Eurocommissaris Paolo Gentiloni: ‘Onze groei vorig jaar was hoger dan die in de VS of in China’

Economische vooruitblik Volgens de Eurocommissaris zijn er volop redenen optimistisch te zijn over de Europese economie, ondanks de stugge inflatie.

Een bezoeker van een Franse supermarkt. De economische groei in de EU bedraagt dit jaar waarschijnlijk 1 procent. Brussel roept landen op te matigen met het pompen van overheidsgeld in de economie.
Een bezoeker van een Franse supermarkt. De economische groei in de EU bedraagt dit jaar waarschijnlijk 1 procent. Brussel roept landen op te matigen met het pompen van overheidsgeld in de economie. Foto AFP/Jeff Pachoud

Het recessiespook is uit de lucht en de Europese economie staat er een stuk beter voor dan nog maar recent voorspeld. De boodschap uit Brussel, waar de Europese Commissie haar driemaandelijkse economische vooruitblik presenteerde, was positief, aan het eind van een winter die de EU ook zonder Russisch gas goed is doorgekomen.

Eurocommissaris Paolo Gentiloni (Economie) ziet volop redenen optimistisch te zijn, zegt hij maandagochtend in gesprek met vier Europese kranten, waaronder NRC. Twee „zwarte zwanen”, zegt Gentiloni, kreeg de Europese economie te verduren: de coronapandemie en de Russische inval in Oekraïne. „Maar als je nu kijkt naar de cijfers”, zegt de Italiaan, „dan zie je dat onze groei vorig jaar hoger was dan die in de Verenigde Staten of in China.” De economische groei in de EU was in 2022 3,5 procent, tegenover 3 procent in China en 2,6 procent in de VS.

Maandag stelde de Commissie de groeiverwachting voor dit jaar naar boven bij, van 0,8 procent naar 1 procent. De verwachtingen voor de Nederlandse economie zijn nog positiever: die groeit dit jaar met 1,8 procent, tegenover de eerder voorspelde 0,8 procent. Volgend jaar zit Nederland met 1,2 procent wel wat onder het eurozonegemiddelde van 1,6 procent, onder meer door de hoge inflatie.

Brussel concludeert immers ook dat de inflatie hardnekkig hoog blijft en veel minder snel afneemt dan eerder voorspeld. Om die inflatie te drukken roept de Commissie lidstaten daarom nu op steunmaatregelen voor burgers en bedrijven af te bouwen en geen „expansief begrotingsbeleid” te voeren. Veel overheidsgeld in de economie pompen kan de prijzen immers nog verder opdrijven en dat maakt de missie van de Europese Centrale Bank om inflatie te beteugelen met renteverhogingen nog ingewikkelder.

Fors investeren

Die boodschap van ‘matiging’ botst met een andere die Brussel onlangs uitzond, namelijk de oproep aan lidstaten om fors te investeren in groene bedrijven. In reactie op een Amerikaans groen stimuleringspakket en de groeiende concurrentie met China versoepelde de Europese Commissie onlangs de staatssteunregels om meer groene subsidies ook in Europa mogelijk te maken.

Die tegenstrijdigheid, erkent Gentiloni, is „het grootste begrotingsdilemma waar we nu voor staan. Natuurlijk kunnen we het monetaire beleid niet ondermijnen met expansief begrotingsbeleid. Maar tegelijkertijd kunnen we de noodzaak niet ontkennen om niet alleen de groene transitie te ondersteunen, maar ook onze rol te versterken in de ‘schonetechnologierace’ die in de wereld gaande is.”

Makkelijk op te lossen is dat dilemma niet. De private sector zal in Europa zijn steentje moeten bijdragen, zegt Gentiloni. En daarnaast benadrukt hij het belang van gezamenlijke Europese subsidies, die investeringen mogelijk blijven maken terwijl EU-lidstaten tegelijk hun begrotingsbeleid matigen. Onder meer de miljarden uit het bestaande coronaherstelfonds, waaruit zwakke lidstaten meer kunnen putten dan sterke, kunnen daaraan bijdragen.

Maar daarnaast is volgens de Italiaan ook een nieuw ‘soevereiniteitsfonds’ nodig – iets wat ook voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen eerder al aankondigde. Zo’n fonds moet schone technologie Europa-breed gaan stimuleren. Hoe zo’n nieuw fonds gefinancierd moet worden wil de Commissie later bekend maken. Maar onder meer Nederland vreest nu al dat ook het idee van gemeenschappelijke EU-leningen, zogenaamde eurobonds waarvoor de Commissie namens de EU geld mag lenen op de kapitaalmarkten, weer op tafel komt te liggen.

Eurocommissaris Paolo Gentiloni.
Foto Caisa Rasmussen

Op de financiering van het fonds gaat Gentiloni niet in. Wel verdedigt hij de noodzaak ervan. „De race voor schone technologie winnen is een gemeenschappelijk Europees belang. En ja: we hebben gemeenschappelijke regelgeving en particuliere investeringen nodig. Maar we hebben ook Europees geld nodig voor projecten die een Europese schaal hebben.” Dat de discussie hierover ingewikkeld wordt weet Gentiloni. Maar alsof hij eventuele kritiek voor wil zijn, benadrukt hij vast dat de opzet van het fonds anders kan zijn dan dat van het coronaherstelfonds. „Toen ging het om een vorm van solidariteit, om herverdeling van sterkere lidstaten naar zwakkere. Maar als we het hebben over een gemeenschappelijk doel, over onze gemeenschappelijke concurrentiekracht, dan betekent dat niet noodzakelijk dat we weer moeten herverdelen. En dus moeten we het eens kunnen worden.”

Optimistisch mensp

Gentiloni erkent zelf: hij is een optimistisch mens. Óók als het gaat om een andere discussie in Europa die eveneens verhit lijkt te gaan verlopen: die over het hervormen van de begrotingsregels. Onlangs presenteerde de Commissie een voorstel. Daarin wil ze lidstaten meer flexibiliteit geven om te voldoen aan de Europese normen van een begrotingstekort van maximaal 3 procent en een maximale staatsschuld van 60 procent van het bruto binnenlands product.

De kritiek op het voorstel is niet mals. Vooral de Duitse minister van Financiën Christian Lindner is fel en eist dat lidstaten met een te hoge schuld die jaarlijks met ten minste 1 procentpunt terugbrengen. Als er zoveel kritiek klinkt, zegt Gentiloni, „zijn er twee conclusies mogelijk. Ofwel, het voorstel was niet goed. Ofwel, het voorstel was juist gebalanceerd, waardoor je kritiek van alle kanten krijgt maar je door een gezamenlijke inspanning wel een akkoord kan bereiken. „Persoonlijk ben ik volledig overtuigd van deze tweede benadering.” Niet in de laatste plaats, zegt de Italiaan, omdat het alternatief is dat de EU teruggaat naar de handhaving van de oude regels. „Dat was geen goede situatie. Uiteindelijk was er onder lidstaten brede consensus dat ze moesten worden aangepast.”