Asielminister Marjolein Faber (PVV) wil behalve een „kleine correctie op een technische onvolkomenheid” niets wijzigen aan haar asielwetten. Dat heeft ze vrijdag voor aanvang van de ministerraad gezegd tegen Haagse journalisten. „Ik heb de toelichting niet aangepast.”
Vrijdag buigt de ministerraad zich voor de tweede keer over de asielwetten van de minister. In een spoedadvies stelde de Raad van State in februari dat Faber de asielwetten onzorgvuldig heeft voorbereid. Er wordt afgeraden ze „in de huidige vorm” in te dienen. De PVV-minister zei begin februari al dat ze „geen woord” zou veranderen en herhaalde dat vrijdag.
Die „kleine correctie” zou gaan over de ‘voornemenprocedure’, die Faber geheel wil afschaffen. Die procedure is de schriftelijke aankondiging door de IND van het afwijzen van een asielaanvraag. Daarop kan de aanvrager nog reageren. Die mogelijkheid wil Faber schrappen.
Met medewerking van Wafa Al Ali.
Lees ook
De asielplannen van deze regering – uitgelegd in zes artikelen – NRC
In Schiedam was eerder deze maand een stille tocht voor de 13-jarige jongen die door een leeftijdsgenoot is doodgestoken. „Als kinderen elkaar dit aandoen, waar gaan we dan heen met de wereld?” zei een deelnemer. In Liverpool werd onlangs de minderjarige jongen veroordeeld die in de zomer drie kinderen doodstak tijdens een dansles. Incidenten die de krant halen omdat doodslag door minderjarigen uitzonderlijk is. Maar de argeloze nieuwsvolger denkt dat het van kwaad tot erger gaat met de jeugd.
De indringende dramaserie Adolescence – een hoogtepunt dit seriejaar – volgt van zeer dichtbij de 13-jarige Noord-Engelse scholier Jamie die wordt verdacht van de moord op een meisje van zijn school. Het begint met een politie-inval bij hem thuis in de vroege ochtend. Bij een normale serie zou je vervolgens snel snijden naar een andere locatie, de plaats delict bijvoorbeeld, met langzaam opgediende flashbacks die het mysterie onthullen, totdat je na acht afleveringen helemaal begrijpt wie wat waarom heeft gedaan.
Maar regisseur Philip Barantini blijft met de camera bij Jamie, gaat met hem mee de arrestatiewagen in, en volgt een uur lang in real-time hoe hij op het politiebureau aankomt, op het lichaam gefouilleerd wordt, en samen met zijn vader geconfronteerd wordt met het bewijsmateriaal. Barantini filmt iedere aflevering in één take. Zonder weg te snijden blijft de camera een uur lang achter de personages aan lopen. Dat doet de regisseur virtuoos maar nooit in het oog springend. De techniek blijft steeds in dienst staan van het verhaal. Het geeft de serie haar gejaagde, intieme sfeer. De scènes worden zeer gedetailleerd uitgediept, de acteurs krijgen veel ruimte om te excelleren.
Het effect in de eerste aflevering is dat je sympathie meteen bij Jamie ligt. Die enorme politiemacht tegen zo’n kleine jongen die ook nog in zijn broek plast. Moeilijk te geloven dat hij zo’n misdaad pleegde. De tweede aflevering neemt je mee naar de middelbare school van Jamie en het slachtoffer. Deze school – de hel op aarde – toont je de voedingsbodem van het geweld: pesten, de giftige pikorde, de rol van sociale media hierin, in het bijzonder de seksistische ‘manosfeer’ en diens voorman Andrew Tate die een groeiend leger wrokkige jongens ophitst tegen meisjes.
