Heel voorzichtig zet Europa nieuwe stapjes om zich beter te wapenen tegen economische dreigingen. Woensdag presenteerde de Europese Commissie een nieuw pakket maatregelen dat de traditioneel zeer open Europese economie beter moet beschermen tegen risico’s als gevolg van groeiende geopolitieke spanningen. Brussel wil onder meer de controle op buitenlandse investeringen in Europese bedrijven verstevigen en exportcontroles binnen Europa beter stroomlijnen.
De voorgestelde maatregelen zijn onder meer een reactie op het getouwtrek rond de Nederlandse chipmachinemaker ASML, die de afgelopen jaren te maken kreeg met door de VS afgedwongen exportrestricties richting China. En hoewel dat laatste land nauwelijks in de plannen wordt genoemd, zijn ze overduidelijk bedoeld om de EU beter te beschermen tegen economische dreigingen uit dat land.
Lees ook
De EU wil de Europese economie beter beschermen. Maar hoever willen lidstaten daarin gaan?
‘Shoppen’
Ook in de toekomst moet het eindbesluit nationaal genomen worden. Maar de Commissie wil wel dat EU-landen hun nationale overwegingen Europees gaan bespreken en ook meer Europese afstemming bereiken over waarom wel of niet. Dat moet onder meer voorkomen dat bedrijven kunnen gaan ‘shoppen’ omdat het exportbeleid per lidstaat verschilt, en ze onder de restricties uit komen door iets vanuit een ander EU-land binnen de EU te verschepen.
Handelscommissaris Valdis Dombrovskis sprak woensdag van „het risico van een lappendeken [..]”, die niet alleen leidt tot „fragmentatie van de interne markt” maar landen ook blootstelt „aan geopolitieke druk.” Tegelijk benadrukte de Let dat de uiteindelijke beslisbevoegdheid nog altijd bij lidstaten ligt. Nog altijd voelen niet alle EU-landen evenveel voor Europese bemoeienis met exportbeleid.
Dat is nog sterker zo bij het gevoeligste onderdeel van het woensdag gepresenteerde pakket: het screenen van hoeveel geld Europese bedrijven elders in de wereld investeren. Vorig jaar maart suggereerde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen nog daarvoor snel met een voorstel te komen, bijvoorbeeld om te kunnen monitoren hoezeer Europese bedrijven cruciale productieprocessen naar China verplaatsten. Maar de weerstand hiertegen is – naast in Nederland ook in Duitsland en Frankrijk – groot. Voorlopig blijft het daarom bij de aankondiging dat de mogelijke risico’s hiervan nogmaals zullen worden onderzocht.
Bureaucratie voorkomen
Vestager verdedigde de voorzichtige aanpak woensdag. „Door dit stap voor stap te doen, verzanden we niet in een machtsstrijd met lidstaten, maar kunnen we dit samen gaan onderzoeken.” Ook wees de Deense erop te veel bureaucratie voor bedrijven te willen voorkomen.
Concreter is het voorstel om niet-Europese investeringen in EU-bedrijven beter te gaan screenen om te voorkomen dat strategische sectoren in buitenlandse handen komen. Bijvoorbeeld een Europese haven, waar China een steeds groter belang in krijgt, of een chipbedrijf dat ongewild wordt overgenomen. Vijf jaar geleden besloot de EU al zulke investeringen te gaan monitoren, maar de afgelopen jaren werd duidelijk dat dat in de praktijk onvoldoende gebeurde – door een handvol landen zelfs helemaal niet.
Nu wil de Commissie garanderen dat EU-landen de investeringen ook echt gaan monitoren en zich daarbij specifiek concentreren op sectoren waar risico’s groot zijn. Ook moeten EU-landen gaan kijken naar verdachte investeringen uit een andere lidstaat, als het vermoeden bestaat dat daar in werkelijkheid een niet-Europese actor achter zit.
Ten slotte suggereert de Commissie ook dat universiteiten zich beter bewust moeten worden van mogelijke diefstal van strategische kennis. Een nieuw Europees centrum moet universiteiten en onderzoekscentra gaan bijstaan in het onderzoeken van kwetsbaarheden. Overigens wordt Nederland daarbij gezien als een voorbeeld: op dit moment bereidt demissionair minister Robbert Dijkgraaf (Hoger Onderwijs) een wetsvoorstel voor dat het Nederlandse universiteiten mogelijk maakt onderzoekspersoneel te screenen om zogeheten „kennisveiligheid” te garanderen.
Over het geheel genomen zijn het nog kleine stappen, meer gericht op risicoscreening dan op risicobeperking. Maar voor de EU, die open vrijhandel altijd als uitgangspunt heeft gehad, is het toch een duidelijke accentverschuiving. De Europese Unie, benadrukte Dombrovskis, blijft open staan voor zaken. „Maar het verbeteren van onze economische veiligheid zal ons in staat stellen ons open economisch model te behouden.”