‘Elke epidemie treft ook de positie van vrouwen in de samenleving’

Vrouwen en meisjes worden anders beïnvloed door epidemieën dan mannen”, zegt historicus Daniel R. Curtis in zijn kantoor in het brutalistische gebouw van de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij universitair hoofddocent is. Tijdens de coronapandemie hadden vrouwen gemiddeld een grotere overlevingskans dan mannen, die wereldwijd vaker aan het virus stierven en vaker op de intensive care belandden. Deze trend was sterker zichtbaar in rijkere landen . Maar dat betekent niet dat vrouwen minder hard werden getroffen.

Historici kunnen een cruciale rol spelen in het begrijpen van ziekte-uitbraken zoals Covid-19, stelt Curtis. „In tegenstelling tot economen of sociologen hebben wij een ‘laboratorium’ van historische gegevens waarmee we structurele veranderingen over decennia en eeuwen kunnen bestuderen.” Maar hij ziet ook een probleem: „Data die expliciet onderscheid maken tussen mannen en vrouwen ontbreken grotendeels. We hebben wel structurele informatie over hoe rampen mensen beïnvloeden, maar ‘mensen’ betekent meestal mannen.”

Kennis over de impact van epidemieën op vrouwen is daardoor nog opvallend beperkt, volgens Curtis. En de informatie die er wél is, is fragmentarisch en vaak gebaseerd op anekdotes. „Pas recent zijn we systematisch begonnen met het verzamelen van genderspecifieke data. Zelfs tijdens Covid-19 werd er nog nauwelijks nagedacht over gender als relevant thema.”

„Een bekend voorbeeld uit het Verenigd Koninkrijk: medische mondkapjes werden aanvankelijk besteld zonder rekening te houden met vrouwen, waardoor vrouwelijke zorgverleners ze niet goed pasten en in gevaar werden gebracht. Een detail misschien, maar het toont hoe weinig aandacht er is voor gender tijdens crises.”

Curtis werkt aan een boek over de impact van epidemieën op vrouwen. Hij onderzoekt de maatschappelijke gevolgen van epidemieën en andere rampen, met bijzondere aandacht voor gender en ongelijkheid.

Waarom is het belangrijk om gender als onderscheidend thema tijdens epidemieën te onderzoeken?

„We weten dat vrouwen en meisjes doorgaans het zwaarst worden getroffen door rampen zoals overstromingen, aardbevingen en droogte. Uit een analyse van gegevens uit 141 landen tussen 1981 en 2002 blijkt bijvoorbeeld dat natuurrampen de levensverwachting van vrouwen vaker en sterker doen dalen dan die van mannen – niet door biologische verschillen, maar door ongelijkheid in bescherming, toegang tot hulp en maatschappelijke positie.

„Hetzelfde patroon is te zien bij recente ziekte-uitbraken zoals hiv/aids, ebola en zika. Er is daarom meer onderzoek nodig naar hoe en waarom vrouwen zo hard geraakt worden, zodat we beter in staat zijn om deze negatieve effecten voor vrouwen te voorkomen of te verminderen.”

Gender en genderkwesties zouden centraal moeten staan in grote disciplines zoals economie en geschiedenis

Kunt u dat uitleggen?

„Kijkend naar recente epidemieën, is het verrassend dat vrouwen op het eerste gezicht beter lijken te overleven. Tijdens covid stierven er bijvoorbeeld meer mannen, een complex verschijnsel dat vermoedelijk samenhangt met – vooral in welvarende landen – hogere obesitascijfers en ‘risicovoller’ gedrag dan bij vrouwen, zoals roken en drinken. Maar ook omdat mannen minder geneigd zijn om gezondheidsadviezen van autoriteiten op te volgen.

„Maar sterfte is slechts één aspect. Tijdens covid waren meisjes eerder geneigd om te stoppen met hun opleiding als het onderwijs werd verstoord. Daarnaast: meisjes en vrouwen nemen wereldwijd veel vaker de zorgtaken binnen gezinnen op zich, met als gevolg dat ze eerder hun werk moesten opgeven. Ook hadden vrouwen tijdens lockdowns minder toegang tot basisvoorzieningen op het gebied van seksuele gezondheidszorg, zoals SOA-testen en behandeling en abortuszorg.”

Er was ook een toename in geweld tegen vrouwen en meisjes sinds het begin van de Covid-19-pandemie, bleek uit een onderzoek van UN Women uit november 2021.

„Tijdens covid heeft wereldwijd vooral de gedwongen isolatie thuis geleid tot meer huiselijk geweld. Dat heeft deels te maken met het afgesneden raken van sociale netwerken en een afname van hulpverlening aan slachtoffers.”

U zei dat gender een grotere rol zou moeten spelen in onderzoek. Hoe ziet u dat?

„Het idee van genderstudies of gendergeschiedenis voelt voor mij eigenlijk ongemakkelijk. Gender en genderkwesties zouden centraal moeten staan in grote disciplines zoals economie en geschiedenis. Het maakt niet uit of we sociaal, economisch of politiek historicus zijn – dit zou ons allemaal moeten interesseren.

„Er is een reden waarom deze disciplines of subdisciplines zijn ontstaan, en ze hebben zeker waarde. Maar ik denk ook dat het werken als puur genderhistoricus of genderwetenschapper soms een tunnelvisie creëert. Terwijl het juist waardevol kan zijn als iemand breder werkt en buiten deze kaders kan treden.”

Wat me frustreerde aan de coronaperiode, was hoe snel mensen conclusies trokken

U deed al vóór covid onderzoek naar de impact van epidemieën op ongelijkheid. Hoe was het om tijdens een pandemie aan zo’n thema te werken?

