‘Eigenlijk zijn we een rijk land’ – hoor je in Namibië. Gaan olie en waterstof de grote ongelijkheid verhelpen?

Soms lijkt het de planeet Mars, als je in Namibië naar de kust rijdt. Steeds weer nieuwe valleien, met een voortdurend wisselend palet van bruin en grijs, en af en toe wat verweesd blauw en rood. Kilometers lang is een onverharde grindweg het enige dat eerdere menselijke aanwezigheid verraadt.

Maar soms verandert de stoffige weg ineens in strak, vers asfalt dat als een glimmend lint de droogte doorklieft. Deze wegen zijn aangelegd door Chinezen, in ruil voor lucratieve grondstofdeals. Ze staan symbool voor de grote stap die het amper drie miljoen zielen tellende Namibië hoopt te maken: van een dunbevolkt land in ontwikkeling naar een land dat met inkomsten uit olie en waterstof een toekomst van rijkdom tegemoet gaat.

Scheepswrakken en geraamten

Hoe dichter bij de kust, hoe meer asfalt. De dorre begroeiing verdwijnt en het landschap wordt één grote zandwoestijn. Skeleton Coast, zo heet het hier luguber. De woestijn eindigt abrupt in de zee. Eeuwenlang zijn hier schepen en walvissen gestrand, zodat de kust bezaaid ligt met scheepswrakken en geraamten. Maar hier, langs deze skelettenkust en verderop in zee, moet de nieuwe rijkdom worden gecreëerd.

Langs de kust moeten velden vol zonnepanelen en windmolens komen die de energie leveren om op grote schaal waterstof te produceren. En tientallen kilometers uit de kust, waar de zee echt diep wordt, zijn meerdere olievelden ontdekt. Er is nog geen druppel gewonnen, maar de voorspellingen en testboringen liegen er niet om. Volgens oliegiganten als Shell en Total zou het zomaar om 2,6 miljard vaten kunnen gaan. Er zal ingewikkeld geboord moeten worden in de diepzee, maar de hoeveelheid is zo overweldigend dat het loont.

De grootste plaats aan de kust is Walvisbaai, met 170.000 inwoners. „Mijn stad kan uitgroeien tot het Dubai van Afrika”, zegt burgemeester Trevor Forbes (1985) glunderend in zijn kantoor. Dat lijkt daar al op voorbereid en heeft bijna presidentiële allure: riante zithoek, ferm bureau en grote ramen die uitkijken over de stad.

De Belgische koning Filip en president Nangolo Mbumba bezochten in mei een waterstoffabriek in Walvisbaai. De energie voor de fabriek moet komen van zonnepanelen.
Foto Benoit Doppagne / Belga

„Alles zal afhangen van goed leiderschap”, zegt hij. „Ik wil de stadsgrenzen oprekken om zo meer plaats te maken voor de haven, voor bedrijven en sociale woningbouw, alles om onze economie diverser te maken.” Het jonge politieke talent brandt van ambitie en dadendrang. Maar dat leiderschap ziet Forbes elders nog niet zo. „Lokale, regionale en landelijke overheid werken niet samen. Elke bestuurslaag heeft zijn eigen bezittingen in Walvisbaai en dat helpt niet. De landelijke overheid houdt vast aan de oude grenzen van de stad.”

Kan het te maken hebben met het feit dat Forbes geen lid is van Swapo, de partij die al sinds de onafhankelijkheid in 1990 met absolute meerderheid regeert? In november dit jaar gaat Namibië naar de stembus en Forbes’ partij, Independent Patriots for Change (IPC), is een van uitdagers. De burgemeester zwijgt met een betekenisvol lachje. Dan zegt hij: „Ik wil dat de gewone bevolking van deze ontwikkelingen kan profiteren en dat kan alleen als we een gezamenlijk strategisch plan hebben. Dat is er nu niet.”

Mager vee

Inkomsten uit grondstoffen zijn voor Namibië niet nieuw. Diamanten, uranium, cobalt en goud: Namibië heeft het allemaal. De opbrengsten daaruit vormen al decennia de grootste inkomstenbron van de staatskas. ‘We zijn eigenlijk een rijk land’ hoor je hier dan ook vaak.

Maar zodra je langs een kleine nederzetting rijdt, zie je daar niets van. Dan valt direct de diepe armoede op, en het magere vee.


Lees ook

Uitgedroogd Namibië teert op prehistorische ondergrondse watervoorraden. ‘Hoe het verder moet als die op zijn, weet niemand’

„Namibië is altijd een droog land geweest, maar de laatste tien jaar is het duidelijk erger”, zegt de adjunct-directeur van de metereologische dienst.

