Wie profiteerde van de coronasteun aan KLM? Was dat alleen de Nederlandse luchtvaartmaatschappij? Of ook de Franse zustermaatschappij Air France of de holding Air France-KLM?
Dat zijn de centrale vragen in de almaar voortdurende juridische strijd rond de staatssteun die het Nederlandse kabinet in 2020 verstrekte aan KLM. Volgens het kabinet was de steun – 2,4 miljard euro aan garanties voor bankleningen en een overheidslening van 1 miljard – alleen voor KLM.
De Europese Commissie onderschreef die Nederlandse uitleg en keurde de steun in juni 2020 goed. De steun hielp KLM door de pandemie. In de EU is staatssteun verboden, maar tijdens de coronacrisis werd die regel tijdelijk versoepeld. Met als een belangrijke voorwaarde: het moet kraakhelder zijn wie de financiële hulp ontvangt. Dan kan worden bepaald in hoeverre de steun de Europese vrije markt verstoort.
Woensdag bepaalde het Europese Gerecht echter dat de Commissie die goedkeuring niet had mogen geven. Het Gerecht, de een-na-hoogste rechter in de EU, stelde dat de Commissie een fout heeft begaan bij „de identificatie van de begunstigden van de verleende steun”.
De tweede keer
Volgens de Europese rechter konden de holding Air France-KLM en luchtvaartmaatschappij Air France „op zijn minst indirect profiteren van het voordeel dat met de betreffende staatssteun werd verschaft”. In december keurde het Gerecht op dezelfde wijze Franse staatssteun aan Air France af.
De juridische procedure is aangespannen door Ryanair. De Ierse budgetmaatschappij, de grootste luchtvaartmaatschappij van Europa, strijdt al jaren tegen de coronasteun aan KLM en andere nationale maatschappijen. Volgens Ryanair zorgde die steun voor oneerlijke concurrentie en hield de coronahulp kwakkelende concurrenten onterecht op de been.
„De Commissie moet optreden als hoeder van het gelijke speelveld in de luchtvaart”, aldus de Ierse maatschappij woensdag in een reactie op zijn website. Er lopen nog minstens vier andere zaken bij het Europees Gerecht of, in hoger beroep, bij het Europees Hof: over Duitse steun aan de maatschappijen Lufthansa en Condor, steun van het Finse kabinet aan Finnair en Portugese steun aan TAP.
In de KLM-zaak was het al de tweede keer dat het Gerecht de goedkeuring van de Europese Commissie nietig verklaarde. In 2021 bepaalde de rechter al dat de Commissie niet voldoende had onderbouwd dat alleen KLM de steun zou krijgen en niet Air France of Air France-KLM. Daarop stuurde de Commissie een nieuwe motivering. Die heeft het Gerecht woensdag opnieuw afgekeurd.
In theorie kan de Commissie wéér een nieuwe onderbouwing sturen. Ook kunnen de Nederlandse staat en KLM in beroep gaan tegen het vonnis van het Gerecht.
Het ministerie van Financiën noemt de uitspraak teleurstellend. „We bestuderen het vonnis om de gevolgen en eventuele vervolgstappen in kaart te brengen”, aldus een woordvoerder tegen persbureau ANP. Ook KLM zegt in een reactie de uitspraak te gaan bestuderen en vervolgstappen te onderzoeken.
Financiële sancties
Het kabinet steunde KLM voor een bedrag van 3,4 miljard euro. De steun bestond uit een garantiestelling voor bankleningen van maximaal 2,4 miljard en een directe lening door de staat van maximaal 1 miljard. KLM heeft uiteindelijk 942 miljoen gebruikt: 277 miljoen van de overheidslening en 665 miljoen in de vorm van bankleningen met staatsgaranties.
KLM heeft de steun geheel terugbetaald. In april 2023 zegde het bedrijf de kredietfaciliteit op. Dat maakt de eis van Ryanair dat begunstigde bedrijven de staatssteun moet terugbetalen in dit geval lastig te verwezenlijken. Maar als aan het eind van de juridische strijd blijkt dat KLM onterecht coronasteun heeft gekregen, zijn volgens een woordvoerder van het Gerecht ook andere financiële sancties of compensatie mogelijk.
Het pakket van 3,4 miljard euro was overigens niet de enige steun die de Nederlandse overheid aan KLM gaf tijdens de pandemie. De luchtvaartmaatschappij kreeg 2 miljard euro aan NOW-steun, bedoeld om personeel door te betalen (een gift), en voor 1,5 miljard uitstel van belastingen. Daarvan staat nog 1,3 miljard euro uit, aldus de Algemene Rekenkamer. Die meldde dinsdag in een rapport dat bij grote ondernemingen in Nederland, waaronder dus KLM, in totaal 4,8 miljard euro uitstaat aan coronabelastingschuld. Het midden- en kleinbedrijf en zelfstandigen moeten bij elkaar 9,2 miljard euro aan uitgestelde belastingen terugbetalen.