En wéér zit Edwin in de cel. Waarom krijgt hij geen hulp?

Door het openstaande luikje in de dikke stalen celdeur balt arrestant Edwin V. (58) zijn vuist. „Ik moet vrijkomen Jan!”, zegt hij tegen zijn advocaat Jan Vlug. „Ik móet mijn winkelwagen met spullen ophalen. En als ik niet vrijkom, dan trap ik jou!”

Aan de buitenkant van de bruin-oranje deur van de arrestantencel, zo dat Edwin het niet kan zien, is op het luikje een gele post-it geplakt. Daarop heeft een agent met balpen in vet gekraste letters met onderstrepingen een waarschuwing geschreven: „Pas op. Overal poep. Ook aan de binnenkant van het luikje.” Op een van de muren in de cel staat ‘112’ geschreven, in poep. Edwin is niet naar een schone plek overgebracht, omdat het al de tweede cel binnen een etmaal is die hij op deze manier heeft besmeurd.

„Godverdomme snap je dan niet dat mij heel veel pijn aan wordt gedaan”, schreeuwt hij door het luikje naar zijn advocaat. „Dat ik niet weet door wie, maar dat het wel gebeurt!”

Advocaat Vlug probeert hem uit te leggen dat zometeen de rechter-commissaris op bezoek komt voor de formele voorgeleiding. Zij moet een besluit nemen over zijn voorarrest. Edwin, eventjes kalm: „Maar Jan, ik kan de rechter-commissaris toch niet hier in de poep ontvangen? Dat snap je toch, dat kan niet.”

Op de buitenkant van de deur van de arrestantencel is een gele post-it geplakt: ‘Pas op. Overal poep’

Zodra het voorgesprek is afgelopen en Edwin opnieuw begint te schreeuwen, sluit een agent met blauwe rubber wegwerphandschoenen het luikje. Hij verzucht: „Deze man hoort hier niet.”

„Ik schrik hiervan”, zegt Vlug, terwijl hij wacht op de rechter-commissaris. Hij heeft Edwin sinds 2011 in 31 dossiers als raadsman bijgestaan. Dat is zonder de tientallen piketmeldingen, zoals deze, waarvan dertien in de afgelopen twee jaar, waarbij hij na een arrestatie naar het politiebureau moet. Vlug: „Zoals nu heb ik hem nog nooit gezien. Dit gaat nog een keer echt mis.”

Bipolaire stoornis

Het is de eerste donderdag van april, op het politiebureau in Zwolle. Twee dagen eerder is Edwin V. gearresteerd wegens winkeldiefstal. Zoals hij al veel vaker door de politie werd opgepakt na diefstal, ordeverstoringen, geweldpleging, schending van de eerbaarheid, niet voldoen aan een politiebevel of straatverbod, enzovoort. Dit keer had hij eten gestolen bij de Albert Heijn en een T-shirt bij een kledingwinkel. „Waarom heb je dat gedaan?”, had de politie hem woensdag tijdens het verhoor op het bureau gevraagd. Edwin, op dat moment aanspreekbaar: „Ik had het koud”.

Voor politie en justitie valt Edwin in de categorie ‘veelpleger’ en ‘verward persoon’. Maar Edwin heeft, blijkt uit zijn medisch dossier, ook een bipolaire stoornis, kampt met onbehandelde trauma’s en is verslaafd aan speed en coke of wat hij kan krijgen. Hij is dakloos en psychiatrisch patiënt, en wordt keer op keer opgepakt voor misdrijven omdat hij niet de ggz-hulp krijgt die hij nodig heeft.

Advocaat Vlug luidde twee jaar geleden in NRC de noodklok over psychiatrische patiënten die misdrijven plegen zonder dat ze de nodige hulp krijgen. NRC bezocht een van de eerdere rechtszaken tegen Edwin. De raadsman voorspelde toen al dat het opnieuw mis zou gaan met hem. Over het ‘rondpompen’ van patiënten als Edwin in het strafrechtsysteem concludeerde hij: „Het is slecht, het is dom, het is onmenselijk en het is pure geldverspilling.”

Rechter-commissaris Elmy Elderman van de rechtbank Overijssel arriveert samen met een griffier in het cellenblok op het politiebureau in Zwolle. Net als de politie, justitie, verslavingszorg, de reclassering, de ggd en andere betrokken instanties loopt ook de rechterlijke macht met psychiatrisch patiënten als Edwin keer op keer tegen een muur. Iedereen is het erover eens: strafrecht is niet de oplossing. Mensen als Edwin hebben een dak boven hun hoofd nodig en psychiatrische behandeling. Toch lukt het steeds opnieuw niet die opvang langdurig voor elkaar te krijgen.

