Experiment om academisch jaar te verkorten, loopt stuk op verplicht aantal onderwijsuren

Onderwijsvernieuwing Het Nederlandse academische jaar is relatief lang en intensief, aldus minister Dijkgraaf van Onderwijs. Met een pilot wil hij kijken hoe dat beter kan. Zijn voorstel blijkt per direct tegen bestaande onderwijswetgeving aan te lopen.

De campus van de Universiteit Utrecht.
De campus van de Universiteit Utrecht.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Veertien universiteiten en een hogeschool gaan proberen de werkdruk voor studenten omlaag te brengen door hun collegejaar ‘slimmer en korter’ te maken middels een serie pilots. Dinsdag presenteerde minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, D66) het project, waarvoor hij 12,7 miljoen uittrekt tot 2027. Minister Dijkgraaf schrijft dat het enthousiasme bij onderwijsinstellingen goed aangeeft „hoe groot de behoefte is bij studenten, onderzoekers en docenten aan meer ademruimte. […] Deze pilots moeten hen meer rust en ruimte gaan bieden.” Maar of het plan haalbaar is, moet nog blijken.

De helft van de Nederlandse studenten ervoer in 2021 psychische klachten, die goeddeels voortkwamen uit toegenomen prestatiedruk. Volgens het ministerie van Onderwijs, dat zich baseert op een onderzoek van De Jonge Akademie, komt dat deels doordat het Nederlandse academisch jaar „intensief en lang is: gemiddeld tot wel negen weken langer dan bij andere vergelijkbare universiteiten in de EU”. Daarom moet een deel van de pilots het aantal onderwijsweken „verantwoord verminderen”.


Lees ook Helft studenten heeft psychische klachten

Gordiaanse knoop

Daarbij legt het kabinet universiteiten beperkingen op die elkaar uitsluiten. Het ‘verminderen’ zal namelijk niet gebeuren door meer onderwijsuren (daar vallen zowel zelfstudie- als contacturen onder) per week in te roosteren; dat zou tenslotte de druk alleen maar verhogen, volgens Dijkgraaf. Anderzijds, zo bevestigt het ministerie desgevraagd, moeten de deelnemende universiteiten zich blijven houden aan de wettelijk vastgestelde urennorm van 1.680 uur per jaar. Kortom: het aantal onderwijsuren per week mag niet worden verhoogd terwijl het totaal aantal onderwijsuren per jaar niet mag worden verlaagd.

Een Gordiaanse knoop voor deelnemende universiteiten. Zo ook voor de Universiteit van Amsterdam (UvA), die volgens het ministerie een van de ‘penvoerders’ van het pilotproject is. De grootste universiteit van Nederland doet met verschillende opleidingen van de faculteiten Geesteswetenschappen, Maatschappij- en Gedragswetenschappen en Natuurwetenschappen mee aan de pilots.

De UvA ontwringt zich aan het dilemma door te korten in het aantal contacturen, want „daar zit de ruimte”. Binnen de pilot hebben UvA-opleidingen de mogelijkheid om binnen het blok van acht weken te werken met een 1-6-1 of 6-1-1 indeling, „waarbij het verschil is dat de week zonder geroosterde activiteiten aan het begin of juist aan het einde van het blok zit”, aldus een woordvoerder. Die ene week kan worden benut voor zelfstudie, voorbereiding op nieuwe vakken of herkansingsweek. „Deze week blijft dus een onderwijsweek en is geen extra vrije week. Wel geeft de week rust en ruimte voor docenten en studenten door het ontbreken van geroosterde activiteiten.”

In de praktijk betekent dit dus dat er één week minder college wordt gegeven per jaar op de bovengenoemde faculteiten. Zo slinkt de druk op docenten, aldus de UvA. Op de vraag wat de student heeft aan het inperken van de contacturen luidt het antwoord: „Die kan dan zelf zijn tijd indelen. Geen fysiek onderwijs dus, maar zelfstudie.” Volgens de woordvoerder is het daadwerkelijk inkorten van het academisch jaar niet mogelijk: „Hoe zou dat moeten werken, als een instelling wel die urennorm moet halen? Dat is meer een vraag voor het ministerie van onderwijs.”

‘Urennorm als paal boven water’

Desgevraagd haalt het ministerie van Onderwijs de schouders op bij de oplossing van de UvA: „Hoe ze het oplossen, is aan de UvA zelf. De constatering dat het Nederlands academisch jaar te laat eindigt, erkennen we. Maar de urennorm staat in ieder geval als een paal boven water.”

Volgens voorzitter Joram van Velzen van de Landelijke Studentenvakbond is het onduidelijk hoe het plan van de minister studenten dient: „Ik vraag me af hoe het veranderen van contacturen naar zelfstudie helpt bij het creëren van rust en ruimte in het onderwijs.”

Naast het ‘verantwoord verminderen’ van het aantal weken onderwijs en tentamens, zetten de pilots ook in op het ‘slimmer’ inrichten van het academisch jaar. Zo wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar het anders inplannen van tentamens. Volgens Van Velzen vallen die vaak vlak na de kerstvakantie. Daardoor hebben studenten weinig ontspanningsmomenten gedurende het jaar, en krijgen ze het gevoel dat ze „van deadline naar deadline rennen”.