N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Staatssteun Deze woensdag presenteert de Europese Commissie, met een nieuw Europees ‘Groen Industrieplan’, haar antwoord op het ambitieuze Amerikaanse vergroeningsplan.
Is de Europese Unie een koploper in de groene economie van de toekomst, of moet ze juist snel een inhaalslag inzetten? Die vraag leidt in Europa dezer dagen tot vertwijfeling, verhitte discussies en allerlei proefballonnetjes. Deze woensdag presenteert voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen háár antwoord, met een nieuw Europees ‘Groen Industrieplan’.
Het is een balanceeroefening, tussen tal van verschillende opvattingen over hoe Europa om moet gaan met méér concurrentie in de klimaattransitie, zoals het ambitieuze vergroeningsplan van de Amerikaanse president Joe Biden, dat voorziet in groene subsidies voor Amerikaanse bedrijven.
„De race om schone technologie is in volle gang”, aldus Von der Leyen afgelopen week tijdens een speech in Brussel. „Dit kan alleen maar goed nieuws zijn voor onze planeet. Maar het zal onze eigen schone transitie in gevaar brengen als er geen gelijk speelveld wordt geboden.”
Belangrijkste én controversieelste onderdeel van het plan is het versoepelen van de regels voor staatssteun – iets waar onder meer Nederland uitermate weinig voor voelt. Tegelijk is het debat over de vraag of Europa hiermee voldoende uitgerust is om een nieuwe mondiale ‘groene’ concurrentiestrijd aan te gaan, nog zeker niet beslecht.
Lees Welke Europese bedrijven vallen voor de groene miljarden van Joe Biden?
Nog niet zo lang geleden blaakte de EU nog van het zelfvertrouwen over haar groene plannen voor de weg naar een klimaatneutrale toekomst. Met de zogeheten ‘Green Deal’ had ze eind 2019 immers mondiaal het voortouw genomen. Maar die zelfverzekerdheid smolt de afgelopen maanden opvallend snel weg. Reden: een grootschalig klimaatplan van president Joe Biden, waarmee in totaal 369 miljard euro wordt uitgetrokken voor het stimuleren van een groene Amerikaanse economie.
De zorg over de impact van dat plan op de Europese industrie is rap gegroeid. Vooral omdat het Amerikaanse klimaatplan een sterk protectionistisch tintje heeft: om voor subsidies en belastingvoordelen in aanmerking te komen, moeten bedrijven op Noord-Amerikaanse bodem produceren. Het gevolg, zo is de vrees in Europa, is dat bedrijven wel twee keer zullen nadenken voor ze nog in een Europese ‘groene’ productielijn investeren. Een massale trek naar de VS zou aanstaande zijn – ook omdat de energieprijzen in Europa nog altijd veel hoger zijn.
Geen fonds
En dus zou Europa met een eigen, vergelijkbaar plan moeten komen – zo klonk het de afgelopen maanden luid vanuit het Europese bedrijfsleven. Een eerste aanzet daartoe komt vandaag uit Brussel, met een nieuw plan de groene industrie in Europa te stimuleren. Daartoe moet het voor lidstaten vooral eenvoudiger worden bedrijven in bijvoorbeeld hernieuwbare energie of groene waterstof te ondersteunen. Die steun kan ook bestaan uit belastingvoordelen – vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten, en volgens bedrijven sneller en eenvoudiger te benutten dan subsidies.
Lees ook: Europa worstelt met eigen antwoord op Amerikaanse subsidiegolf
Maar de normaal vrij strenge staatssteunregels in Europa zijn er niet voor niets: ze voorkomen dat bedrijven uit grote landen met ‘diepe zakken’ als Duitsland en Frankrijk concurrentievoordeel hebben binnen de EU. Premier Mark Rutte sprak onlangs zijn zorg uit over het „te snel loslaten van staatssteunregels” die ,,één van de grote krachtige pilaren onder de gemeenschappelijke interne markt” zijn. Dat het voor EU-landen nu eenvoudiger gaat worden geld en fiscale kortingen uit te delen, kan ook binnen Europa voor scheve verhoudingen gaan zorgen – iets waar een klein land als Nederland traditioneel voor waakt.
Om dat te voorkomen pleiten sommige lidstaten, Italië voorop, daarom tegelijk voor een nieuwe gezamenlijke Europese pot geld waaruit bedrijven kunnen putten. Maar ook daar stuiten ze op verzet van onder meer Nederland, maar daarnaast landen als Duitsland, Oostenrijk en Finland, die sowieso niks voelen voor Europese fondsen. Bovendien, zeggen zij niet geheel onterecht: er is nog een hoop EU-geld beschikbaar dat ingezet kan worden om de groene industrie te ondersteunen.
Voorlopig sluit de Europese Commissie zich daarbij aan: met plannen voor een fonds komt Von der Leyen woensdag nog niet. Wel wil ze 380 miljard aan andere fondsen herverdelen. Maar de discussie is daarmee nog niet voorbij, zeker niet omdat de effecten van het versoepelen van de staatssteunregels zichtbaar zullen gaan worden.
Bovendien blijft de vraag staan: moet Europa zich wel laten verleiden tot een subsidiewedstrijd met de Verenigde Staten – en op de achtergrond China? De Europese ‘Green Deal’ koos er juist voor om via het beprijzen van uitstoot en het stellen van duidelijke normen de klimaattransitie aan te jagen. Critici, ook in Brussel, vragen zich af waarom de EU zo snel in paniek raakt nu Amerika alleen maar fors de portemonnee trekt.