Hoofdrolspeler en schrijver Stephen Graham. Foto Netflix
Persoonlijk
De serie dwingt je om je verwachtingen snel bij te stellen. Dit is geen whodunit die de misdaad uitpluist. Dit is ook geen onderzoek naar de invloed van de ‘manosfeer’ op puberjongen, naar de onveilige sfeer op middelbare scholen, of naar geweld tegen vrouwen en meisjes. Althans, dat komt allemaal aan bod, maar op een veel subtielere manier dan je zou verwachten. Serieleiders Stephen Graham (Peaky Blinders) en Jack Thorne (Joy) richten zich op het persoonlijke verhaal: hoe de misdaad het leven van Jamie en zijn gezin ontwricht.
Dit wordt uitgediept in de laatste twee, aangrijpende afleveringen. Het derde deel bestaat uit een gesprek in de jeugdgevangenis tussen Jamie (Owen Cooper) en een psycholoog (Erin Doherty). Subtiel en huiveringwekkend laat deze lange scène zien wie Jamie is: een kwetsbaar kind met een kort lontje, gepest en getergd, die zich een machismo aanmeet dat slecht bij hem past. Onwaarschijnlijk goed geacteerd trouwens, vooral als je bedenkt dat dit het debuut is van de 15-jarige Owen Cooper.
Het vierde deel volgt de rest van Jamie’s gezin op de verjaardag van zijn vader, een indrukwekkende rol van Stephen Graham. Het gezin leidt zwaar onder de moordzaak, maar ziet er ook liefdevol uit, ze proberen er toch wat van te maken. Een vrolijk moment in de auto kan echter zomaar omslaan in een woede-uitbarsting. Ondertussen pijnigen de ouders zich met de vraag: wat hebben we verkeerd gedaan? In hoeverre kun je je eigen kind kennen? Laat staan beschermen? De vader is een zorgzame man, maar hij is ook een opvliegend, getergd mannetje, ooit zelf mishandeld door zijn vader. Intergenerationele toxische mannelijkheid? Verklaart dat de moord? De serie stipt het aan maar wil nooit zeggen: zo zit het.
De uitzonderlijke misdaad blijft onbegrijpelijk. Wel kun je van dichtbij zien hoe mannenrazernij werkt, bij doodgewone mannen. En na de catastrofe komen de vader en de zoon afzonderlijk toch tot een onverwachte catharis.
Heel even leken de Amerikaanse beurzen deze dinsdag te herstellen na het bloedbad van maandag – maar dat was buiten Donald Trump gerekend. De president verdubbelde op de Amerikaanse dinsdagochtend de heffingen op staal- en aluminiumimporten uit Canada, van 25 naar 50 procent. Hij loste hiermee zijn – onlangs in de wet vastgelegde – dreigement in, dat hij invoerheffingen die dat buurland tegen de VS mocht treffen, ‘wederkerig’ zou vergelden door ze te verdubbelen.
Welkom in de wereld van de zelfverklaarde ‘tariff man’ Trump. Zelfs dieprode beurzen en snelgroeiende zorgen over een mogelijke recessie leggen het daarin af tegen zijn voorliefde voor importheffingen als favoriete blufkaart op handelsgebied.
Trump blijft heilig geloven in het nut van een handelsoorlog met Canada, Mexico, China – en binnenkort ook met Europa. Maar de pijn die dit beleid Amerikaanse burgers en bedrijven zal doen, begint het vertrouwen in de Amerikaanse economie danig te ondermijnen.
Afkicken
Trump weigerde afgelopen weekend uit te sluiten dat de importheffingen tot een recessie zullen leiden. Zijn minister Scott Bessent (Financiën) wakkerde de onzekerheid verder aan door te stellen dat de Amerikaanse economie door een „detox period” (afkickfase) heen moet. „De markt en de economie zijn gewoon verslaafd geraakt aan overheidsuitgaven.” Beleggers interpreteerden dit als een bevestiging dat Trump zijn economische beleid doorzet, ook als de aandelenmarkten blijven dalen.
