Experts: verbeter de definitie van obesitas en kijk ook naar de verdeling van vet over het lichaam

Er moet wereldwijd een nieuwe definitie voor obesitas komen. Alleen de verhouding tussen lengte en gewicht, uitgedrukt in BMI, levert geen goede diagnose op. Naast de body mass index moet ook de verdeling van vet over het lichaam meetellen.

Een internationale commissie van 58 experts adviseert dit in The Lancet Diabetes & Endocrinology. De aanbevelingen, onderschreven door 76 gezondheidsorganisaties, kunnen de obesitaszorg wereldwijd verbeteren als landen die overnemen. In Nederland zouden zorgverleners al moeten kijken naar buikomvang en andere aanwijzingen zoals een hoge bloeddruk.

Obesitas wordt in de meeste landen gedefinieerd door het gewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meters: de body mass index. Een BMI van 30 of hoger geldt voor volwassenen als obesitas.

Een gevaar van alleen deze grove graadmeter is zowel over- als onderdiagnose: mensen met overtollig vet rond lever en hart hebben niet altijd een hoge BMI. En je kunt ook een hoge BMI hebben zonder ziek te zijn – veel bodybuilders bijvoorbeeld. BMI als obesitas-indicator is bovendien gebaseerd op mensen van Europese afkomst, terwijl mensen van Aziatische afkomst bij eenzelfde BMI veelal een hogere vetmassa hebben – en een hoger risico op aandoeningen.

Aanvullende metingen

De experts in The Lancet opperen aanvullende metingen voor een betere diagnose: de buikomvang (taille) in verhouding tot de heupen en de lengte is één graadmeter. Er zijn ook apparaten die vetverdeling over het lichaam meten. Bij een BMI vanaf 40 kun je zonder extra meting van obesitas spreken, schrijven ze. Met een betere definitie kan obesitas een ziekte heten, in plaats van alleen een voorbode van ziekten.

De commissie pleit daarnaast voor twee categorieën: ‘klinische obesitas’ is een aandoening die gepaard gaat met verhoogde bloeddruk, gewrichtspijn of moeite met dagelijkse handelingen zoals aankleden – om een paar klachten en symptomen te noemen. Bij ‘preklinische obesitas’ heeft iemand wel overtollig vet, maar werken de organen nog goed. In Nederland is een BMI lager dan 30 met een grote buikomvang of klachten die gerelateerd zijn aan overgewicht nu ook genoeg voor behandeling, net als in advies van The Lancet. Maar niet zelden blijft de juiste diagnose achterwege.


Lees ook

Hoe meet je of je te zwaar bent?

Hoe kun je het beste meten of je te zwaar bent of niet?

De wetenschap is er allang uit dat obesitas een ziekte is. „Maar om van overheden formele erkenning te krijgen is soms een hele toer”, zegt Erasmus MC-hoogleraar en internist Liesbeth van Rossum. Zij is in Nederland en Europa betrokken bij de aanpak van obesitas. „Niet alleen worden behandelingen daardoor niet altijd overal vergoed, ook wordt obesitas vaak gezien als een simpel gewichts- of gedragsprobleem.”

In Nederland wordt sinds 2008 onderscheid gemaakt tussen overgewicht (risico op ziekte) en obesitas (ziekte). „We houden hier ook rekening met verschillende etnische achtergronden”, zegt Jutka Halberstad, gespecialiseerd in obesitas bij kinderen, onder meer aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze vindt het goed dat de Nederlandse behandelrichtlijn in lijn ligt met het Lancet-advies. Hoewel in de praktijk buikomtrek en vet nog te vaak niet gemeten worden, volgens Van Rossum.

Veel controverse

De commissie signaleert in de medische wereld nog veel controverse. Wie obesitas als ziekte ziet, ontkent volgens sommigen de individuele verantwoordelijkheid en moedigt ongezond gedrag aan. Anderen zeggen dat verschillen tussen mensen met veel lichaamsvet te groot zijn om obesitas een ziekte te noemen. Juist daarom stelt de commissie klinische criteria op. Het gebrek daaraan belemmert de erkenning van obesitas als ziekte en dat doet de zorg geen goed.

De experts benadrukken dat vooroordelen mensen met obesitas en behandelaars in de weg zitten. Niet alleen eigen keuzes, maar ook genen, biologische mechanismen en een ongezonde omgeving geven de doorslag bij het ontwikkelen van obesitas. Stigma’s, ook bij mensen zelf, kunnen een vicieuze cirkel in gang zetten waardoor mensen zorg mijden en juist meer aankomen.

Er is overigens een verschil tussen het bepalen van obesitas bij individuen en het meten van obesitas in de bevolking. In de statistiek telt nu alleen BMI. Wereldwijd hebben ruim een miljard mensen obesitas (BMI vanaf 30), in Nederland is dat 16 procent. Ruim de helft van de volwassenen heeft overgewicht (vanaf 25). In 2050 is dit naar verwachting 64 procent.