Na jaren van diepe onenigheid is de Europese Unie het eens geworden over een hervorming van het asiel- en migratiebeleid. Het akkoord betekent de grootste aanpassing van de gezamenlijke regels in zeker tien jaar en wordt gezien als een doorbraak in een van de politiek gevoeligste Europese dossiers.
De regels moeten ervoor zorgen dat migranten zonder recht op asiel sneller worden opgemerkt en uitgezet, terwijl vluchtelingen eerlijker verdeeld worden over Europa. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt over wat EU-landen kunnen en mogen doen als het aantal migranten plotseling fors toeneemt of wanneer migranten door een vijandig land als instrument voor politieke druk worden ingezet.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen spreekt in een verklaring van een „historisch akkoord” dat leidt tot een „effectieve Europese reactie op een Europese uitdaging”. „Het betekent dat de Europeanen zullen beslissen wie naar de EU komt en wie mag blijven, en niet de smokkelaars. Het betekent het beschermen van mensen in nood.”
Het akkoord komt op een pikant moment, terwijl migratie in steeds meer lidstaten een politiek explosief thema is geworden en pakweg een half jaar vóór de Europese verkiezingen in juni volgend jaar. Centrum-rechtse partijen hopen dat dit akkoord wind uit de zeilen haalt van radicaal-rechts, dat in veel EU-landen in opmars is. Van linkse partijen en ngo’s klinkt al direct scherpe kritiek op de nieuwe regels, die tot een hardvochtige behandeling van migranten zouden leiden.
Flitsprocedure
Cruciaal in de plannen is een duidelijk omschreven ‘grensprocedure’ voor migranten die de EU binnenkomen. Migranten uit landen waarvan het aandeel succesvolle asielaanvragen lager ligt dan 20 procent gaan automatisch een soort flitsprocedure in. Het betekent dat ze in speciale centra terecht komen en bij een negatief besluit snel kunnen worden teruggestuurd.
Het moet ertoe leiden dat kansarme migranten Europa sneller verlaten. Tegelijk heeft de EU afgesproken dat de opvanglast van migranten met meer kans op asiel eerlijker verdeeld zal worden. Alle EU-landen worden verplicht solidariteit te tonen richting aankomstlanden als Italië en Griekenland hoewel ze mogen kiezen in welke vorm: ofwel het overnemen van migranten, ofwel het betalen van een vergoeding van 20.000 euro per niet-overgenomen asielzoeker.
Lees ook Grijpt EU ‘laatste kans’ op akkoord over migratiebeleid?
„De zoveelste anti-Italiaanse uitspraak door een communistische rechter”, reageerde Matteo Salvini, vicepremier en voorzitter van de rechtse Lega-partij, nadat een rechtbank in Rome op 18 oktober had geoordeeld dat een groep migranten die Italië naar nieuwe opvangcentra in Albanië had overgebracht, daar niet mocht blijven. „Voel je je communist, trek dan je toga uit en neem deel aan de verkiezingen”, zei Salvini nog.
Senaatsvoorzitter Ignazio La Russa, partijgenoot van premier Giorgia Meloni bij het radicaal-rechtse Broeders van Italië, merkte op dat magistraten „moeten respecteren dat rechts de verkiezingen won”. Hij hintte op een mogelijke grondwetshervorming die „de relatie tussen politiek en magistratuur duidelijker kan stellen”. En minister van Buitenlandse Zaken Antonio Tajani (van het rechts-liberale Forza Italia) beschuldigde „een klein, links deel van de magistraten” van politiek gemotiveerde aanvallen tegen premier Giorgia Meloni „net zoals vroeger tegen Silvio Berlusconi”, de oud-premier die vorig jaar overleed en oprichter van Tajani’s partij.
Het zijn enkele recente voorbeelden van een groeiende kloof die ontstaat tussen rechtse politici en de magistratuur in Italië. En geregeld gaat het over migratie-gerelateerde kwesties.
Zulke commentaren dragen bij aan een gespannen klimaat, zegt rechter Lilli Arbore (60) via een videoverbinding vanuit Bari, in Zuid-Italië. „Wij magistraten ondergaan de politieke aanvallen, die wij zelf niet opzoeken, maar we gaan de confrontatie niet uit de weg, en spreken als beroepsgroep met één stem.”
Rechter Silvia Albano – een van de zes rechters die de beslissing nam dat de eerste groep migranten die Italië naar Albanië had gestuurd, daar niet mocht blijven – ontvangt sindsdien doodsbedreigingen en moet worden beveiligd. „Dit is absoluut een kritiek moment”, zegt haar collega Lilli Arbore.
De uitspraak met betrekking tot de migranten werd wel getoetst aan een eerder arrest van het Europees hof van Justitie, herinnert rechter Arbore. „Voor alles zijn wij Europese rechters, gebonden aan de Europese wetten en regels.” Verder zijn Italiaanse magistraten „zeker ook burgers, elk met een eigen overtuiging. Maar als magistraten interpreteren wij de wet. De rechterlijke macht bestaat naast de uitvoerende en de wetgevende macht. Wij staan niet ten dienste van de politiek.”
‘Rode toga’s
De zware confrontatie tussen de rechtse regeringspartijen en de magistratuur doet onvermijdelijk terugdenken aan de periode-Berlusconi. Tijdens de niet aflatende stroom van rechtszaken tegen hem haalde Berlusconi geregeld uit naar de in zijn ogen „communistische rechters” en „rode toga’s”.
