Meer dan 20.500 huishoudens in Enschede zijn woensdagochtend getroffen door een stroomstoring. Netbeheerder Enexis verklaarde later op de dag dat de storing verholpen is. Woensdag rond 11.00 uur meldde de netbeheerder de stroomstoring in de stad. Volgens lokale omroep RTV Oost waren op meerdere plekken winkels gesloten en zijn er meldingen gedaan van vastzittende liften.
De oorzaak van het probleem lag bij één verdeelstation in Enschede-Noord, waar kortsluiting plaatsvond tijdens werkzaamheden. Volgens RTV Oost vond er vanochtend een explosie plaats, waarbij een gewonde zou zijn gevallen. De gewonde, vermoedelijk een monteur, zou naar het ziekenhuis zijn gebracht. De gemeente bevestigde de melding van een „incident” in een verdeelstation.
De storing was vooral merkbaar aan de noordoostelijke kant van de stad, en in de naburige plaatsen Glanerbrug en Lonneker. Het ziekenhuis in de binnenstad van Enschede, Medisch Spectrum Twente (MST), had geen last van de stroomstoring, aldus een woordvoerder tegen RTV Oost.
Brandweerlieden zouden mensen uit de liften bevrijden, meldt de NOS. En op sommige plekken waren mensen zelf het verkeer gaan regelen, blijkt uit beelden die online gedeeld worden.
Lees ook
‘Deze storing laat zien hoe erg we afhankelijk zijn van internet. We gedragen ons al als kippen zonder kop’
De gemeente Helmond gaat aangifte doen tegen chemiefabrieken Chemours en Custom Powders wegens het jarenlang lozen van zwaar vervuild afvalwater in het riool. Afgelopen weekend kwam in een uitzending van tv-programma Zembla aan het licht dat de Helmondse fabriek Custom Powders zeker vijftien jaar lang gevaarlijk hoge concentraties PFAS afvoerde via het riool.
Het ging om naar schatting duizenden kilo’s PFOA, een inmiddels verboden en kankerverwekkende vorm van de chemische stof PFAS die Chemours tot en met 2012 in Dordrecht produceerde. In Helmond werd de vloeibare PFOA vervolgens omgezet in een poeder dat werd gebruikt om bijvoorbeeld waterafstotende producten te maken. Volgens Zembla drong Chemours erop aan dat het afval daarvan in het riool werd gestort.
Ja, het was beter geweest als de vervuiling eerder geconstateerd was
Een „milieudelict”, noemt de Helmondse wethouder Arno Bonte (GroenLinks) die lozingen. „De bedrijven hebben de gezondheid van niet alleen de werknemers, maar ook de omwonenden in gevaar gebracht”, zegt hij. „Daarnaast blijkt uit de informatie van Zembla dat Chemours nauwer betrokken was bij Custom Powders dan ze deden voorkomen. Het was geen foutje dat afvalwater in het riool terechtkwam, maar de doelbewuste instructie van Chemours. Dat geeft ons de mogelijkheid om de verantwoordelijkheid bij de echte boosdoener te leggen, en dat is Chemours.” De Dordtse fabriek heeft zelf tegen Zembla verantwoordelijkheid voor de lozingen ontkend. Ook is er „volgens de toen geldende wetgeving geen cruciale informatie achtergehouden”.
Lees ook
Lees ook: ons dossier over PFAS en Chemours
De gemeenten Alblasserdam en Zwijndrecht proberen momenteel via gesprekken met Chemours schade te verhalen. Waarom kiest u voor een aangifte?
„Het gaat ons om twee dingen. Allereerst kost het ons 10 miljoen euro om de omgeving te saneren. We zijn al begonnen met een volkstuinencomplex dat nabij de fabriek ligt, omdat we daar niet konden wachten: de vervuiling was daar zeven keer hoger dan de veilige norm van het RIVM. Die schade willen we op de fabrieken verhalen. Maar daarnaast vinden we het plegen van een milieudelict ook zo ernstig dat we willen dat de mensen die verantwoordelijk zijn strafrechtelijk worden aangepakt.”
