Nederland heeft het internationaal recht geschonden in de zaak van een Bahreinse asielzoeker, met als gevolg dat hij is uitgezet en na een summier proces tot levenslang is veroordeeld in zijn geboorteland. Dit heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dinsdag geoordeeld. Volgens het Hof heeft de immigratiedienst IND onvoldoende zorgvuldig en rigoureus onderzocht of Ali al-Showaikh terecht vreesde voor politieke vervolging en „onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing”, zoals het Europees recht voorschrijft.
Om die reden en vanwege de „doodsangst” die Al-Showaikh door het Nederlandse falen heeft doorgemaakt, veroordeelt het Europees Hof demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) tot betaling van 50.000 euro schadevergoeding aan de uitgezette Bahreiner. Al-Showaikh zit nu zo’n vijf jaar in de beruchte Jau-gevangenis in de Bahreinse woestijn, is naar eigen zeggen gemarteld en ging onlangs met honderden medegevangenen in hongerstaking tegen de erbarmelijke omstandigheden (collectieve straffen, ontzegde medische zorg, nauwelijks tijd buiten de overbevolkte cellen).
Het Hof legt Van der Burg niet op Al-Showaikh terug te halen, maar maant de staatssecretaris in omfloerste termen wel „gepaste maatregelen” te nemen om ervoor te zorgen dat Al-Showaikhs „rechten worden gewaarborgd”. Het is een voor het Hof zeldzame uitnodiging aan Nederland om te overwegen zich diplomatiek in te zetten voor Al-Showaikh. Of Nederland dat daadwerkelijk gaat doen, bepaalt Van der Burg volgens zijn woordvoerder pas na uitgebreidere bestudering van het vonnis.
Lees ook
n Nederland was Ali al-Showaikh niet welkom, in Bahrein zit hij nu levenslang vast
Last-minute tweede asielverzoek
Het Europees Hof verwijt Nederlandse justitie met name het last-minute tweede asielverzoek van de toen 27-jarige Bahreiner te hebben afgewezen zonder inhoudelijke beoordeling. Al-Showaikh probeerde enkele dagen voor zijn uitzetting zijn vrees voor vervolging te onderbouwen met een document waaruit bleek dat een gearresteerde landgenoot tijdens een strafrechtelijk verhoor zijn naam had genoemd, maar de IND onderzocht dit Arabische stuk niet omdat het gekopieerd en onvertaald was en omdat de dienst vermoedde dat Al-Showaikh het alleen inzette om zijn uitzetting te frustreren.
Onterecht, oordeelt het Hof, dat Nederland een „te beperkte aanpak” verwijt. De IND had dit document inhoudelijk moeten beoordelen, én in het licht van informatie die Al-Showaikh eerder had ingediend, onder meer over de slechte mensenrechtensituatie in Bahrein. Ook omdat het ingediende document een gelekt, vertrouwelijk verhoor was dat Al-Showaikh niet zo maar van het internet had kunnen plukken.
Verbolgen
Het vonnis van het Hof is een nieuw hoofdstuk in het langlopende dossier-Al-Showaikh, dat al meermaals tot kopzorgen leidde bij Van der Burgs voorgangers. Na publicaties van NRC eiste de Tweede Kamer opheldering en zegde toenmalig asielstaatssecretaris Mark Harbers (VVD) een inspectieonderzoek toe. Daaruit bleek onder meer dat de Nederlandse ambassadeur van Bahrein verbolgen was dat de IND had nagelaten informatie bij hem in te winnen. Had de immigratiedienst gebeld, dan had de ambassadeur gewaarschuwd dat het soennitische regime in Bahrein „zeer hard optreedt” tegen kritische sjiieten zoals Al-Showaikh. Volgens een hoogleraar en drie universitair docenten migratierecht aan wie NRC de vertrouwelijk bevindingen van de inspectie voorlegde, bleek daaruit dat de IND met name onvoldoende onderzocht hoe gevaarlijk het was dat Al-Showaikhs broer een naar het buitenland gevluchte activistenleider was.
De vader van de uitgezette Bahreiner, Mohammed al-Showaikh, heeft „gemengde gevoelens” bij het vonnis, zegt hij tegen NRC. Hij is „nog niet opgelucht” zolang onduidelijk is of Nederland druk gaat uitoefenen op de Bahreinse autoriteiten, die soms ogenschijnlijk willekeurig gratie verlenen aan politieke gevangenen. Buitenlandse Zaken reageert net als Justitie vooralsnog niet op de vraag of die inspanning er komt, maar benadrukt wel dat het sinds de uitzetting Al-Showaikhs rechtszittingen heeft bijgewoond, herhaaldelijk zorgen heeft geuit over een „eerlijk proces en humane behandeling” en informeerde naar Al-Showaikhs gezondheid. In die zeldzame diplomatieke inzet – Nederland volgt uitgezette asielzoekers nooit – moest niettemin geen erkenning van schuld gelezen worden, zei het ministerie eerder al, maar „reguliere werkzaamheden op het vlak van mensenrechten”.
Het is niet de eerste keer dat het Nederlandse uitzetbeleid een juridische tik op de vingers krijgt. In 2021 oordeelde de Raad van State na onderzoek van NRC naar gemartelde uitgezette Soedanezen dat Nederland geen asielzoekers uit dat Oost-Afrikaanse land meer mocht uitzetten, alvorens gedegen onderzoek te doen naar de risico’s.