Terwijl buiten het gebouw Tibetanen en Oeigoeren demonstreerden, feliciteerden in Genève veel landen China dinsdag met de geboekte vooruitgang op het gebied van de mensenrechten.
Maar liefst 162 landen hadden spreektijd aangevraagd tijdens de ‘universele periodieke evaluatie’ die de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties grofweg elke vijf jaar organiseert over de mensenrechtensituatie in elk van de 193 lidstaten. Het is dan gebruikelijk opbouwende kritiek te leveren, om vervolgens enkele beleefde aanbevelingen te doen. Toch bevatten de korte verklaringen – vanwege de lange sprekerslijst kreeg iedereen maar 45 seconden – van met name westerse landen snoeiharde kritiek op de mensenrechtensituatie in China. Sinds het vorige rapport, in 2019, is de repressie er flink toegenomen.
Lees ook
Het woord ‘genocide’ wilde China niet in VN-rapport over Oeigoeren
De Nederlandse vertegenwoordiger Paul Bekkers riep op tot persvrijheid, een verbod op discriminatie op basis van gender of seksuele oriëntatie en de afschaffing van het stelsel van kostscholen dat China in Tibet zou gebruiken om lokale talen te laten verdringen door het Mandarijn. Ook verwees hij naar een VN-rapport uit 2022 over de onderdrukking van de Oeigoeren in de westelijke Chinese provincie Xinjiang. Dat rapport constateert dat China zich door de massale opsluiting van Oeigoeren en andere overwegend islamitische minderheden mogelijk schuldig maakt aan misdaden tegen de menselijkheid. Bekkers’ Amerikaanse collega Michèle Taylor nam over Xinjiang zelfs het woord ‘genocide’ in de mond, zoals Washington al eerder deed.
Het Verenigd Koninkrijk uitte felle kritiek op de Nationale Veiligheidswet in zijn voormalige kroonkolonie Hongkong, die door Beijing wordt gebruikt om critici de mond te snoeren. Onder anderen voormalig mediamagnaat Jimmy Lai wordt momenteel op grond van die wet vervolgd.
Volgens de Chinese delegatie was de wet juist nodig om de rechten van Hongkongs bevolking te beschermen. Die zou, tijdens hevige protesten tegen Beijing in 2019, worden bedreigd door ‘chaos’ en ‘geweld’.
Welvaart in Xinjiang
Heel anders was de toon van veel niet-westerse landen, die volgens persbureau Reuters stevig door Beijing waren belobbyd voorafgaand aan de bijeenkomst. Zo adviseerde de Russische afgevaardigde zijn buurland om „de beheersing van het Chinees in Xinjiang te verbeteren”, en was Syrië goed te spreken over China’s inspanningen om de welvaart in die regio te verhogen. Veel afgevaardigden deden aanbevelingen die op het eerste gezicht weinig met klassieke mensenrechten te maken hebben, zoals het aanpakken van de vergrijzing, of het aanmoedigen van een gezonde leefstijl.
Lees ook
Als Oeigoeren naar een ‘studiecentrum’ moeten weten ze dat dat een concentratiekamp is
Nieuwe Zijderoute (Belt and Road Initiative, BRI) en om „zijn leidende rol voort te zetten bij de bevordering van economische, sociale en culturele rechten” in het mondiale zuiden. Pakistan en China bouwen samen aan een economische corridor, als onderdeel van het BRI. Het project moet Pakistan tientallen miljarden aan Chinese investeringen opleveren.
Volgens wetenschappers en mensenrechtenactivisten moedigt China landen aan om dergelijke aanbevelingen te doen. China kan die zonder veel bezwaar overnemen, en zo zijn mensenrechtenblazoen oppoetsen.
In een voorafgaand aan de zitting van dinsdag zelf opgestelde evaluatie van zijn mensenrechtenbeleid stelt China tevreden vast dat het 284 van de 346 aanbevelingen uit het vorige rapport heeft overgenomen.
De Chinese ambassadeur Chen Xu toonde zich in Genève dan ook dankbaar voor de „constructieve dialoog” en de „positieve aanbevelingen” van de meeste delegaties. Maar hij moest „helaas ook vaststellen dat een aantal landen China zonder reden beschuldigt en besmeurt, niet op basis van feiten maar op basis van ideologische vooringenomenheid, geruchten en leugens”. Chen: „We hopen dat deze landen stoppen mensenrechten te politiseren.”