelen bieden geen rechtszekerheid aan profvoetballers en weerspiegelen de uitspraak van het Europees Hof van Justitie niet”, zegt een woordvoerder .
Terwijl Brussel in de ban is van de handelsoorlog en koortsachtig overleg over tegenmaatregelen houdt, is het in Den Haag op het eerste gehoor stil. Kabinet en coalitie zijn vooral druk met binnenlandse kwesties, zoals het aanpassen van de begroting. Toch is het kabinet-Schoof achter de schermen wel degelijk bezig met de heffingen, zeggen ingewijden. Nederland heeft bewust gekozen voor een strategie van stille diplomatie en optrekken in EU-verband.
Nederland volgt vrijwel in zijn geheel de lijn die de Europese Commissie uitzet. Waar andere lidstaten stevig lobbyen in Brussel om in het contact met de VS aan te dringen op uitzonderingen voor heffingen op auto’s (Duitsland), wijn (Frankrijk en Italië) of de techsector (Ierland) te voorkomen, blijft het kabinet op de vlakte over de Nederlandse belangen rondom de heffingen.
Tegenmaatregelen moeten „robuust, proportioneel en de-escalerend” zijn, zei Dick Schoof afgelopen vrijdag. Reinette Klever, minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (PVV), benadrukte maandag na overleg met haar internationale collega’s in Luxemburg hoe belangrijk het is dat Europa als „eenheid” opereert. „Als individueel land krijg je weinig voor elkaar.”
Leidende rol Europa
Het is een opvallende toon voor een minister van een partij die altijd zeer kritisch is geweest over de EU. Hoewel de PVV de laatste jaren wel een draai heeft gemaakt en de ‘Nexit’ niet meer in het partijprogramma staat, is de partij nog altijd sceptisch over een sterke rol van Brussel. Ook ziet Geert Wilders in Trump een „brother in arms”, zei hij onlangs, en heeft hij niks op met wat hij de „hysterische anti-Trump-stemming” noemt. Toch loopt Klever nu in de pas, benadrukt zij de leidende rol van Europa in het handelsbeleid en noemt ze een „stevige, gezamenlijke EU-reactie” belangrijk.
Nederland vaart dus niet een eigen koers, beklemtoonde Eelco Heinen, minister van Financiën (VVD) vorige week. ‘Bilaterale’ onderhandelingen, de een-op-eenonderhandelingen waar de VS bij voorkeur op aanstuurt, zijn niet aan de orde, zei hij, en dat zou zo blijven.
Maar over de specifieke Nederlandse belangen die het kabinet wil behartigen in Brussel, wordt weinig losgelaten. Zo zei Klever recentelijk in de Tweede Kamer daar niet over te kunnen uitweiden, omdat het raakt aan „bedrijfsvertrouwelijke informatie”. Wel is bekend dat de Nederlandse export van chemische producten, machineonderdelen en farmaceutische producten gevoelig is voor heffingen.
‘Geen olie op het vuur’
VNO-NCW-directeur Focco Vijselaar is blij met de „calm, cool en collected-houding” van het kabinet. „Niemand heeft belang bij escalatie en dat er olie op het vuur wordt gegooid.” Vijselaar vertelt over intensief, wekelijks contact met de ministeries van Algemene Zaken, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, in de zogeheten „taskforce VS” die na het aantreden van Trump is opgezet.
Volgens Vijselaar zijn alle lidstaten van de EU momenteel „gedwongen tot samenwerking”. Nederland zou er volgens hem goed aan doen gezamenlijk met andere lidstaten op te trekken, bijvoorbeeld om bepaalde uitzonderingen op de heffingen te regelen. Tijdens de vorige Trump-regering lukte dat: voor het staal van Tata Steel werd een uitzondering gemaakt.
Dat was wel in een tijd dat Nederland op Europees terrein onder voormalig premier Rutte regelmatig „boven zijn eigen gewicht bokste”. Die positie staat inmiddels onder druk, omdat Schoof als nieuwkomer in Europa niet hetzelfde gezag geniet als Rutte had.
