Foodtrucks, een optreden van een bekende artiest à la André Rieu op het Plein bij het Binnenhof, een popgroep in de Koninklijke Stallen, ontbijt met Kamerleden. Het lijstje met ideeën om Prinsjesdag te moderniseren, dat de NOS dit voorjaar publiceerde, bevatte er meer dan twintig. Achter de schermen, meldde de omroep, zou er door de Eerste en Tweede Kamer, ministeries, de gemeente Den Haag én de Oranjes worden gewerkt aan een plan om Prinsjesdag „weer een publiekstrekker” te maken.
Want dat de belangstelling vorig jaar langs de route van de Glazen Koets geringer was dan voor de coronapandemie kon iedereen constateren. Het boe-geroep en gefluit van demonstranten was voor iedereen in paleis Noordeinde duidelijk hoorbaar. Deze derde dinsdag van september zouden de eerste contouren van een gemoderniseerde Prinsjesdag te zien moeten zijn.
Alleen, wie straks kijkt zal net als voorgaande jaren koetsen en hoeden zien, en een Koninklijke Schouwburg vol Kamerleden die luisteren naar het staatshoofd dat de regeringsplannen voorleest. Veranderingen zijn er wel, maar heel subtiel.
Alle betrokkenen noemen het „superprematuur” om te zeggen dat Prinsjesdag zal veranderen. Ze spreken van een brainstorm of een evaluatie waarin „duizend bloemen mochten bloeien”. De koning zelf zei tijdens een persgesprek in juni dat hij allerlei wilde plannen had gelezen die hij niet herkende uit de gesprekken die híj had gevoerd.
Maar Willem-Alexander wees er ook op dat Prinsjesdag staatsrechtelijk een belangrijk moment is, en dat de Eerste Kamer het belang daarvan duidelijker onder de aandacht wil brengen.
Artikel 65 van de Grondwet
Daar zit de crux. Want is Prinsjesdag een serieuze aangelegenheid, namelijk de opening van het parlementaire jaar? Een dag die is vastgelegd in artikel 65 van de Grondwet en al sinds 1815 op min of meer dezelfde wijze en met dezelfde rituelen wordt omkleed?
Of is het meer? Bijvoorbeeld een kans voor de gemeente Den Haag om zich als koninklijke stad te afficheren? Een dagje uit, waarop bezoekers ook nog even een glimp opvangen van de koninklijke familie? Met een vorstelijke buitenbioscoop en koninklijke rondvaarten op de Hofvijver, en allerlei Prinsjes-aanbiedingen in de horeca? Al enkele jaren geleden had de gemeente het in haar ‘Kanskaart Toerisme’ over „het vermarkten van koninklijke activiteiten in de dagen voor Prinsjesdag”.
Tien dagen duurt Prinsjesdag inmiddels, met de avond ervoor (dat is wel nieuw) „een spetterend muziekfeest” in Haagse kroegen. Met een ontbijt voor mensen én voor de paarden (zaterdag, ook nieuw). Waarin de strandoefening van het Cavalerie Ere-Escorte met alle paarden (op de maandag) – georganiseerd door de koninklijke marechaussee – als onderdeel van „Royal September” wordt gepresenteerd.
Of is Prinsjesdag een viering van de democratie? In 2013 bedacht een zestigtal mensen werkzaam in politiek en publiciteit het Prinsjesfestival. Nadat de koninklijke stoet weer op het paleis was, zakte de dag als een plumpudding in, vonden zij. Terwijl dán de volksvertegenwoordiging aan de slag gaat. Er kwam een politiek cabaret, een politieke boeken- en fotoprijs (aangevuld met podcastprijs), er werden debatwedstrijden georganiseerd, en er is een hoedjesparade. Om mensen „laagdrempelig” kennis te laten opdoen over democratie.
Eerste Kamer
Het antwoord op wat Prinsjesdag is: al het bovenstaande. En tegelijkertijd: er is niet één enkele organisatie verantwoordelijk voor alles dat Prinsjesdag is of kan zijn, noch voor bezoekersaantallen. Niemand weet hoeveel bezoekers er komen. Alle verschillende organisatoren vinden wel dat er iets moet gebeuren om Prinsjesdag in de belangstelling te houden. Ieder coördineert zijn eigen deel.
Officieel is de Eerste Kamer leidend. Maar alleen voor „wat er binnen gebeurt”, zegt voorzitter Jan Anthonie Bruijn. Hij is de voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Eerste en Tweede Kamer, waarin de Koning de troonrede uitspreekt. De regering is grondwettelijk verplicht om aan de volksvertegenwoordigers te vertellen welke plannen ze heeft.