De gevolgen op de beurzen spraken maandag boekdelen. Over de hele linie stonden de koersen in het rood, waarbij techaandelen harder daalden dan de rest. Dinsdag leek de paniek wat af te nemen, maar echt herstel bleef als gevolg van aanhoudende onzekerheid uit. En toen Trump ’s ochtends aankondigde de importheffingen op Canadees staal en aluminium te verdubbelen van 25 naar 50 procent, uit boosheid over een Canadese heffing op elektriciteit, hervonden de beurzen hun weg naar beneden al snel.
Belastingverlagingen
Amerikaanse indices doen het daarmee al heel 2025 slechter dan beurzen elders in de wereld. Zowel de S&P 500 als technologiebeurs Nasdaq staat inmiddels lager dan op de dag van Trumps verkiezingszege, in november. Geen ‘Trump bump’ zoals aan het begin van zijn eerste termijn in 2017, en zoals beleggers ook nu weer hadden gehoopt, maar een ‘Trump slump’.
Waar veel investeerders en bedrijven kort na Trumps winst hoopten dat een periode van lastenverlichting en deregulering zou aanbreken, maken zij zich inmiddels vooral zorgen over zijn impact op de economie. Importheffingen maken het dagelijks leven van Amerikanen duurder en de inflatie is al hoog. Veel bedrijven bereiden zich voor op lagere winsten, meer ontslagen, en dus een rem op de economische groei. Niet voor niets begint het woord stagflatie (een stagnerende economie gecombineerd met een hoge inflatie) veelvuldig rond te zingen onder analisten.
Trump blijft er vooralsnog ongevoelig voor. Hij heeft de importheffingen namelijk mede hard nodig om een centrale verkiezingsbelofte in te lossen: verlenging van de grootschalige belastingverlagingen uit zijn eerste termijn, waarvan vooral grote bedrijven en ultrarijken profiteerden. Eind dit jaar lopen die af en verlenging kost minstens 5.000 miljard dollar.
De VS voeren al een hoog begrotingstekort (circa 6 procent van het bbp) en de staatsschuld is eveneens hoog (ruim 120 procent van het bbp). De inkomsten uit importheffingen (en geplande megabezuinigingen op de federale overheid) kunnen dit gat in de schatkist deels dichten. Trump kan zo weerstand van fiscale haviken in zijn Republikeinse Partij wegnemen, al gaat dat dan ten koste van de economische groei.
Electorale impact is voor partij
Trump kan zich volgens de grondwet in 2028 niet herkiesbaar stellen. Maar in 2026 kan zijn partij al wel afgestraft worden bij de eerstvolgende Congresverkiezingen. De gestegen kosten van levensonderhoud onder zijn Democratische voorganger Joe Biden vormden in november een belangrijke reden voor kiezers om op Trump te stemmen en de Republikeinen een meerderheid in beide kamers van het Congres te gunnen.
Trump laat zich er graag op voorstaan dat hij als voormalig zakenman een uitstekend economisch inzicht heeft. Dit „instinct”, pochte hij recent nog, zou zelfs beter zijn dan dat van de centralebankiers van de Federal Reserve „en haar voorzitter”, Jerome Powell. Vorige week stelde de president in zijn toespraak tot het Congres ook dat hij „van de vorige regering een economische catastrofe erfde”.
Op dag vijftig van zijn tweede presidentschap verzuurt het sentiment onder beleggers en bedrijven over Trumponomics echter al. De vraag is of en wanneer ook de Amerikaanse – en dan vooral de Republikeinse – kiezers bezorgd worden. In een enquête van peilingbureau Ipsos klonk vorige week al een gebrek aan enthousiasme door: 36 procent van de ondervraagden die in november Republikeins stemden, antwoordde dat het met kosten van levensonderhoud onder Trump „niet de juiste kant op gaat”. Over andere punten van Trumps beleid toonden Republikeinse kiezers zich veel tevredener – en deze peiling werd afgenomen nog vóórdat de beurzen deze week hun forse daling inzetten.