In de zoektocht naar uitzonderingen moet Nederland kijken waar de belangen met die van Amerika overeenkomen, aldus Vijselaar. Hij verwijst naar de uitzondering die Washington maakt op de Amerikaanse heffingen voor benzine, omdat daar in het noordoosten van de VS een tekort aan is. „Dat wordt uit de Rotterdamse haven nu tariefvrij verscheept.”
In gesprekken met betrokkenen rondom het kabinet klinkt door dat de regering ervan overtuigd is dat de belangen van Nederland, dat uitzonderingen zou willen voor bijvoorbeeld staal of farmaceutische producten, vergelijkbaar zijn met die van andere landen en dat een aparte positie voor Nederland dus niet nodig is.
Anders dan bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland (een steviger aanpak) of Italië en Ierland (meer tijd nemen), neemt Nederland een middenpositie in: de-escaleren.
Die voorzichtigheid lijkt vooralsnog vruchtbaar. Woensdag maakte Trump bekend de hogere importheffingen voorlopig uit te stellen en negentig dagen lang de ruimte te geven aan onderhandelingen.
Lees ook
Hoe Trumps directe omgeving hem voorzichtig op andere gedachten probeerde te brengen
„Heel verstandig dat Nederland zich op de vlakte houdt”, zegt Steven Brakman, hoogleraar internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Hard terugslaan, daar heb je alleen jezelf mee”, vindt Brakman. „Als je hoge tegenheffingen invoert, maak je het alleen maar moeilijker om te importeren. Alsof je rotsblokken gooit in de Rotterdamse haven.” Heffingen ziet Brakman als het allerlaatste redmiddel.
Wie hoge tegenheffingen invoert, belemmert de import. Alsof je rotsblokken gooit in de Rotterdamse haven
Europa moet de VS erop wijzen dat het „als economische grootmacht een eigen plan trekt”, zegt Brakman, bijvoorbeeld door nieuwe handelsrelaties met Canada of Aziatische landen op te bouwen. Ook kan Europa nadenken over exportrestricties, zoals het moeilijker maken om ASML-chipmachines naar Amerika te exporteren.
De komende periode moeten Europese landen zich niet uit elkaar laten spelen, nu het voorlopig gissen is naar het precieze einddoel van Trump in de onderhandelingen, zegt Brakman. „De handel binnen ons continent is veel belangrijker dan daarbuiten.”
Mercosur
Dat de pro-Europese koers van het kabinet op dit onderwerp soms schuurt met de positie die de PVV altijd innam, bleek vorige week in de Tweede Kamer. PVV-Kamerlid Dennis Ram vond dat minister Klever „alles in het werk moest stellen” om de heffingen van tafel te krijgen, maar leverde in zijn bijdrage tegelijkertijd scherpe kritiek op de EU.
Hij stelde dat de Nederlandse burger door de handelsoorlog te maken krijgt met hogere prijzen, terwijl Brussel via de importheffingen meer inkomsten genereert. De PVV wil dat de Nederlandse burger daarvoor gecompenseerd wordt. Dat was het kabinet nog niet van plan, antwoordde minister Klever.
De VVD greep het debat aan om te pleiten voor Mercosur, het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Zuid-Amerikaanse landen, zodat Europa zijn afhankelijkheid van Amerika kan afbouwen. Vooralsnog is een Kamermeerderheid tegen Mercosur, waaronder PVV, NSC en BBB. Klever noemde Mercosur, waarover de Europese Unie deze zomer een besluit neemt, „omstreden”.
Het kabinet probeert het hoofd koel te houden, zei minister van Economische Zaken (PVV) Dirk Beljaarts vrijdag na de ministerraad. Gevraagd naar de oplaaiende handelsoorlog tussen China en de VS, zei Beljaarts: „Het beeld wisselt elke dag, het slechtste wat je kunt doen is speculeren.”
De persoonsgegevens van mensen uit de moslimgemeenschap die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in het geheim heeft verzameld, moeten over twee maanden worden vernietigd. Dat heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vrijdag bekendgemaakt. „Het verzamelen van persoonsgegevens in deze onderzoeken was illegaal, omdat het zonder wettelijke basis gebeurde en het ministerie er niet open over was”, zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen.” Bovendien was het discriminerend, omdat het voornamelijk gaat om mensen met een islamitische achtergrond. Dit schaadt het vertrouwen van mensen in de overheid”, zegt Wolfsen.