„Het was een gekke ervaring. Ik werkte destijds aan twee grote onderzoeksprojecten: een over epidemieën en haat, en een over hoe epidemieën ongelijkheid beïnvloeden. Daarnaast werkte ik met mijn partner, Qijun Han, die filmwetenschapster is, aan een studie over hoe epidemieën worden weergegeven in films. Aan de ene kant stonden onze onderzoeken opeens in het middelpunt van de belangstelling. Iedereen dacht na over epidemieën, en ik werd overal gevraagd voor interviews en presentaties.

„Maar tegelijkertijd werd het veld ook overspoeld door mensen die vóór covid nooit met epidemieën bezig waren geweest. Je zag veel opportunisme: mensen die zich ineens als expert profileerden, maar zodra de pandemie afnam, verdwenen ze weer uit het debat. Dat voelde dubbel. Bovendien werd het op een gegeven moment gewoon te veel – niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk. Epidemieën beheersten niet alleen mijn werk, maar ook het dagelijks leven, waardoor ik er nauwelijks aan kon ontsnappen.”

Heeft u tijdens de coronapandemie patronen teruggezien die overeenkomen met historische epidemieën?

„Wat me frustreerde aan de coronaperiode, was hoe snel mensen conclusies trokken. Iedereen had meteen een mening over de impact, terwijl historici weten dat je afstand en reflectie nodig hebt. Neem bijvoorbeeld de bewering dat corona de economische ongelijkheid in de wereld heeft vergroot. Hoewel 2020 het eerste jaar in zo’n dertig jaar was waarin de geschatte wereldwijde inkomensongelijkheid niet daalde, blijft het lastig om dat te duiden. Bovendien kan het om een tijdelijk effect gaan – we beschikken op dit moment niet over langetermijndata om daar uitspraken over te doen.”

Hoe kunnen we nu al zeggen wat de structurele gevolgen van corona zijn?

De langlopende lijnen van de geschiedenis laten zien hoe epidemieën door de tijd heen invloed hebben op de verdeling van rijkdom en middelen. Die benadering wil ik toepassen op de genderdimensie. We weten dat corona vrouwen trof op de korte termijn – denk aan baanverlies en extra zorgtaken. Maar hoe beïnvloeden epidemieën vrouwen op de lange termijn, over generaties heen? Dat is een vraag die alleen met historisch onderzoek te beantwoorden is.”

U ziet dat epidemieën vrouwen tijdelijk meer economische autonomie gaven in het verleden. Kunt u daar meer over vertellen?

„Tijdens meerdere epidemieën in de Lage Landen, in de tijd vóór de industrialisatie, leek het op korte termijn alsof vrouwen meer vrijheid kregen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw weduwe werd, kon ze tijdelijk controle krijgen over het huis, land of bedrijf van haar echtgenoot. Maar wat blijkt? In veel gevallen is het slechts tijdelijk. Tien jaar later is het vaak alweer uit hun handen verdwenen.”

‘Typhoid Mary’ kreeg het stigma van een onreine, losbandige vrouw

Betekent dit dat we de impact van epidemieën op vrouwen anders moeten bekijken?

„Absoluut. Historisch onderzoek naar epidemieën richt zich vaak op sterftecijfers of economische gevolgen zoals lonen. Maar lonen zeggen lang niet alles over de positie van vrouwen. In veel samenlevingen werkten vrouwen niet in loondienst, maar droegen ze bij aan huishoudens of de informele economie. Als je alleen naar loondata kijkt, mis je een groot deel van de werkelijkheid.

„We moeten breder kijken naar hoe epidemieën vrouwen raken. Denk aan toegang tot middelen, veiligheid, representatie en veranderingen in sociale rollen. Krijgen vrouwen na een epidemie meer zeggenschap in hun gemeenschap? Worden ze juist extra kwetsbaar voor geweld of misbruik? Hoe verandert hun rol in de samenleving op lange termijn? Dat zijn vragen die we moeten stellen om echt te begrijpen hoe epidemieën vrouwen anders beïnvloeden dan mannen.”

De ziektekiemtheorie ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw, dankzij het werk van Louis Pasteur en Robert Koch. Zij toonden aan dat micro-organismen de oorzaak zijn van infectieziekten. Veranderde dat ook het beeld van vrouwen tijdens epidemieën?

„Vrouwen bleven ook na de acceptatie van de kiemtheorie negatief afgebeeld worden tijdens epidemieën, soms juist door deze nieuwe theorie. Zodra duidelijk werd dat ziekten veroorzaakt werden door onzichtbare microben, ontstond begin twintigste eeuw ook de neiging bepaalde groepen mensen met ziektekiemen te associëren.

„Epidemieën werden aangegrepen om moreel beladen stereotiepe beelden van vrouwen te verspreiden. Een bekend voorbeeld is ‘Typhoid Mary’, de bijnaam van Mary Mallon, een Ierse kok in New York die begin twintigste eeuw tientallen mensen besmette met buiktyfus zonder zelf ziek te zijn. Ze werd het middelpunt van publieke verontwaardiging en kreeg het stigma van een onreine, gevallen (losbandige) vrouw. Zulke voorstellingen zeggen niet alleen iets over hoe er naar vrouwen wordt gekeken, maar laten ook zien hoe vrouwelijke beelden tijdens epidemieën worden ingezet om bredere zorgen in de samenleving zichtbaar te maken. Over moreel verval, falend bestuur of de kwetsbaarheid van het land.”