De rechter-commissaris geeft NRC toestemming om aanwezig te zijn bij de voorgeleiding, die normaal gesproken achter gesloten deuren plaatsvindt. Bij het gezelschap op het politiebureau heeft zich ook Yvonne Agteresch van verslavingsreclassering Verslavingszorg gevoegd. Zij probeert al zes jaar af en aan onderdak te vinden voor Edwin als die weer uit een instelling is gezet of ergens wordt geweigerd.

Het ‘poep’-luikje gaat weer open. Edwin is rustig. De rechter-commissaris legt hem door het luikje uit: „Het gaat om de vraag of we u nog veertien dagen vast laten zitten, maar het gaat ook om een andere vraag: is er een plek in een kliniek?”

‘Ik wil vrij zijn’

De oplossing die de aanwezige betrokkenen samen hebben bedacht: Edwin moet naar een van de vier penitentiair psychiatrische centra (PPC’s) in Nederland, gevangenisafdelingen met 24 uur psychiatrische zorg. Als hij daar met antipsychotica en zonder drugs tot rust is gekomen, kan hij op basis van vrijwilligheid behandeld worden in een kliniek in Almere die bereid gevonden is hem op te nemen.

„Top”, reageert Edwin. Even. Totdat zijn emotie weer omslaat: „Ik wil helemaal niet! Ik wil vrij zijn. Luister nou wat ik zeg. Dit is fucking belangrijk. Dit is mijn leven.” En tegen zijn advocaat: „Je moet mij helpen Jan, niet verneuken!” Een agent die Edwin al kent sinds zijn jeugd, toen die nog een veelbelovend voetbaltalent was, weet hem te kalmeren.

Edwin heeft al meer dan vijftien jaar een door de rechter afgegeven en steeds verlengde zorgmachtiging op zijn naam. Dat betekent dat hij gedwongen opgenomen kan worden en zelfs dwangmedicatie kan krijgen als hij door zijn psychiatrische aandoeningen een gevaar voor zichzelf of anderen is. Toch gebeurt dat niet en wordt hij steeds weer op straat gezet.

Zijn laatste dakloze, manische periode van misdrijven begint eind vorig jaar. Daags na Kerst houdt de politie hem aan omdat hij een brandblusser leeg staat te spuiten op een auto die niet in brand staat. Hij belandt in de politiecel. De politie stuurt hem na een nacht naar huis met een dagvaarding om op 25 maart van dit jaar voor de rechter te verschijnen.

Een agent die Edwin al kent sinds zijn jeugd, toen die nog een veelbelovend voetbaltalent was, weet hem te kalmeren

Al voor die rechtszaak dient, gaat het weer mis. Op 28 januari jat hij een fiets en boodschappen. Opnieuw voltrekt zich het ritueel van aanhouden, meenemen naar het arrestantenverblijf, opsluiten, advocaat optrommelen, verdachte verhoren en voorgeleiden aan de officier van justitie. Edwin blijft achter de tralies tot een snelrechtzitting op 12 februari. Hij krijgt een gevangenisstraf opgelegd die precies lang genoeg is om vast te blijven zitten tot de rechtszaak van 25 maart die al gepland staat. Er is op dat moment geen plek in een PPC, zodoende zit hij twee maanden zonder behandeling in een gewone cel.

Naakt op straat

Op 25 maart legt de rechtbank hem voor de vernieling van de auto met de brandblusser een voorwaardelijke straf op. Er wordt geen opname in een kliniek geregeld. Edwin zwerft weer dakloos rond op straat. Hij gaat naar ‘De Herberg’ in Zwolle, een maatschappelijke opvangplek die voorziet in een bed, een douche, en eten. Psychiatrische hulp ontbreekt. Binnen een paar dagen gaat het opnieuw mis.

Op 31 maart loopt hij naakt door het centrum van Zwolle en houdt de politie hem aan wegens schending van de eerbaarheid. Na een nachtje cel laat de politie hem weer gaan. Dan is er even een lichtpuntje. Yvonne Agteresch van de verslavingszorg vindt een plek voor hem bij ggz-instelling Dimence in Zwolle. Op 1 april heeft hij een dak boven zijn hoofd in een instelling voor psychiatrisch patiënten. Dat duurt één nacht.