„Het is onze taak om te blijven uit te leggen waarom dat moment belangrijk is. De Kamerleden vertegenwoordigen de mensen in het land”, zegt Bruijn. „Het is een manier van openbaar bestuur die onder druk staat, en breekbaar is.”
Dat kan beter uitgelegd, erkent hij. De Eerste Kamer nodigt al elk jaar twee burgers per provincie uit om aanwezig te zijn. En er komt een korte animatie over wat Prinsjesdag is. „Geen aardverschuiving”, zegt zijn woordvoerder.
Een gedetailleerde beschrijving van het ‘buitengebeuren’, het ceremonieel en de stoet, liet Willem I in 1815 optekenen. „In wezen is dat sindsdien niet veranderd”, zegt Thijs van Leeuwen, auteur van Pracht en praal op Prinsjesdag. De kleine veranderingen die er waren, noemt hij „pragmatisch”.
Zo gaat de stoet sinds enkele decennia deels te voet, in plaats van helemaal te paard. Is wegens de verbouwing van het Binnenhof niet de Ridderzaal maar de Koninklijke Schouwburg de locatie van de Verenigde Vergadering. En is de Gouden Koets, wegens discussie over het koloniale zijpaneel, ingeruild voor de Glazen Koets.
De organisatie van de rijtoer en de balkonscène na afloop zijn in handen van de Dienst Koninklijk Huis. De organisatie rondom de route ligt dan weer bij de gemeente Den Haag. Die zet dranghekken neer. Tot ongenoegen van andere organisatoren hebben sommige daarvan zwart plastic waardoor je de stoet niet kan zien. Het is een overblijfsel uit coronatijd toen het publiek moest worden geweerd.
Veiligheidsmaatregelen
In de binnenstad zijn ook veiligheidsmaatregelen van kracht. Voorgaande jaren werden families met jonge kinderen door agenten vriendelijk doch dringend verteld een ander plekje uit de buurt van de demonstranten te zoeken. Voor de Raad van State werd het toen even grimmig. De politie mag tassen controleren, er liggen barricades in doorgaande wegen, en Kamerleden kwamen vorig jaar in geblindeerde bussen aan.
En de tribunes voor het publiek? Alle organisatoren verwijzen naar Peter Boelhouwer van DB Evenementen. Hij zet ze neer langs het Lange Voorhout. Twee tribunes waarvoor al decennialang kaartjes gekocht kunnen worden bij het toeristisch promotiebureau van de gemeente Den Haag. De tribunes die dit jaar door de organisatie van het Prinsjesfestival worden gevuld met 300 mbo’ers, die een quiz spelen en een Prinsjesdag-bingo. De tribunes die worden gehuurd door bedrijven, lobbyisten en bestuurders. Voor hen is Prinsjesdag een netwerkevenement.
Boelhouwer: „Dan hebben ze een inhoudelijk programma, een lunch en kijken ze naar de koets. Het nadeel is dat ze staan te kletsen en dan gesommeerd worden dat ze naar buiten moeten. Dan zijn ze soms te laat.” Vorig jaar stonden lokale bestuurders vast in het Haagse verkeer en bleef hun tribune deels leeg.
Boelhouwer regelt koffie en een klapstoel voor groepen uit Staphorst en Scheveningen die sinds jaar en dag in klederdracht langs de route staan. Hij weet over het high tea-arrangement bij Hotel Des Indes, en de lunch van de gemeente Den Haag in de Kloosterkerk. Ook daar regelt hij de tribunes.
Poncho’s
De tribunes waren vorig jaar leger, zag ook Boelhouwer. „Ik doe dit al twintig jaar. Vorig jaar stond de publieke tribune op een onhandige plek, het was lastig om daar bij te komen.” Maar het kwam eerder voor: „We hebben ook een jaar gehad dat het regende, mensen in poncho’s zaten, en snel weg waren.” Wat gaat helpen, denkt hij, is meer schermen langs de route.
„Dit is een uniek evenement. Als Hagenaar moet je er rete-trots op zijn. Dit heeft niemand in Nederland”, zegt hij. Maar hij is niet dé organisator.
„Vroeger kwamen mensen met koelboxen aan uit de trein. Langzaam is dat minder en minder geworden. De dalende populariteit van de koning en de aversie tegen ‘Den Haag’ tekent zich af op de tribunes”, zegt Evalien Timmers van het Prinsjesfestival.
„Hard gezegd: de tribunes zijn niet mijn probleem. Als Prinsjesfestival willen we het wel trekken, maar de landelijke overheid heeft nu al geen budget over voor wat we doen. We draaien dit jaar verlies.” Ze zegt dat álle organisatoren dezelfde wens hebben: meer belangstelling. „Maar wie geeft de opdracht? Niemand pakt écht die handschoen op. Of alleen een beetje op de eigen onderdelen.”