Tussen 2016 en 2019 heeft het ministerie heimelijk „personen, organisaties en netwerken binnen de moslimgemeenschappen” in stilte onderzocht, schreef toenmalig minister van Sociale Zaken Katrien van Gennip (CDA) in 2023 aan de Tweede Kamer. Doelwit waren volgens Van Gennip vooral Nederlandse salafisten, die een ultraorthodoxe versie van de islam aanhangen. De minister erkende het onrechtmatig handelen van SZW en bood hiervoor excuses aan.
De AP stelt een termijn van twee maanden, „zodat mensen nu nog de gelegenheid krijgen om te zien wat er precies over hen is geregistreerd”, zegt Wolfsen.
In 2021 onthulde NRC dat Nederlandse gemeenten in het geheim opdracht gaven om moskeeën te onderzoeken. De verkregen informatie deelden zij inlichtingendienst met de AIVD. Later bleek dat ook het ministerie dergelijke onderzoeken lieten uitvoeren. Het AP wees het ministerie twee jaar geleden, na het onderzoek van NRC, op de verplichting om alle burgers over wie onrechtmatig informatie is verzameld persoonlijk en actief te informeren.
Lees ook
Gevoelige informatie over moskeebezoekers gedeeld met de AIVD: ‘De impact is enorm’
Stel, je hebt een dolfinarium. Gevuld met zeezoogdieren die zijn opgegroeid in gevangenschap, niet in staat om te overleven in het wild. Het park, onderhevig aan felle maatschappelijk discussie over dierenwelzijn, moet sluiten.
Waar laat je dan de dieren?
Marineland, gevestigd aan de Franse Côte d’Azur, wordt momenteel met die vraag geconfronteerd. Het was ooit het grootste dolfinarium van Europa, maar sloot begin dit jaar de deuren. Na langdurig en hevig protest tegen het park geldt vanaf volgend jaar in Frankrijk een verbod op shows met walvisachtigen. In Marineland lieten ze orka’s onder meer synchroon uit het water springen, waarbij ze soms op hun rug moesten landen – voor de grootste plons.
Nu dat straks niet meer kan, denkt Marineland niet meer rendabel te kunnen zijn. Komende week worden alle medewerkers ontslagen. Maar met het sluiten van de deuren is voor de dieren het probleem niet opgelost: in het park zijn nog twee orka’s en twaalf dolfijnen en het is onduidelijk waar zij naar toe gaan.
Ondertussen klinkt de vraag of er een toekomst is voor dolfinaria steeds luider. Het antwoord hangt, zoals meestal bij vraagstukken rond wilde dieren in gevangenschap, af van aan wie je de vraag stelt. Gewapend met al dan niet wetenschappelijk onderbouwde argumenten wordt over dolfijnen, orka’s, zeeleeuwen en walrussen een verhitte discussie gevoerd.
Wat zijn de opties voor dolfinaria? Minder shows, meer educatie, geen publiek toelaten en daardoor geen inkomsten meer, een alternatieve opvang, uitzetten van de dieren, sluiten?
Moet het roer om?
Hoe kijkt Dolfinarium Harderwijk, het enige zeezoogdierenpark van Nederland, eigenlijk naar zijn toekomst? Deze open vraag kwam afgelopen week uit onverwachte hoek. Geen dierenrechtenorganisatie, niet de Partij voor de Dieren, maar de VVD vroeg zich af of dolfijnen nog wel in gevangenschap gehouden moeten worden. „Moet het roer om, en hoe dan?”, vroeg VVD-Kamerlid Thom van Campen.
Dolfijnen in gevangenschap *
De vragen volgden op de dwangsom die staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB) het dierenpark begin vorige week oplegde gebaseerd op twintig overtredingen. Omdat de zeezoogdieren op beelden, aangeleverd door dierenwelzijnsorganisatie Bite Back, tijdens de voorstelling „onnatuurlijk gedrag” moesten vertonen, „zonder educatief doel”. Zo spoten walrussen verzorgers nat, moesten dolfijnen hun neus in de nek van hun trainer leggen bij wijze van knuffel en de zeeleeuwen zwaaien. Onnatuurlijk en puur ter vermaak van het publiek, oordeelde Rummenie. Het Dolfinarium heeft laten weten de shows ondertussen te hebben aangepast.