In vergelijking met toen ziet Valentina Stella, rechtbankspecialist bij het juridische vakblad ‘Il Dubbio’, wel een wezenlijk verschil. „Berlusconi vocht een oorlog uit met de magistratuur vanuit de behoefte zichzelf tijdens zijn processen te verdedigen.” Zijn bewindsperiode werd berucht omdat het parlement een aantal wetten, die op maat van Berlusconi of diens bedrijven geschreven waren, zou goedkeuren. „Giorgia Meloni is daarentegen vastberaden een aantal dingen in de juridische sector te hervormen, vanuit haar politieke visie op justitie”, zegt Stella.
Een aantal hervormingen is al uitgevoerd en deed in gerechtelijke kringen al stof opwaaien. Zo is het misdrijf ‘machtsmisbruik’ – eerder bedoeld als ‘passieve corruptie’ – door openbare ambtenaren inmiddels afgeschaft. Zo kon een burgemeester worden vervolgd omdat hij een bedrijf of een persoon een gunst had verleend, of een politieagent kon worden aangeklaagd omdat hij onterecht een boete had uitgeschreven.
Openbare ambtenaren konden worden vervolgd, ongeacht of ze bij hun actie – of het gebrek daaraan – een persoonlijk materieel voordeel hadden. Tegenstanders noemden de wet zo breed en zo vaag, dat ambtenaren niet langer zouden durven te handelen. Ze wezen er ook op dat er niet eens zoveel rechtszaken uit de wet voortvloeiden. Maar sommige juridische experts noemen dat laatste een nogal wankele argumentatie om een wet dan maar af te schaffen.
Ook de invoering van het ‘preventief verhoor’ heeft tot behoorlijk wat controverse geleid. Voordat een verdachte wordt aangehouden, moet hij of zij voortaan al worden ingelicht dat er een onderzoek tegen hem of haar loopt, tenzij er risico is op vluchtgevaar of dat de verdachte zou kunnen sjoemelen met bewijs. Voorstanders van deze wijziging zeggen dat er vroeger veel te veel mensen preventief werden aangehouden, en dat dit een opsteker is voor de rechten van de verdediging. Maar gerechtelijke onderzoekers werpen op dat er nu geen sprake meer is van een verrassingseffect bij de verdachte tijdens het allereerste verhoor. Ze verliezen zo naar eigen zeggen een belangrijk voordeel tijdens het onderzoek.
Telefoontaps
Voorts werkt de Italiaanse meerderheid aan een beperking van de duur van telefoontaps tijdens opsporingsonderzoek, met uitzondering van maffia- en terreurzaken en gendergerelateerde delicten. Maar de belangrijkste hervorming, die onder magistraten ook tot de meeste bezorgdheid leidt, betreft het voornemen om de carrières van aanklagers en rechters – de ‘staande en zittende magistratuur’ – van meet af aan strikt van elkaar te scheiden.
„Aanklagers vrezen dat zij dan een soort ‘superflikken’ worden en dat ze zonder de band met de rechtbanken al te gevoelig dreigen te worden voor politieke sturing over welke delicten zij al dan niet behoren te vervolgen”, legt Valentina Stella uit. „De rechters zijn dan weer bezorgd dat hun functie wordt uitgehold, ten voordele van de officieren van justitie.”
Sowieso zijn beide groepen bezorgd dat indien de culturele band tussen openbare ministeries en rechtbanken wordt verbroken, de uitvoerende macht straks haar invloed op het rechtssysteem vergroot. Het voorstel wacht nog een lange parlementaire weg, met vrijwel zeker nog een referendum er achteraan. „De scheiding der carrières was al een stokpaardje van oud-premier Berlusconi, maar hij zette uiteindelijk niet door, uit vrees dat sommige magistraten misschien juist nog harder achter hem aan zouden gaan”, zegt rechtbankspecialist Stella. De rechtse meerderheid rond Meloni is nu wel vastberaden om het plan uit te voeren.
Lees ook
Verdediging Salvini aan zet in proces waarin hij celstraf riskeert
Naar schatting 130.000 demonstranten zijn zaterdagavond op de been gekomen in Valencia om het aftreden van regiopresident Carlos Mazón te eisen. De Spaanse krantEl Paísschrijft dat duizenden mensen zich met borden en spandoeken in het centrum van de stad verzamelden. Ze houden Mazón onder meer verantwoordelijk voor de trage hulpverlening na de overstromingen van eind oktober, die zeker 220 mensen het leven hebben gekost.
Veel Valencianen denken dat er minder slachtoffers waren gevallen als het regiobestuur van Mazón de bevolking eerder had gewaarschuwd. Die stuurde pas na acht uur ’s avonds een sms naar alle burgers van Valencia, toen de straten al overstroomd waren en mensen van hun werk naar huis reden of anderszins de weg op gingen. De Spaanse meteorologische dienst had al dagen gewaarschuwd voor het noodweer, ook op dinsdagochtend, toen de regen het hevigst was.
In het centrum van Valencia zongen demonstranten meerdere leuzen. Ze riepen onder meer: „Wij zijn besmeurd met modder, jij met bloed”, zich richtend op Mazón. De demonstratie verliep desondanks grotendeels vreedzaam. Wel waren er bij het stadhuis korte tijd ongeregeldheden en de politie greep in toen er vuurpijlen werden afgeschoten.
De zware regenval, modderstromen en overstromingen veroorzaakten enorme schade in de regio Valencia, en ook in andere delen van Spanje. Inmiddels zijn zo’n 8.500 militairen en 10.000 agenten ingezet om hulp te verlenen. De Spaanse regering heeft tot dusver 10,6 miljard euro aan noodhulp uitgetrokken.