Erasmusprijs voor een filosoof die vooral grenzen wil doorbreken

Een „onbaatzuchtig denker” die helpt allerlei grenzen – tussen mens en techniek, mens en dier, vrouw en man, natuur en cultuur – minder star te maken en in plaats daarvan ‘fluïde’.

Zo prijst het bestuur van de Stichting Praemium Erasmianum de Amerikaanse filosoof en bioloog Donna Haraway, aan wie de Erasmusprijs dit jaar is toegekend. In haar werk verkent zij volgens het bestuur de „verbindingen tussen biologie, literatuur, kunst en ook sociaal en politiek handelen”.

Haraway (1944), die in haar lange loopbaan als hoogleraar vrouwenstudies verbonden was aan onder meer de Johns Hopkins University te Baltimore maakte wereldwijd naam met A Cyborg Manifesto (1985), een pleidooi voor een nieuwe relatie van mens en machine dat in korte tijd uitgroeide tot een cultboek.

Ook in haar latere werk strijdt Haraway volgens de stichting tegen ideeën en gedrag die „indruisen tegen humanistische idealen als gelijkwaardigheid en openheid”, voor mensen én „andere levende wezens”. Haar werk „inspireerde meerdere generaties filosofen, wetenschappers en kunstenaars die strijden tegen seksisme, racisme en soortisme”.

A Cyborg Manifesto (1985) paste naadloos in het intellectuele klimaat van de jaren tachtig, toen aan progressieve Amerikaanse universiteiten een nieuwe kritische theorie postvatte die aan de hand van Franse filosofen als Derrida en Foucault allerlei ‘binaire’ tegenstellingen op losse schroeven zette als onderdeel van een patriarchale en kapitalistische orde.

In dat klimaat sprak de boodschap van A Cyborg Manifesto aan dat feministen zich niet moesten bekommeren om een definitie van ‘vrouwelijkheid’ – alsof vrouw-zijn toch nog een essentie had – maar moesten leren ‘spelen’ met hun identiteit, ook als die ‘kunstmatige’ kanten had. „Wees liever een cyborg dan een godin”, was de anti-essentialistische strijdkreet.

De stichting looft ook Haraways latere werk. In Primate Visions (1990) bekritiseerde ze de primatologie die in haar ogen traditionele opvattingen over gender bevestigde. In When Species Meet (2007) en Staying with the Trouble (2016) „onderzoekt [Haraway] hoe we kunnen samenleven met andere organismen in een wereld die in ecologische crisis verkeert”. Ook daarin gaat het om minder rigide grenzen tussen mens en ‘niet-mens’.

In een interview door filosoof Marjan Slob zei Haraway vorig jaar in NRC dat ze zich in haar werk altijd al afzette tegen „het verbijzonderen van mensen”. Haraway, aldus Slob, ziet „versmeltingen alom”. „Iedereen heeft meer dan één identiteit”, zei Haraway tegen Slob, „en die verschillende kanten van jou kunnen allerlei verschillende relaties aangaan met tal van andere wezens. Identiteiten zijn dus dynamisch en mobiel.” Wat niet wegneemt dat stáán op één concrete identiteit volgens Harway soms nodig is in strijd om emancipatie.

Heel ander vaarwater

Haraway lijkt een herwaardering te beleven. Een cyborg manifest werd in 2023 opnieuw uitgegeven in Nederlandse vertaling. „Origineel aan Haraways manifest was dat zij biotechnologie en techniek niet louter zag als masculiene onderdrukking zoals in linkse kritiek gebruikelijk was”, aldus een bespreking van die uitgave in NRC „maar de progressieve en subversieve potentie ervan onderkende.”

Inmiddels is het ‘post-humanisme’ in een heel ander vaarwater terechtgekomen. In de VS zijn het nu miljardairs als Elon Musk die zich storten op alles wat te maken heeft met het vergroten van menselijke vermogens door kunstmatige intelligentie, het leggen van hybride verbanden tussen mens en machines en het overwinnen van ziektes of zelfs de dood. Al lijkt het hen – heel masculien – meer te gaan om macht dan om bevrijding.

De Erasmusprijs (150.000 euro) wordt sinds 1958 toegekend aan een persoon of instelling die „een buitengewoon belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de geesteswetenschappen en de kunsten”.