De „bredere maatschappelijke discussie over de toekomst van dolfijnen in menselijke zorg”, ontgaat Dolfinarium-directeur Alex Tiebot natuurlijk niet. Die gaat hij dan ook niet uit de weg, laat hij weten in een schriftelijke reactie. „Integendeel.” Hij ziet een toekomst voor het Dolfinarium, in elk geval in Nederland. „Niet als traditioneel showpark, zoals dertig jaar geleden, maar als een modern kenniscentrum waar educatie, dierenwelzijn en verwondering hand in hand gaan.”
Het huidige kabinet is ondanks de tik op de vingers van het Dolfinarium „van mening dat dierentuinen een belangrijke maatschappelijke taak hebben”, laat de woordvoerder van het ministerie van LVVN weten. „Op het gebied van dierenwelzijn, educatie en conservatie. Ook in de toekomst.” Wel zal de staatssecretaris „een onderzoek starten naar een mogelijk verbod op publieksinteracties in dierentuinen. De verwachting is dat het onderzoek begin volgend jaar is afgerond.”
‘Ingezet als clowns’
Uit onderzoek van Ipsos in 2021 blijkt dat 42 procent van de Nederlanders vindt „dat er in de toekomst geen dolfijnen meer gehouden moeten worden in dolfinaria in Nederland”. Dat is precies waar Raymond Olivers zich als coördinator Dolfinariumvrij Nederland, een campagne van Bite Back, voor inzet.
Bite Back filmde de dierenshows en overhandigde de beelden aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), dat de controle op dierentuinen uitvoert voor het ministerie, waarop de dwangsom van Rummenie volgde. „Zeezoogdieren worden ingezet als clowns”, zegt hij. „Als verdienmodel voor de bezoekers. Het is hartverscheurend”.
Daarbij zijn de bassins per definitie te klein. „Het gaat vaak over de dolfijnen, maar ook bij de zeeleeuwen is dat zo.” Op de site van Dolfinariumvrij staat: „Zelfs in de grootste dolfinaria ter wereld worden de dieren gehouden in nog geen 0,000001 procent van hun natuurlijke leefruimte.”
Orka’s in gevangenschap *
Maar volgens Dolfinarium-directeur Tiebot is het een „veel voorkomend misverstand dat meer ruimte automatisch beter dierenwelzijn betekent”. Het is „een multifactorieel concept”, waarbij „cognitieve stimulatie, sociale interactie, dagelijkse variatie en toegewijde verzorging” minstens zo belangrijk zijn als de ruimte die dieren hebben. Daarbij is het „merendeel van de dieren in het Dolfinarium geboren en kan niet terugkeren naar de natuur. Onze prioriteit is om ze de best mogelijke zorg te bieden.”
Dat Olivers voor sluiten is, wil niet zeggen dat hij voor uitzetten is. „Natuurlijk, wel de dieren waarvoor dat voor mogelijk is, maar het zou mooi zijn als de rest naar een gespecialiseerde opvang kan.” Hij verwijst naar de ‘sanctuaries op zee’; groot opgezette reservaten waar de dieren verzorgd worden, maar waar geen toegang is voor publiek. „Ze zijn dit aan het realiseren in Griekenland en Frankrijk en in Canada en IJsland zijn deze al in werking. Deze alternatieven moeten serieus genomen worden.”
Tiebot ziet ook dat er „veel gesproken wordt over reservaten als alternatief”. Die zijn ruimer, ja. Maar het gaat „nog steeds om een klein gedeelte van het natuurlijk leefgebied”. Maar „belangrijker nog”, stelt hij, „bestaan er fundamentele onzekerheden over de langdurige zorg”. Hij noemt de gezondheidsmonitoring, bescherming tegen milieufactoren en de „uitdagingen” van een open zeereservaat.
