Elektrische Renault Scenic is gelikt karakterloos

De eerste Renault Scenic was in 1996 een nieuwe diersoort. Hij verbond het formaat van een bescheiden hatchback met de veelzijdigheid van wat toen mpv’s of ruimte-auto’s heetten. Het was een doordacht en royaal wagentje. Op de in hoogte verstelbare hoedenplank kon je baby’s verschonen, de achterbank was in delen uitneembaar, in de rugleuningen van de voorstoelen zaten opklaptafeltjes voor kinderspeelgoed. Achterin kon je normaal zitten, wat je van de voorlaatste, in 2016 geïntroduceerde Scenic IV niet meer kon zeggen. Voor beenruimte moest je vanaf dat moment de 23 centimeter langere Grand Scenic bestellen. Grote wielen waren inmiddels wél standaard. Renault had begrepen hoe de mens zijn innerlijke waardigheid had uitverkocht aan zichtbaarheid.

Een jaar na het afscheid van de vorige Scenic is er een nieuwe, elektrisch en opvallend goed. Hij verenigt het modieuze karakter van zijn voorganger met de praktische inslag van zijn stamvader, zij het zonder diens discrete charme. Hij is gelikt karakterloos. De achterkant zou een nieuwe VW, de voorkant een nieuwe Peugeot kunnen zijn. Veel led-spielerei en verkrampt strakke lijnen.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de Renault ScenicKlik op de punten voor uitleg over de detailsFoto Merlijn Doomernik

Binnen is hij karakteristieker met elegant meerkleurige, goed zittende voorstoelen en het dashboard in de stijl van de elektrische Megane; digitaal tweeluik met een liggend element voor de meters en een staand scherm voor het multimediaprogramma. Beide displays stemmen om respectievelijk esthetische en logistieke redenen tevreden. De bedieningsmenu’s zijn begrijpelijk met een regelbalk voor essentiële functies en daaronder analoge knoppen voor de voor- en achterruitverwarming, luchtstromen en de maximale stand van de airco die uit spaarzaamheid normaal iets minder krachtig koelt. Google Assistent gehoorzaamt verbale instructies met verbluffend gemak. Een half woord is genoeg. Zeg ‘station, vrachtwagens’ en de Scenic traceert direct het truckertankstation op 1,8 kilometer van de dealer.

Hij rolt fijn, al is hij zoals meer EV’s wat bonkig op verkeersdrempels. De digitale binnenspiegel met camerabeelden van achteropkomend verkeer staat me tegen, hoewel ik begrijp waarom hij er zit. Zet hem met het tuimelschakelaartje dat in normale auto’s de dag-nachtstand regelt maar eens in de analoge stand. Je ziet niets meer. Voor het al piepkleine achterruitje schuiven drie dikke hoofdsteunen. Het gebrek aan uitzicht in moderne auto’s zal nooit wennen.

De jargonmutaties evenmin. Renault haakt aan bij de trend rijsettings andere, sfeervollere namen mee te geven. Bij Mini heten ze tegenwoordig Experiences, bij Renault Multi Sense, ook daar als oude wijn in nieuwe zakken. Met een Ferrari-achtig knopje op het stuur kun je de Scenic in de ecostand zetten, waarna hij nog zuiniger wordt dan hij al is. Flippers aan het stuur mobiliseren extra spaarkracht met instelbare regeneratiestanden. Hoe groter de vertraging bij het loslaten van het stroompedaal, des te meer teruggewonnen energie.

Foto’s: Merlijn Doomernik

Betere investering

Daar heeft de Long Range-versie met zijn voor deze klasse enorme, 87 kWh sterke batterij sowieso geen gebrek aan. Ik rijd de inclusief tussenstops 240 kilometer van importeur naar huis op 42 procet van de batterijcapaciteit. De retourrit Groningen-Aalsmeer met bij vertrek 323 kilometer actieradius eindigt met een restradius van 130 kilometer. In deze Renault haal je voor een relatief schappelijk bedrag ruim 500 kilometer op een lading. Daarmee treedt hij toe tot de elite in zijn prijsklasse.

Voor dat privilege moet je wel de Scenic met grote accu hebben. Die met de kleinere 60kWh-batterij is met een WLTP-bereik van 420 kilometer minder aanlokkelijk, hoewel een deel van de goedkopere Scenics in aanmerking komt voor particuliere aankoopsubsidie. Maar als het leasecontract het toestaat neem je de 87kWh-versie, die vanaf circa 48.000 euro een betere investering lijkt dan de Peugeot E-3008. De Renault is de lichtere en efficiëntere auto die het feest niet verpest met kwalijke gebreken. De Peugeot laadt aan de snellader iets vlotter met 160 kW tegen 150 voor de Renault, maar de Scenic pompt wel meteen op volle kracht terwijl Peugeot je nog tot volgend jaar laat wachten op de voor de maximale laadsnelheid vereiste warmtepomp. Erg goed; alle Scenics kunnen ook ‘langzaam’, dus gewoon aan de straat, met 22 kWh laden, twee keer zo snel als de meeste EV’s met driefaseladers.

Enige discussiepunt is de locatie van de laadpoort in het rechter voorscherm. Tegenwoordig zit die bij de meeste EV’s rechts- of linksachter op de plaats waar vroeger de tankdop zat, en als beroepsautist waardeer ik die conventie. Grotere gebreken heb ik niet gevonden. Fijn ding.