N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Banken Sinds de financiële crisis van 2008 staan Nederlandse banken onder verscherpt toezicht. Dat betaalt zich nu uit, ziet Dirk Schoenmaker.
Het faillissement van Silicon Valley Bank afgelopen weekend leidt tot grote onrust in de bancaire sector. Het laatste ‘ongeluk’ is Credit Suisse, de Zwitserse bank die er al langer slecht voorstond. Toch is er geen reden voor paniek. De Nederlandse en Europese banken zijn vooralsnog schokbestendig. Het financiële systeem staat namelijk onder verhoogde dijkbewaking.
In 2008 kwam het financiële systeem, dat gebaseerd is op vertrouwen, zwaar onder druk te staan en vormde het faillissement van Lehman Brothers de genadeklap. Dit leidde tot de grootste financiële crisis sinds de depressie van de jaren dertig. Maar een parallel is niet te maken. Nu de centrale banken de rente in versneld tempo verhogen, komen de lijken bovendrijven. De situatie is nu anders dan in 2008: de kapitaaleisen zijn hoger en het toezicht is versterkt.
Hoe konden banken in de Verenigde Staten afgelopen weekend dan toch failliet gaan? Silicon Valley Bank (SVB) en het eveneens omgevallen Signature Bank zijn middelgrote banken. Banken onder de 250 miljard dollar staan in de VS onder lichter toezicht dan de grote banken, die hogere kapitaaleisen hebben en jaarlijkse stresstests moeten ondergaan. SVB is ten onder gegaan aan ouderwets renterisico. De bank had staatsobligaties op de balans die in waarde daalden door de renteverhogingen van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, terwijl SVB dit renterisico niet had afgedekt. Afgelopen vrijdag begon vervolgens een razendsnelle bank run, waarbij depositohouders hun geld overmaakten naar andere banken.
Lees ook: Vertrouwen in banken daalt, inflatie stijgt: de gevolgen van het SVB-debacle
‘Bail in’
De Amerikaanse overheid heeft bij beide banken ingegrepen om de deposito’s, óók de onverzekerde deposito’s boven de 250.000 dollar, te garanderen. Veel tech start-ups in Silicon Valley hadden hun geld bij SVB staan. Bij een mogelijk verlies op hun deposito zouden ze hun personeel aan het einde van de maand niet meer kunnen betalen. Dat wilde de overheid voorkomen.
Dit betekent dat ‘bail in’ van onverzekerde deposito’s niet heeft gewerkt. Na de crisis spraken bankentoezichthouders af zich te beperken tot de verzekerde deposito’s. Onverzekerde deposito’s zouden in de verliezen delen. Veel academici hadden al voorspeld dat dit voornemen niet realistisch was: want in een crisis willen autoriteiten de onrust bezweren.
In Amerika is er op dit moment geen overslag naar de grote banken, die beter gekapitaliseerd zijn en onder zwaarder toezicht staan. In Europa is Credit Suisse, een grote bank onder zwaarder toezicht, wél getroffen. Maar Credit Suisse wordt al langere tijd geteisterd door schandalen en grote verliezen; de Zwitserse bank staat bekend als zwakke broeder. Zoals het vaak gaat bij zwakke broeders, zoeken die een rijke oom op. Dat was in dit geval een Saoedische bank die eerder een belang van bijna 10 procent in Credit Suisse had genomen. Een groter belang zit er niet in voor de Saoedische bank omdat dan zwaardere regels gelden. Toch leidt de op zich logische weigering van de Saoedische grootaandeelhouder om zijn aandelenpakket uit te breiden nu tot paniek, met terugtrekking van deposito’s bij Credit Suisse. De Zwitserse centrale bank heeft inmiddels een noodkrediet van 54 miljard dollar verstrekt.
Smeekbedes van banken
De hamvraag is hoe we de stabiliteit van de Nederlandse en Europese banken moeten inschatten. De hervormingen na de financiële crisis hebben tot hogere kapitaaleisen en overheveling van het toezicht naar de ECB geleid. Dit ECB-toezicht is, net als in de VS voor de grote banken, zwaarder dan voorheen. De uitgangsituatie is dus beter dan tijdens de crisis van 2008-2009.
Toch waart er onrust rond onder de Europese banken, die 10 tot 15 procent in waarde zijn gedaald op de aandelenbeurzen. De ECB heeft verhoogde dijkbewaking ingesteld; ontwikkelingen bij banken worden nauwlettend in de gaten gehouden en de leningen van banken aan Credit Suisse zijn in kaart gebracht. Tot op heden is er echter geen reden voor de paniek die zich nu lijkt voor te doen op financiële markten. De versterking van toezicht en verhoging van kapitaaleisen – indertijd tegen de zin van de banken– betalen zich nu terug.
Wel zijn er lessen te trekken. De middelgrote banken in de VS stonden onder verlicht toezicht. Het is nu overduidelijk dat dat ten onrechte was; de eisen moeten over de hele linie scherp zijn. Europa heeft gelukkig niet aan de smeekbedes van banken toegegeven. De tweede les is dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. De Zwitserse toezichthouder had eerder en steviger moeten ingrijpen bij het kwakkelende Credit Suisse. Redding zoeken bij een grote aandeelhouder (zoals indertijd Barclays in het Midden-Oosten) moet een alarmsignaal zijn.