Experts kritisch op plannen Klever: ‘Snijden in ontwikkelingshulp kan onbedoelde neveneffecten hebben’

Voortaan is er alleen nog geld voor die dingen waar Nederland „in uitblinkt” zoals watermanagement, voedselzekerheid en gezondheid. Het volgens minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, PVV) „versnipperde” huidige landschap van de Nederlandse projecten wereldwijd wordt komende jaren teruggebracht naar drie onderwerpen, drie regio’s en drie Nederlandse belangen. Dat gaat hand in hand met een bezuiniging van zeker 2.4 miljard.

Die drie Nederlandse belangen, handel en economie, veiligheid en stabiliteit en migratie, noemt de minister „een relevanter beleid voor Nederlandse belastingbetalers”.

Dat internationale ontwikkelingshulp zich voortaan enkel zal richten op direct Nederlands eigenbelang is „echt nieuw” ziet Dirk Jan Koch, bijzonder hoogleraar ontwikkelingsstudies aan de Erasmus Universiteit.

„We spraken altijd van verlicht eigenbelang”, als het goed gaat met andere landen is het ook goed voor Nederland, legt Koch uit. Bijvoorbeeld door het vergeven van studiebeurzen aan talentvolle studenten uit ontwikkelingslanden. „Iemand die studeert in Rotterdam en daarna minister wordt in thuisland Indonesië zal altijd een warme band met Nederland voelen.” Deze meer indirecte langetermijnvisie van samenwerkingen ziet Koch nu helemaal verdwijnen. Investeren in onderwijs is, samen met onderwerpen als vrouwenrechten, sport en cultuur, volledig geschrapt uit de begroting. Het nieuwe beleid van Klever moet op korte termijn direct gewin opleveren voor Nederland.

De betrokken Nederlandse burger kan nooit compenseren wat Klever nu gaat bezuinigen

Sara Kinsbergen
hoofddocent ontwikkelingsstudies Radboud Universiteit

Ontvangers van Nederlands ontwikkelingsgeld moeten in de toekomst uitgroeien tot handelspartners. Het met elkaar verbinden van hulp, handel en investeringen zou bijdragen aan het „verdienvermogen” van Nederland. Bedrijven krijgen een vooraanstaande rol in de internationale samenwerkingen van Klever. Koch voorziet dat dit in sommige meer ontwikkelde landen kan werken maar waarschuwt ook voor onbedoelde neveneffecten. „Als je enkel investeert in bijvoorbeeld landbouw onder de voorwaarden dat boeren alleen Nederlandse zaden mogen afnemen concurreer je misschien de lokale boer wel weg.”

Dirk Jan Koch, bijzonder hoogleraar internationale ontwikkelingstudiesErasmus Universiteit.
Foto Privé-archief

Nabuurregio’s

Ook de geografie van landen waar Nederland mee zal samenwerken gaat veranderen, zegt Koch. Waar het voorheen verspreid was over meerdere werelddelen wil Klever het aantal gebieden waar Nederland actief is terugschroeven naar drie „nabuurregio’s”. Die regio’s zijn volgens minister Klever direct van invloed op de Nederlandse veiligheid. Het gaat om West-Afrika, de Hoorn van Afrika en het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Nederlandse programma’s moeten volgens de nieuwe plannen in de nabuurregio’s onder meer meehelpen aan het bestrijden van mensensmokkel, zorgen voor voedsel en water en de politie versterken.

Koch sluit niet uit dat Klever nieuwe samenwerkingen zal aangaan met landen in de nabuurregio’s die technisch gezien geen ontwikkelingslanden zijn. „Turkije is even rijk als Griekenland en toch zullen we daar waarschijnlijk nieuwe programma’s gaan zien op het gebied van migratie.”

Over het terugbrengen van het aantal onderwerpen waar Nederland actief programma’s voor optuigt is Koch positief: „Het is verstandig om je te onderscheiden op thema’s waar je meerwaarde hebt, daar pleiten experts al langer voor”. Maar door de koppeling aan direct eigenbelang en kortetermijnresultaten voorziet hij een backlash. „Het is niet verkeerd dat iemand er een keer goed de bezem doorheen haalt, maar de meetlat die gebruikt wordt is heel riskant en contraproductief.”

Sara Kinsbergen, hoofddocent ontwikkelingsstudies Radboud Universiteit
Foto Radboud Universiteit

Ontslagen

Ook professor Sara Kinsbergen, hoofddocent ontwikkelingsstudies aan de Radboud Universiteit voorziet „een hele nieuwe realiteit” binnen de sector. Bestaande Nederlandse hulporganisaties zullen moeten gaan krimpen, fuseren of omvallen. „Ontslagen zijn er al”, zegt ze.

Kinsbergen is gespecialiseerd in particuliere initiatieven die zich los van overheidsprogramma’s bezighouden met ontwikkelingssamenwerking. Waar in eerder beleid deze groep als losstaande entiteit werd gezien, benoemt Klever deze expliciet: „Nederlanders zijn betrokken bij ontwikkelingslanden. Het kabinet gaat na waar de overheid deze betrokkenheid van kleine particuliere initiatieven zou kunnen ondersteunen”.

Bezuinigen op grote organisaties en multilaterale projecten en meer verantwoordelijkheid bij de burger. Deze koerswijziging schrijft Kinsbergen toe aan de politieke kleur van minister Klever. „Als de samenleving per se wil geven, kunnen ze dat zélf doen bedoelt Klever daarmee”, zegt Kinsbergen.

Over een ding zijn Klever en Kinsbergen het eens; er zijn veel Nederlanders die geven om ontwikkelingslanden. De professor verwacht dat er meer donaties zullen volgen aan zowel grote organisaties als aan kleine particuliere initiatieven. „Maar die betrokken Nederlandse burger kan nooit compenseren wat Klever nu gaat bezuinigen.”


Lees ook

Hoewel de nood hoog blijft, korten Europese landen flink op ontwikkelingshulp

Er wordt voedsel uitgedeeld bij een lokaal liefdadigheidscentrum in Sana’a, Jemen. In Jemen lopen een „half miljoen vrouwen en kinderen gezondheidszorg mis”, aldus een onderzoek van een Britse parlementaire commissie over bezuinigingen op ontwikkelingshulp.