Chemours zegt: publiek en media veroordelen ons met de blik van nu, niet volgens de regels van toen. Hoe ziet u dat?
„Dat vind ik volstrekte onzin. Chemours wist vanaf de jaren zestig dat PFAS schadelijk zijn. Dan geldt het voorzorgsbeginsel. Dat zit ook achter die aangifte. Zij hebben doelbewust risico’s genomen met de gezondheid van veel mensen. Dat vind ik misdadig en crimineel. Ik hoop dat het Openbaar Ministerie op basis van die aangifte vervolging gaat instellen.”
Als het nu een verrassing is dat er zulke hoge concentraties zijn geloosd, hebben gemeente en omgevingsdienst destijds dan wel goede controles uitgevoerd?
„Je moet tot de conclusie komen dat het consequent lozen van PFAS-water niet is opgemerkt. Niet door de toenmalige milieudienst en niet door het waterschap. Pas in 2017 is er voor het eerst vervuiling waargenomen door het waterschap, die de omgevingsdienst vervolgens terugleidde naar Custom Powders. Het ging toen overigens om GenX, de opvolger van PFOA. Had het eerder ontdekt moeten worden? Ja, dat was beter geweest. Maar deze vondst was wel in de tijd dat er in z’n algemeenheid meer bewustwording kwam over de schadelijkheid van PFAS. Vanaf die tijd is er op verschillende plekken begonnen met meten. Dat werd daarvoor eigenlijk niet gedaan.”
Lees ook
Lees ook: PFAS zitten overal. De rijksoverheid reageerde eerst langzaam, en nu lukraak
Maar Chemours stopte al in 2012 met het produceren van PFOA, vanwege de gezondheidsrisico’s. Was dat niet een logisch moment geweest om ook bij Custom Powders te gaan controleren?
„Het is niet zo dat er niet gecontroleerd werd door de toenmalige milieudienst. Ook in de fabriek zelf werd wel eens een overtreding aangetroffen. Maar vergeleken met die grote lozing waren dat kleine overtredingen. Daar zijn ook boetes voor opgelegd. Er werd wel gecontroleerd, maar er kwam nooit aan het licht dat er zó grootschalig, jarenlang direct op het riool werd geloosd. De productie van PFAS was toegestaan. Maar het zomaar lozen niet. Ja, het was beter geweest als de vervuiling eerder geconstateerd was. Nog beter was geweest als de overheid dertig jaar geleden al een algeheel PFAS-verbod had ingesteld, want daar begint de ellende.”
Lees ook
Gevaarlijk veel PFAS in eieren van hobbykippen in de buurt van chemiefabriek Chemours
Het liefst rent de Amsterdamse Marijke Oosterhuis (38) aan de linkerkant van het fietspad over de dijk. „Voor m’n eigen veiligheid”, vertelt ze tijdens het hardlopen. „Als je aan de linkerkant loopt, zie je wat je tegemoet komt.” Zoals op deze rustige ochtend op de Ooster Ringdijk, een fraaie route in het oosten van de stad. „Kijk hier”, hijgt ze, wijzend naar een fietser die haar rakelings passeert, met spoed kennelijk op weg naar tennisclub Tie-Breakers. „Zag je dat tennisracket in die tas? Ik was er bijna door aangevallen.” Ze zag de fietser aankomen en kon uitwijken. Maar als het druk is, zegt Oosterhuis, verhuist ze toch naar de rechterkant van het fietspad. „Dan voel ik me aan de linkerkant een obstakel. Het voelt dan veiliger met de stroom mee te gaan.”
