N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Natuurbranden Na het zuidoosten wordt nu ook het noordwesten van Canada getroffen door grote bosbranden. Een oppervlakte van meer dan de helft van Nederland is getroffen.
Bosbranden in Northwest Territories kleuren de lucht boven het dorp Fort Smith oranje. Foto Dana Fergusson/AFP
Meer dan 6.500 inwoners van de Canadese provincie Northwest Territories zijn geëvacueerd vanwege de bosbranden die in het gebied woeden, meldt de BBC woensdag. De provincie heeft de noodtoestand afgekondigd en zeker vijf gemeenschappen opgeroepen hun huis te verlaten.
Het vuur kwam woensdagochtend binnen 20 kilometer van Yellowknife, met ongeveer twintigduizend inwoners de grootste nederzetting van Northwest Territories. Ook daar moeten inwoners zich klaar maken om te vertrekken, schrijven lokale autoriteiten. Het dorpje Enterprise in het zuiden van de provincie is door het vuur verzwolgen.
„Mijn hart breekt voor de mensen van Northwest Territories”, schrijft de Canadese premier Justin Trudeau op X (voorheen Twitter). Hij kondigt hulp van de landelijke overheid en het leger aan.
Recordbranden
Alleen al in Northwest Territories is dit jaar volgens de Canadese overheid 21.000 vierkante kilometer aangetast door branden, meer dan de helft van de oppervlakte van Nederland. Van de 268 branden die dit jaar in de dunbevolkte provincie hebben gewoed, zijn tot nu toe 32 gedoofd.
Canada kampt dit jaar met uitzonderlijk grote bosbranden. Het aantal branden per jaar neemt weliswaar geleidelijk af, maar het verbrande oppervlak is dit jaar groter dan ooit. Eerder deze zomer zorgden branden in Quebec voor tienduizenden evacuaties en rookoverlast in miljoenensteden.
Mensen kunnen een gesprek voeren op een druk feestje of in een kantoortuin, al het andere gepraat uitfilteren als irrelevant, en het tóch opmerken als elders hun naam valt. Het cocktail party effect noemen psychologen dat sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw (dat was voordat kantoortuinen aan hun opmars begonnen). Het fenomeen is natuurlijk niet aan feesten of kantoren gebonden. Zelfs baby’s herkennen hun eigen naam tussen verder irrelevant gekeuvel.
En, laten Britse en Franse onderzoekers nu zien, honden kunnen dat ook! In het wetenschappelijke tijdschrift Animal Cognitionbeschrijven onderzoekers hoe ze tientallen honden van diverse rassen (en ook zonder ras) vier geluidsopnames lieten horen van hun baas, die achter de luidspreker in de onderzoeksruimte zat maar niet naar de hond keek. De baas las op die opnames een tekst voor over de pot goud aan het eind van de regenboog en zei in twee van de opnames de naam van de hond en „kom dan”. Ook had de baas twee opnames in ‘hondgerichte spraak’ ingesproken (extra hoog en duidelijk) en twee in een mensgerichte stem. Honden keken het vaakst naar hun baas als die hun naam zei en hondgerichte spraak gebruikte en véruit het minst vaak als de baas mensgericht sprak zonder de hond bij naam te nomen. Maar ook in mensgerichte spraak trok de naam van de hond diens aandacht.
Kan de regering van Donald Trump de rechter negeren? In de zaak van de uitgezette Kilmar Armando Abrego Garcia draait het precies om die vraag. Redacteur Bas Blokker constateert dat de Amerikaanse rechtsstaat zwaar onder druk staat. En dat Trump tot nu toe zo ver kan gaan als hij zelf wil.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Willem Drees lag voor twee euro te koop bij een Amsterdamse antiquair. Althans, zijn in 1983 onder de titel Herinneringen en Opvattingen uitgekomen memoires. Ik sloeg onmiddellijk toe.
Het toeval wilde – het toeval kan erg opdringerig zijn – dat een dag eerder Pieter Omtzigt met enig pathos de Nederlandse politiek verlaten had. „Vandaag kondig ik mijn afscheid van de landelijke politiek aan”, zei hij op een filmpje.
Het klonk alsof een groot staatsman van ons heenging. Hij stond ook fier overeind, hoewel je van iemand die vanwege een burn-out vertrekt, eerder een liggende houding op een doorgezakt matras verwacht.
Gelukkig bleek hij trots op zijn partij te zijn, en ook op zichzelf, want hij liet niet na op zijn talrijke verdiensten te wijzen. Meer dan 21 jaar had hij Kamerlid mogen zijn, maar „de tol daarvan was best groot geweest”.
Hoe zou de oude Drees ernaar gekeken hebben? Met enige afkeer, vermoed ik. Borstklopperij was hem vreemd, aan uiterlijke schijn had hij een hekel. Over zijn hang naar soberheid doen legendarische anekdoten de ronde. Mijn favoriete is deze. Tijdens een diner van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, werden de biefstukken op een schaal rondgedeeld. Drees nam er een vanaf, sneed hem doormidden en legde de helft terug op de schaal – dit tot verbijstering van partijgenoot Ed van Thijn, een zichtbare voorstander van héle biefstukken.
Drees was na de Tweede Wereldoorlog twaalf jaar politiek leider van de PvdA, drie jaar minister van Sociale Zaken en vicepremier en van 1948 tot 1958 minister-president. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Nederlandse verzorgingsstaat. Hij was een rustig formulerende man met een ietwat eentonige stem, die het vermogen had in weinig woorden ingewikkelde zaken tot de kern terug te brengen. Persoonlijke aanvallen op tegenstanders vermeed hij zoveel mogelijk.
Hij kon zeer principieel zijn: hij nam in 1971 afscheid van de PvdA omdat hij de opkomst van Nieuw Links niet lustte; hun boekje Tien over Rood noemde hij „een dwaas geschrift, ver beneden de intelligentie van de beide schrijvers en van verscheidene ondertekenaars”. (De schrijver waren Han Lammers en Hans van den Doel). „Het was voor mij een dramatische gebeurtenis”, schrijft Drees in zijn memoires: „67 jaar was ik lid geweest, achtereenvolgens van de SDAP en de PvdA, die ik mede had opgericht.”
Drees sprak niet vaak over zijn privéleven, des te meer indruk maken de schaarse alinea’s in dit boek waarin hij dat als 96-jarige wél doet.
„Tijdens ons gelukkige huwelijk heeft een verschrikkelijk verdriet ons getroffen. Ons tweede kind, een bijzonder lief en intelligent meisje overleed op zesjarige leeftijd. Mijn levenspartner heeft de leeftijd van 85 jaar bereikt en werd na een huwelijk van 63 jaar van mij weggenomen. (…) Het verscheiden van mijn vrouw heeft voor mij een zwaar verlies betekend. Zij had mij ’s morgens nog voorgelezen tot kwart voor één. Aan tafel gezeten slaakte zij een zucht en ging zij van ons heen, getroffen door een hartaanval. Zij heeft dus niet geleden, en dat is op zich zelf een groot voorrecht.”
Drees zelf overleed in 1988 op 101-jarige leeftijd. Ook voor hem was, om met Omtzigt te spreken, de tol soms „best groot” geweest.