Lees ook
Om Mars te kunnen koloniseren, eist Musk eerst dit stukje Texas op
Het is het grote vraagteken dat boven de YPF European Piano Competition hangt: wordt-ie wel of niet uitgereikt? De Grand Prix Youri Egorov, vernoemd naar de Russisch-Nederlandse pianist (1954-1988), wordt alleen toegekend als de jury unaniem besluit dat een finalist beschikt over een exceptioneel muzikaal, artistiek en pianistiek talent van internationale allure. Tot nu toe gebeurde dat slechts één keer. Dit jaar was het weer raak: de Franse Paul Salard (2007) speelde zichzelf zondagavond in het Muziekgebouw aan ’t IJ met aanstekelijke flair naar de overwinning. Hij won ook de eerste prijs, publieksprijs en prijs voor beste uitvoering van het opdrachtwerk, nadat hij in de halve finale al de kamermuziekprijs had ontvangen.
Die uitslag oogstte geen verbazing. De zeventienjarige pianist mocht in zijn introductievideo dan nog wat schuchter overkomen, toen hij achter de piano kroop – de Glenn Gould-achtige gekromde houding kan hij voor zijn gezondheid beter afleren – en de eerste noten van Jan-Peter de Graaffs Lock, stock and barrel in de toetsen plantte, voelde je: hier gebeurt iets. Wat een geestdrift! De groove die hij vond in dit verplichte opdrachtwerk vertaalde hij daarna naar een uitzonderlijk verfrissende uitvoering van Beethovens Eerste pianoconcert. Soms bijna dansend op de pianokruk ging hij daarin wel vaak zijn eigen weg, maar orkest Phion onder leiding van Benjamin Levy liet zich maar wat graag door hem meeslepen.
Salard nam het op tegen Viviana-Zarah Baudis (Duitsland, 1999) en Brecht Valckenaers (België, 2000). Tweede prijswinnaar Baudis gaf de piano er in Lock, stock and barrel flink van langs, maar klonk toch een tikkeltje bedachtzaam voor een compositorische aanwijzing als ‘unleash your inner drama queen’. In haar prima, maar wat monochrome vertolking van Beethovens Eerste pianoconcert sprong het langzame tweede deel met rijkelijk stromende lyriek er het meeste uit.
Niveau
De derde prijs ging naar Valckenaers, die zijn voorliefde voor hedendaagse muziek deze avond niet verzilverde. In De Graaffs solowerk, dat zich ongewoon veel in de uitersten van het klavier afspeelt, miste hij het reliëf dat zijn concurrenten wel aanbrachten. In zijn cleane vertolking van Beethovens Vierde pianoconcert (technisch uitdagender dan het eerste) liet hij de overvloed van parelende noten prachtig glanzen, maar leverde hij voor een grote zaal niet de pit die Beethoven wel nodig heeft.
Dit was de tweede keer dat het YPF-concours, voorheen uitsluitend toegankelijk voor studenten of afgestudeerden uit Nederland of van Nederlandse conservatoria, ook openstond voor deelnemers uit de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Hierdoor zijn de kansen op deelname voor pianisten van Nederlandse conservatoria kleiner geworden. De kernmissie van de YPF (Young Pianist Foundation) is het op weg helpen van Nederlands pianotalent, maar in de twee Europese edities die intussen zijn gehouden, zijn er geen Nederlandse finalisten geweest.
Dit roept de vraag op: wat betekent deze internationale verbreding feitelijk voor het niveau en ontwikkelingskansen van pianotalent in Nederland? Finalisten winnen behalve prestige en prijzengeld ook netwerkgelegenheden, masterclasses en begeleiding bij de opbouw van hun carrière. Waar Nederlandse violisten het landelijke Oskar Back Concours hebben als springplank, is een vergelijkbare opstap voor pianisten nu alleen bereikbaar door zich in de internationale arena te meten.
Finale YPF European Piano Competition met Paul Salard, Viviana-Zarah Baudis en Brecht Valckenaers. Phion o.l.v. Benjamin Levy. Gehoord: 9/3. Muziekgebouw, Amsterdam