Als iemand heel boos kijkt, ga ik opzij
Er zijn veel grotere kwesties op het wereldtoneel te bedenken, maar de vraag of je als wandelaar of hardloper links of rechts moet lopen op Nederlandse wegen of fietspaden zonder voetpad of trottoir, houdt velen bezig, zo blijkt als je verkeersdeelnemers erop aanspreekt. Veel passanten vinden het „een goede vraag”. Caroline en Geert Hoedemaker (beiden 55) uit Amstelveen zijn fervente wandelaars. Ze leggen de laatste etappe af van een reeks wandelroutes naar de binnenstad van Amsterdam. Ze lopen links.
Fietsers, wandelaars en hardlopers op de Ooster Ringdijk in Amsterdam.
Caroline: „Ik zei vanochtend nog tegen hem: ik ga links lopen want dat vind ik fijner.” Geert knikt. „Als de situatie erom vraagt rechts te lopen, doen we dat. Maar in principe lopen we links.” Caroline: „Als ik rechts loop, moet ik constant achterom kijken of er fietsers aan komen.”
Hardlopen met koptelefoon
Tot 1993 gold in Nederland de regel dat voetgangers (en hardlopers) in beschreven situaties aan de linkerkant van de rijbaan dienden te lopen. Die bepaling is echter verdwenen. Je mag zelf bepalen waar je loopt, omdat veiligheid afhankelijk kan zijn van de indeling van de weg. De meeste organisaties adviseren niettemin om voor links te kiezen, zoals Veilig Verkeer Nederland en de ANWB. Ook kennisinstituut SWOV vindt het „aannemelijk” dat links het veiligst is vanwege het zicht op tegemoetkomend verkeer. Plus: „Het feit dat veel hardlopers tegenwoordig met koptelefoon lopen en het verkeer van achteren mogelijk minder goed horen”, aldus een woordvoerder.
De Atletiekunie adviseert daarentegen in drukke gebieden „helemaal aan de rechterkant van de weg” te gaan lopen. „Op die manier geef je het achterop komende verkeer beter de gelegenheid veilig in te halen”, aldus een artikel waar een woordvoerder naar verwijst. In een rustig gebied „kun je er eventueel voor kiezen om aan de linkerkant te gaan lopen”. Respect staat voorop. „Wees vriendelijk, geef elkaar de ruimte, en minder je vaart.”
De kwestie speelt op doordat „mensen in een toenemend aantal situaties elkaar tegenkomen”, stelt coördinator belangenbehartiging Frank Hart van Wandelnet, een stichting die langeafstandspaden en streekpaden beheert. „De vraag naar mooie wandel- en fietsroutes neemt toe doordat meer mensen meer vrije tijd hebben, en elektrische fietsers een groter bereik hebben.” Maar: „Er wordt wel infrastructuur voor fietsers aangelegd, maar potjes voor wandelaars zijn er niet.” Terwijl zulke paden niet veel ruimte vragen. „Een smal spoor tussen twee rijen populieren in het buitengebied is vaak al voldoende.” Zelf kiest Hart „meestal” voor de linkerkant, afhankelijk van het „overzicht” op de weg.
Nog steeds last van schouder
Gepensioneerd medewerker van De Nederlandsche Bank Ab Moussaif (74) legt dagelijks ongeveer vijftien kilometer wandelend af. „Ik kan niet stilzitten.” Daarbij heeft hij een sterke voorkeur voor links. „Dat advies kreeg ik zes jaar geleden van een oud-collega.” Hij wijst naar de plaats, aan de rechterkant van het fietspad, waar hij vorig jaar werd aangereden door een achteropkomende fietser. „Ik liep rechts omdat ik even later rechtsaf wilde slaan.” De jongen zat op zijn telefoon en had hem niet gezien. Hij blesseerde zijn schouder. „Ik ging keihard onderuit. Ik heb er nog steeds last van.”
Een andere man stond erbij en zei dat hij boos moest worden en de jongen een klap moest verkopen. „Dat heb ik natuurlijk niet gedaan. Dat kind was zich te pletter geschrokken. Ik heb wel een grapje met hem uitgehaald want ik zei dat dit hem wel een schadevergoeding zou kosten. Hoeveel, vroeg hij. Ik zei: nou doe maar 1,2 miljoen. Hahaha.”