Een elegante oplossing
Aan de discussie over dolfinaria zitten overduidelijk filosofische kanten, zegt antropoloog Jet Bakels, die onderzoek doet naar de verhouding tussen mens en dier, en de manier waarop de mens het dier probeert te beschermen. „In wat voor wereld wil je leven? En wat voor leven wil je dieren daarin geven?” Het jammere is, vindt ze, dat die filosofische vraagstukken vaak beantwoord worden vanuit een onderbuikgevoel.
Ze hoort en ziet ook wel „dat wat dolfinaria betreft” het dierenwelzijn een probleem is. „Een groot probleem.” Maar zomaar roepen dat ze dan maar gesloten moeten worden? „Dat werkt niet.”
Walrussen in gevangenschap *
Zelfs als dieren langzaam geleerd wordt zichzelf te redden, zoals geprobeerd is bij Keiko, de orka bekend uit de film Free Willy (1993), pakt dat vaak niet goed uit. Jarenlang is Keiko in een baai in IJsland getraind om weer buiten te kunnen leven, in plaats van in een klein bassin. Daarbij werd hij ook meegenomen de zee op, om in contact te komen met orka’s – maar hij bleef gefocust op mensen.
De optie zoals aangedragen door Dolfinariumvrij Nederland, een ruimere opvang, „buiten beeld”, zou kunnen werken, schrijft hij. En dan maar „hopen dat ze zich verder niet voortplanten” en „ze goed woren verzorgd, tot het laatste exemplaar op leeftijd sterft”.
Er moet, zegt Bakels, nagedacht worden over een elegante oplossing. „Niet alleen eentje waarbij de mens een goed gevoel heeft over zichzelf, en soms juist ten koste kan gaan van het dierenwelzijn.”
Voor twee van de orka’s van Marineland, Wikie en Keijo, en een stel dolfijnen is een exportvergunning aangevraagd naar Loro Parque op Tenerife. Het park waar vijftien jaar geleden ook de ‘Nederlandse’ orka Morgan naartoe verhuisde. Zij werd ondervoed uit de Noordzee gehaald en sterkte aan in Harderwijk. Haar verhuizing naar Tenerife, die gepaard ging met grote maatschappelijke verontwaardiging omdat het betekende dat ze in gevangenschap zou blijven, „vond plaats onder de voorwaarde dat ze geen kunstjes zou doen en er niet met haar gefokt zou worden”, zegt Hester Bartels, van de Free Morgan Foundation.
Een trainer met een Californische zeeleeuw tijdens een show in Dolfinarium Harderwijk, in 2023.Foto Bram Petraeus
Kees Camphuysen, onderzoeker bij het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, noemt juist sociale samenhang „essentieel” om in zee te kunnen overleven. Zeezoogdieren zónder die samenhang uitzetten is „hetzelfde als een kleuter het bos insturen met de aanmoediging: ga je moeder zoeken en onderweg vind je wel wat te eten. Kansloos.”
Begin deze maand is ze bevallen van een kalf. Het was haar vierde zwangerschap. Haar kalf Ula overleed in 2021 op tweejarige leeftijd, eerdere zwangerschappen eindigden in een stilgeboorte.
Anticonceptie voor dolfijnen
Bartels vreest dat als de orka’s uit Frankrijk naar Tenerife gaan, ze hetzelfde lot staat te wachten. „Loro Parque heeft aangegeven niet tegen fokken te zijn, omdat het natuurlijk gedrag is.” Dat er een bad verder dolfijnen zijn die aan de anticonceptie zitten, bevestigt haar angst dat de orka’s worden bezwangerd voor het geld. „Zodat ze verkocht kunnen worden aan China, waar ze wél kunstjes moeten doen.”
Dinsdag 15 april zullen alle verzorgers van Marineland ontslagen worden. Vrijdagochtend werd duidelijk dat de verhuizing van Wikie en Keijo naar Loro Parque niet doorgaat. Een Spaans wetenschappelijk onderzoeksbureau heeft het park ongeschikt bevonden. Marineland moet voor de dieren blijven zorgen, tot er een ander onderkomen voor ze is gevonden.