N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Egyptologie Egyptologen hebben na ruim een eeuw weer een standaard om de belangrijkste hiërogliefen om te zetten. Iedereen had zijn eigen systeem.
In zaal 148 van het Lipsiusgebouw van de Universiteit Leiden heeft een wetenschappelijke revolutie plaatsgevonden. Daar heeft een groepje internationale egyptologen afspraken gemaakt over de transliteratie van het hiërogliefenschrift. Voortaan zullen de zesentwintig eenlettertekens op een uniforme manier in het Latijnse schrift worden omgezet. Die tekens vormen de basis van het schrift.
Drieënhalve week later kan hoogleraar Olaf Kaper het nog steeds nauwelijks geloven. „Al meer dan een eeuw was er geen standaardtransliteratie meer”, vertelt hij in zijn Leidse werkkamer. Hij schetst in het kort de ontwikkelingen: Jean-François Champollion zorgde in 1822 bij de ontcijfering van het hiërogliefenschrift voor een eerste standaardisering; Richard Lepsius, de eerste hoogleraar egyptologie in Berlijn, kwam in 1874 met een nieuwe transliteratie. Veertien jaar later kwam Adolf Erman, ook een vertegenwoordiger van wat de Berlijnse school is gaan heten, met een verbeterde standaard. Omdat niet bekend is hoe het Oud-Egyptisch werd uitgesproken was het onmogelijk het internationaal fonetisch alfabet te gebruiken. In de loop van de twintigste eeuw zijn steeds meer mensen van Ermans transliteratie gaan afwijken en hebben ze eigen systemen ontwikkeld.
„In grote lijnen zijn een Duitse, Franse en Engelse traditie te onderscheiden, maar daarbinnen zijn weer allerlei verschillen. Een Duitse masterstudente van me kreeg, toen ze in München begon te studeren, door twee docenten hun eigen van elkaar verschillende transliteratiesystemen onderwezen.”
Ruim een eeuw later zijn egyptologen eraan gewend dat elke geleerde een eigen transliteratiesysteem kan hanteren, vertelt Kaper. „Mijn eerstejaarsstudenten vertel ik vanaf het begin dat woorden op verschillende manieren geschreven kunnen worden. Zelf doe ik ook dingen buiten de conventies om: als ik Egyptische namen omzet in Latijns schrift gebruik ik geen hoofdletters, omdat die in het Oud-Egyptisch ook niet werden gebruikt.”
Digitale databases
Het 13de Internationale Congres van Egyptologen in Leiden was voor Kaper als een van de organisatoren aanleiding om te kijken of er toch niet stappen ondernomen konden worden om tot een uniforme transliteratie te komen. „Er komen steeds meer digitale databases en dan is het handig als die allemaal op dezelfde manier te doorzoeken zijn. Ook komt een uniforme transliteratie van pas bij onderzoek door wetenschappers buiten de egyptologie, die in egyptologische data bijvoorbeeld onderzoek doen naar woordgebruik en grammatica.”
Kaper besloot eerst zijn Duitse collega Joachim Quack van de Universiteit Heidelberg, die hij goed kent, te polsen. „Hij vond het de moeite van het proberen waard. Daarna hebben we dertien andere linguïsten die zich voor het congres hadden opgegeven uitgenodigd voor een besloten bijeenkomst. Onder hen zaten vertegenwoordigers van verschillende linguïstische projecten en digitale databases. Ook waren ze van verschillende nationaliteiten: er waren onder meer Nederlanders, Belgen, Britten, Duitsers en Egyptenaren, onder wie de voorzitter van de International Association of Egyptologists. Toevallig waren er geen Franse linguïsten: hun rol werd vervuld door een Waalse egyptoloog van de Universiteit van Luik en een Duits-Nederlandse egyptoloog van het CNRS, het nationale onderzoeksinstituut in Parijs. Allen waren positief over het initiatief, maar niemand had de illusie dat we er ook werkelijk zouden uitkomen.”
Concessies gedaan
Om half vijf ’s middags begon de werkgroep. „Aan het begin heb ik eerst nog eens de urgentie benadrukt en aangegeven dat we de kans hadden om iets te veranderen. Daarvoor zouden concessies gedaan moeten worden.” De discussie draaide uiteindelijk om ongeveer de helft van de 26 eenlettertekens. „Anderhalf uur later, toen de bel aankondigde dat het gebouw ging sluiten, schreef ik de laatste transliteraties op het bord. Uiteindelijk heeft iedereen concessies gedaan en iets van zijn eigen systeem ingeleverd.” Kaper geeft een voorbeeld: „Met name Duitse egyptologen waren gewend om het hiërogliefenteken met de dubbele rietstengels om te zetten naar een j, maar ze hebben er mee ingestemd om voortaan een y te gebruiken.”
Na de geslaagde sessie besloot Kaper om de resultaten voor te leggen aan de afsluitende vergadering van de internationale egyptologenvereniging. „Ik heb de ongeveer driehonderd aanwezigen ook direct om een stemming gevraagd. Daarmee heb ik ze wel een beetje overrompeld. En omdat de stemming met handopsteken ging is het misschien ook niet heel erg democratisch gegaan, maar uiteindelijk stemde maar één tegen en was er één onthouding.”
De vijftien linguïsten die de uniforme transliteratie tot stand hebben gebracht, hebben van de vergadering een mandaat gekregen om de komende twaalf maanden het systeem verder uit te werken, vertelt Kaper. „Zaken als het gebruik van diakritische tekens, het wel of niet schrijven van een halfklinker die bij zwakke werkwoorden wel wordt uitgesproken, maar niet als hiëroglief wordt geschreven, en het wel of niet gebruiken van hoofdletters moeten nog worden uitgewerkt. Ook moet er nog beslist worden over de precieze benaming van het uniforme systeem. „Wat ik een transliteratie noem, noemt een Duitse collega een transcriptie. Daarom spreek ik voorlopig over The Leiden unified transliteration/transcription.” Later dit jaar verschijnt een artikel met alle overwegingen van de internationale werkgroep.
Eén ding vindt Kaper wel jammer. „Het Lipsiusgebouw, inclusief onze ‘historische’ zaal, zal worden afgebroken.”