Ook de afgetrainde hardloper Luc Freijer (46) uit Amsterdam loopt bij voorkeur links. Op drukke routes zoals deze dijk kiest hij niettemin voor rechts. Freijer: „Het is hier soms eng druk. En ik heb gemerkt dat als je links loopt, tegemoetkomend verkeer niet opzij gaat. Dan moet je de berm in.” Hij heeft een grondige hekel aan fatbikes. Hij is al eens aangereden, hardlopend, in de binnenstad van Amsterdam. „Door een jochie op een fatbike. Kwam met een sneltreinvaart een bocht om. Ik lag op de grond. Ik had geen pijn, maar was wel erg geschrokken. En boos. Foeterde hem uit. Ik zei: kappen met die fiets, ga zelf trappen, je bent nog jong genoeg. Toen zei hij op een gegeven moment: sorry, ik kom te laat voor school, mag ik alsjeblieft weg.”
Resteert de vraag wie er opzij gaat als twee wandelaars of hardlopers elkaar tegemoet komen, de een links en de ander rechts. „Ik ben dan geneigd om in de berm te gaan lopen”, zegt Caroline Hoedemaker. En als een berm ontbreekt? „Dan is het afwachten wie de eerste stap opzij zet.” Geert Hoedemaker: „Als iemand heel boos kijkt, ga ik opzij.” Caroline: „Als iemand heel moeilijk loopt, wijk ik af.” Ze lopen door. Een Amsterdamse vrouw die altijd rechts loopt („uit gewoonte”) stapt hen kordaat tegemoet. Ze wijken uit. De berm in.
Lees ook
Wandelen is soms echt het beste medicijn, vinden artsen
De website van NRC werd woensdag getroffen door een DDoS-aanval. Een enorme hoeveelheid kunstmatig dataverkeer zorgde voor overbelaste servers, waardoor de website en app slecht bereikbaar waren. Het was voor de redactie ook niet mogelijk om nieuwsbrieven te versturen. Aan het eind van de middag was de site weer beter bereikbaar.
Wie verantwoordelijk is voor de aanval en waarom juist NRC doelwit was, is niet bekend. Het uitvoeren van een DDoS-aanval is strafbaar, maar het achterhalen van de identiteit van de aanvaller is notoir complex.
DDoS-aanvallen komen vaker voor. Eerder deze week legde de pro-Russische hackersgroep NoName05716 met een grote DDoS-aanval de websites van meer dan twintig verschillende gemeentes en provincies plat. Aanleiding was de Nederlandse militaire steun voor Oekraïne. In januari werden de websites van verschillende hogeronderwijsinstellingen in Brabant en Limburg platgelegd door een DDoS-aanval.
Volgens de Nationale beheersorganisatie internetproviders (NBIP) was het aantal DDoS-aanvallen in Nederland de afgelopen periode stabiel. In het eerste kwartaal van 2025 wendde de zogeheten Nationale Wasstraat van het NBIP 249 aanvallen af, iets minder dan de 270 in het laatste kwartaal van vorig jaar. De ‘NaWas’ is een internetdienst die dataverkeer pas doorstuurt naar de aangevallen website als het ‘schoon’ is, dus van echte gebruikers afkomstig is.
Op internationaal niveau is er sprake van een toename van het aantal DDoS-aanvallen, concludeerde Cloudflare, een groot netwerkbedrijf dat door zo’n een op de vijf bedrijven ter wereld wordt gebruikt voor cyberbeveiliging. Het bedrijf meldde zondag dat het in het eerste kwartaal van dit jaar 20,5 miljoen DDoS-aanvallen heeft afgewend. Dat is een toename van 358 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder en bijna evenveel als in heel 2024.