Namibië staat op de tweede plaats in de Gini-index van de meest ongelijke landen ter wereld, na Zuid-Afrika, het land waar het ooit deel van uitmaakte. Een groot deel van de Namibische bevolking leeft nog altijd in bittere armoede, terwijl een ander deel aan luxe geen gebrek heeft.

Gouden koffiepot

In de hoofdstad Windhoek torent een gouden standbeeld van Sam Nujoma, vrijheidsstrijder en eerste president van Namibië, hoog boven de stad uit. Het staat bovenop het partijkantoor van Swapo. De grootte van het blinkende beeld doet meteen denken aan de beelden die communisten in Oost-Europa en Azië van hun leiders maakten. Dit werk is gemaakt door de Chinezen – overigens met een stevige budgetoverschrijding.

Even verderop, aan de Robert Mugabe Avenue, staat Najuma opnieuw in sovjet-realistische stijl voor een enorm modernistisch glimmend gebouw dat aan de Arc de Triomphe doet denken. Het gebouw heet in de volksmond ‘de gouden koffiepot’ en biedt onderdak aan het Namibische Museum van de Onafhankelijkheid. Binnen is in schilderijen, diorama’s, standbeelden en objecten te zien hoe de Swapo zich op bloedige maar heroïsche wijze wist te bevrijden van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime.

Het standbeeld van oud-president Sam Nujoma voor het Nationale Museum.
Foto Rene Mattes

De gouden koffiepot is gemaakt door het Noord-Koreaanse bedrijf Mansudae Overseas Projects, dat op bestelling monumenten, standbeelden en musea levert in sovjet-realistische stijl. Het museumgebouw moet net als het hoofdkantoor van de Swapo een symbool vormen voor de heldendaden van de partij. Maar beide gebouwen illustreren ook het langdurige bewind van Swapo en de corruptie die daarbij is gekomen.

‘Swapo is the nation, and the nation is Swapo’ is de leus van de partij die het nog altijd voor het zeggen heeft. Al daalt haar aanhang wel: bij de laatste verkiezingen in 2019 verloor de partij haar tweederde meerderheid. Wat er in november gaat gebeuren is het onderwerp van speculatie. Gaat de Swapo voor het eerst haar meerderheid verliezen?

Grotere rijkdom, meer corruptie?

Het ligt allemaal gevoelig. Zeker nu het land op grote rijkdom lijkt af te stevenen. Critici van de regering klagen over corruptie en de risico’s daarop worden alleen maar groter. De regering maakt niet echt haast met maatregelen tegen corruptie. Zeker de oliesector brengt risico’s met zich mee, vertelt een corruptiedeskundige die niet met zijn naam in de krant wil.

De zonne-energie- en waterstofplannen zijn nog minder concreet dan de plannen voor olieboringen, maar ook hierbij zet hij grote vraagtekens. Vooral het gebrek aan transparantie en het niet volgen van correcte aanbestedingsregels storen de onderzoeker. Hij vindt dat vreemd, omdat er bij meerdere projecten ook Belgische, Duitse en Nederlandse investeerders betrokken zijn. „Die moeten zich in Europa toch aan hele strenge regels houden? Waarom dan hier niet?”

Een waterstoffabriek in Walvisbaai.
Foto Benoit Doppagne / Belga

Die vragen komen bovenop de algemene twijfels over het grootschalig produceren van waterstof. Leidt dat niet tot schade aan natuur en historische plekken in Namibië? En is het überhaupt wel rendabel? Om het in Europa te krijgen moet waterstof als ammoniak per schip vervoerd worden, een zeer kostbare operatie.

Er rijden veel dure Duitse auto’s door Windhoek. Tegelijkertijd dijen de sloppen van glimmende golfplaten aan de rand van de stad steeds verder uit. Het zijn hutjes met adembenemend uitzicht, aan ruimte heeft Namibië geen gebrek. Maar zullen deze mensen ooit in een normaal huis wonen?

De lokale journalist Tangeni Amupadhi, hoofdredacteur van The Namibian maar vooral bekend om zijn baanbrekende onderzoek naar corruptie in Namibië, denkt niet dat er voor deze mensen veel zal veranderen door grote inkomsten uit olie en waterstof. „Daarvoor zou er echt een einde moeten komen aan de corruptie”, zegt Amupadhi tijdens een bezoek aan de township Katutura, waar hij zelf is opgegroeid. „De nieuwe presidentskandidate van de Swapo, Netumbo Nandi-Ndaitwah, heeft wel plannen in die richting, maar de vraag is of iedereen in die partij dat echt wil. Ik vrees dat als Swapo de absolute meerderheid behoudt, er weinig zal veranderen.”