N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Soedan Zoals al enkele dagen werd gevreesd, zijn het reguliere leger en een machtige militie zaterdag slaags geraakt. Bewoners hoorden de kogels aan alle kanten rondvliegen.
In Soedan zijn zaterdagochtend hevige gevechten uitgebroken binnen het nationale leger, tussen een militie die officieel deel uitmaakt van dat leger en de reguliere strijdkrachten. Volgens ooggetuigen bezette de militie van Mohamed Hamdan Dagalo, alias Hemedti, het presidentiële paleis, de luchthaven van de hoofdstad Khartoem, een luchtmachtbasis in Omdurman evenals een militaire basis in de noordelijke stad Marowe. Ook zouden ze een legerbasis controleren in het westelijk Al Obeid. Beide partijen beschuldigen elkaar ervan de strijd te zijn begonnen. Volgens onbevestigde berichten zou het reguliere leger de aanval hebben geopend, maar zou het initiatief zijn genomen door een factie die tegen de president en legerleider Abdul Fattah Burhan is gekant.
In het begin van de middag was vanuit alle delen van de hoofdstad geweervuur te horen en zowel de Amerikaanse als de Russische ambassadeur hield zich schuil en sprak van een gevaarlijke situatie. Bewoners vertelden over de telefoon hoe ze thuis plat op de grond lagen om de rondvliegende kogels te ontwijken. Rookwolken hingen boven het presidentiële paleis en op de eerste clips die op de sociale media verschenen zijn militieleden op het nationale vliegveld te zien. De televisiezender Al Jazeera meldde ook dat een paar passagiersvliegtuigen in brand staan.
Geweldsexplosie
De geweldsexplosie zat er aan te komen. Op donderdagochtend werden de Soedanezen wakker met het alarmerende bericht van het leger dat de militie zich mobiliseerde voor een aanval. Het gaat om de Rapid Support Forces, een strijdmacht van rond de honderdduizend man. Ze stonden voorheen bekend als de Janjaweed, een moorddadige Arabische militie die eerder deze eeuw in de westelijke regio Darfur samen met het regeringsleger van de toenmalige president Omal al-Bashir vocht tegen opstandelingen van Afrikaanse afkomst. Bashir, die in 2019 bij een volksopstand werd afgezet, nam later de militie onder leiding van Hemedti op in het leger maar de strijders werden nooit geïntegreerd.
Deze giftige erfenis van Bahshir borrelde onlangs weer naar voren toen als onderdeel van besprekingen met burgergroepen over een democratisch overgangsregime besloten werd tot integratie van de militieleden in het leger. Daarover ontstonden ruzies tussen de strijders: legerleider Burhan wilde de integratie in twee jaar laten verlopen, Hemedti in tien jaar. Nu zijn de poppen aan het dansen: de autoriteiten noemen de militie sinds vandaag „rebellen”.
Lees ook: In Soedan is de angst voor een nieuw gewapend conflict weer terug