1 Hoe verloopt een DDoS-aanval?
DDoS-aanvallen zijn op het internet aan de orde van de dag: van kinderen die andermans Minecraft-server (een server waarop een privé-Minecraftwereld gerund wordt) offline proberen te halen, tot ‘hacktivisten’ – al dan niet gerelateerd aan natiestaten – die websites van politieke tegenstanders ontoegankelijk maken.
Tijdens een DDoS-aanval (distributed denial of service) wordt kunstmatig internetverkeer naar websites gestuurd. Als dat op grote schaal en in korte tijd gebeurt, kunnen internetsites offline gaan of slechter bereikbaar worden voor echt verkeer. In 2024 handelde de Nederlandse NaWas er gemiddeld meer dan vijf per dag af, blijkt uit het jaarverslag.
Voor DDoS-aanvallen worden vaak botnets gebruikt. Dat zijn netwerken van geïnfecteerde systemen die op afstand bestuurd kunnen worden door hackers. De geïnfecteerde computers zijn vaak van particulieren en zijn verspreid over de hele wereld, wat bestrijding lastig maakt. DDoS-aanvallen kunnen ook tegen betaling uitgevoerd worden door andere, al dan niet criminele, partijen.
2 Wie zijn de DDoS-aanvallers?
Waarom een bedrijf of overheid wordt aangevallen, en door wie, is lang niet altijd duidelijk. Volgens het onderzoek van Cloudflare slaagt de meerderheid van hun getroffen klanten er niet in om te achterhalen wie de aanval heeft uitgevoerd.
Bij klanten die wel weten wie verantwoordelijk is voor de aanval, gaat het in 39 procent van de gevallen om een concurrent (vooral in de game- en gokindustrie). In 17 procent van de gevallen is een staat, of een statelijke actor– een hackersgroep in dienst van of gelieerd aan overheden – verantwoordelijk voor de aanval. In nog eens 17 procent van de gevallen gaat het om een ontevreden gebruiker of klant.
Om de aanvallen door statelijke actoren maken inlichtingendiensten zich al langer zorgen. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) concludeerde eerder deze maand nog in het jaarverslag dat Rusland zijn hybride oorlogsvoering in Europa heeft opgevoerd.
DDoS-aanvallen zijn onderdeel van die nieuwe manier van oorlogsvoering. De MIVD zag bijvoorbeeld rond de Europese verkiezingen pogingen van Russische hackers om websites van Nederlandse politieke partijen en ov-bedrijven plat te leggen via DDoS-aanvallen. Nederland wist deze aanvallen af te wenden, maar in andere Europese landen werden websites wel met succes platgelegd.
3 Wat kun je ertegen doen?
Een DDoS-aanval kun je niet voorkomen, maar netbeheerders kunnen wel maatregelen nemen om de gevolgen te bestrijden. Zo kan verkeer vanuit bepaalde landen of locaties geblokkeerd worden. Dat is echter niet zonder gevolgen voor legitieme bezoekers uit die landen. Ook kunnen de webpagina’s aangepast worden, zodat het laden daarvan minder belastend is.
In Nederland is er dus de Nationale Wasstraat, de NaWas, die probeert het goede van het slechte verkeer te scheiden. Ook kan een website klant worden van zogenaamde content delivery networks. Dat zijn grote netwerken, zoals die van Cloudflare, die veel internetverkeer kunnen afhandelen en zo bestand zijn tegen grotere aanvallen. DDoS-wasstraten zijn daar vaak ingebouwd.
DDoS-aanvallen worden groter en complexer, signaleerde het NBIP woensdag. Maar liefst een kwart van de aanvallen in het eerste kwartaal van dit jaar had een grootte van 50 Gigabit per seconde of meer, dat is vergelijkbaar met drie speelfilms per seconde. Aanvallers maakten gebruik van meerdere manieren om websites te overbelasten en richtten zich steeds vaker op achterliggende netwerkinfrastructuur in plaats van op de websites zelf. Vaak passen ze tijdens de aanval hun methodes aan om nieuw opgeworpen verdedigingen te omzeilen.