Illustratie Lynne Brouwer

Op woensdag 2 april wordt Edwin weer gearresteerd. Dit keer niet op straat, maar in de ggz-instelling zelf. Wegens mishandeling van twee van zijn verpleegkundigen. Advocaat Vlug: „Hij ontkent het. Maar hij is ook zwaar psychotisch. Dus zeg het maar.” Probleem is dat Edwin niet alleen psychiatrisch patiënt is, maar ook verslaafd. Daarom is Dimence niet verplicht hem als patiënt te behouden. De behandelaars oordelen dat de instelling niet is toegerust om Edwin met zijn verslaving en agressief gedrag als cliënt te handhaven. In plaats van hem op basis van zijn zorgmachtiging naar een plek over te plaatsen met een hoger beveiligingsniveau voor zwaardere patiënten en dwangmedicatie, zet de kliniek Edwin eruit. Vlug: „Dan krijg je als reden te horen dat zijn gedrag niet door zijn stoornis veroorzaakt wordt, maar door zijn verslaving. Maar dat is gewoon een smoes.” Op donderdag 3 april staat hij weer onbegeleid en zonder toezicht op straat.

Twee dagen later, de eerste zaterdag van april, zorgt hij weer voor overlast op straat. De politie grijpt in en legt hem een gebiedsverbod op. Dat overtreedt hij binnen 24 uur, waardoor hij toch weer wordt aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. „Wat wil je zelf?” vragen de agenten. „Een auto om naar Zuid-Frankrijk te rijden”, antwoordt Edwin. En ja hoor, hij belandt weer op straat, met zijn winkelwagen met spullen, op weg naar de volgende aanhouding. Die vindt plaats na de diefstal van boodschappen en het T-shirt, op dinsdag 8 april.

Overleg in de kantine

In tien dagen tijd is Edwin vier keer gearresteerd, één keer opgenomen in een kliniek, en telkens weer op straat gezet. Tientallen agenten hebben zich met hem moeten bemoeien, net als meerdere officieren van justitie, een rechter-commissaris, zijn advocaat en diverse hulpverleners van instelling Dimence, reclassering en de GGD – die hem verschillende keren op het bureau kwamen beoordelen.

Tussen Edwins uitbarstingen door raakt de rechter-commissaris tijdens het gesprek met hem overtuigd van de vooraf afgesproken route. Ze besluit tot inbewaringstelling in een PPC. Die voorlopige hechtenis kan binnen twee weken geschorst worden zodra Edwin in staat is om naar de kliniek in Almere te gaan. Dat is het plan. Nu de plek in een PPC nog.

De kantine van het politiebureau doet tijdelijk dienst als overlegruimte voor de rechter-commissaris en haar griffier, Yvonne Agteresch van de reclassering en verslavingszorg, advocaat Jan Vlug, en de betrokken agenten. Op de achtergrond schreeuwt Edwin in zijn cel of zingt hij opeens uit volle borst ‘True Colors’ van Cyndi Lauper.

„Hij heeft een zorgmachtiging, dat blijft het belangrijkste punt”, zegt advocaat Vlug, die het verbijsterend vindt hoe zijn cliënt jarenlang steeds maar weer op straat wordt gezet. Rechter-commissaris Elderman beaamt dat: „Ik schrok wel dat hij tussen 25 maart en nu nog opgenomen is geweest en er weer uit is gezet en dacht daar wel een woord bij dat ik hier niet zal herhalen. Want jongens, hou hem toch in godsnaam vast.”

Edwin moet worden opgenomen, daar is iedereen het over eens. „Twijfelt iemand daar nog aan?”, vraagt de rechter-commissaris retorisch. Toch mislukt het bijna alsnog. De procedure kan donderdagmiddag, 10 april, niet afgehandeld worden omdat er geen beoordelend psychiater beschikbaar is. De agenten bellen de instanties af die allemaal nodig zijn om iemand in een PPC geplaatst te krijgen. Dankzij de aanwezigheid van rechter-commissaris Elderman en reclasseringsmedewerker Agteresch, die zich via de telefoon van een agent op speakerstand met de gesprekken bemoeien, worden leidinggevenden gebeld en uitzonderingen gemaakt. Vlak voor vijf uur, als de kantoortijden ervoor dreigen te zorgen dat Edwin nog een extra nacht in de politiecel moet blijven, is er groen licht voor plaatsing in een PPC. Dan blijken alle vier de PPC’s in Nederland vol. Toch geen plek. De enige oplossing: Edwin gaat wel naar een PPC, maar daar is alleen nog een isoleercel vrij. Het is de enige plek in Nederland waar hij welkom is.

De rechter-commissaris: „Het is ontluisterend dat er gewoon geen plekken zijn.”

„Het is mensonterend”, zegt de reclasseringsmedewerker.

Nu, ruim een week later, heeft Edwin de isoleercel mogen verlaten en zit hij in een gewone cel in de PPC in Zwolle. Wanneer hij weer voor de rechter moet verschijnen voor zijn laatste misdrijven is nog niet bekend.


Lees ook

Hoe patiënten als daders in het strafrecht worden rondgepompt en in een niemandsland belanden

Hoe patiënten als daders in het strafrecht worden rondgepompt en in een niemandsland belanden