Eetkiekjes zeggen wie we zijn

Bloemkool met kaassaus, walnoten en gefrituurde kappertjes

En dan nu het belang van al die bordjes eten in mijn fotobibliotheek. Vorig najaar verbleef ik in Rio de Janeiro en at daar meerdere keren in hetzelfde Italiaanse buurttentje. Van een van de voorgerechten kon ik geen genoeg krijgen: gestoomde bloemkool in een luchtige kaassaus met walnoten en knapperige kappertjes. Ik nam mezelf voor het thuis na te maken. Omdat ik echter in vakantiestemming was, én in goed gezelschap, vergat ik een foto te maken van het gerecht. Maar hee, het ging om bloemkool met kaassaus, hoe moeilijk kon het zijn? Pas nadat ik het drie keer naar eigen inzicht had gemaakt, kwam ik op het idee om eens op het Instagramaccount van restaurant Canastra te kijken. En wat zag ik daar? Bordjes met geroosterde bloemkool in plaats van gestoomde. In kaassaus, dat wel, en met walnoten. Maar geen kappertje te bekennen, laat staan een gefrituurd kappertje. Ach, wat maakt het ook uit, recepten voor geroosterde bloemkool zijn er al genoeg, en ik durf best te beweren dat mijn versie nét zo lekker is. Good old bloemkool met kaassaus, maar dan deluxe.

Voor 2 personen (als hoofdgerecht), of voor 4 personen (als voorgerecht):

1 middelgrote bloemkool (à ongeveer 700 g); 1 eiwit; olijfolie; 3 el kappertjes (op azijn); 75 ml volle melk; 50 ml slagroom; sap van ½ – 1 citroen; 75 g fontina, in kleine blokjes; 75 g taleggio, in kleine blokjes;15 g Parmezaanse kaas, geraspt; 2 tl maizena; ¼ – ½ tl mosterdpoeder (of mosterd); 35 g walnoten, geroosterd en grofgehakt

Verwijder het stugge groene blad van de bloemkool en stoom of kook de kool in z’n geheel 12 – 15 minuten beetgaar. Klop het eiwit in een brandschone kom stijf, maar niet té stijf.

Dep de kappertjes droog met keukenpapier. Verhit een laagje olijfolie in een pannetje en frituur de kappertjes erin tot ze krokant zijn. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi met een snufje zout.

Breng in een kleine sauspan de melk en slagroom en het sap van een halve citroen tegen de kook aan. Draai het vuur laag en voeg beetje bij beetje en al roerend de kaas toe. Blijf roeren tot alle kaas gesmolten is. Roer de maizena los met 2 el koud water en schenk dit in de pan. Laat de kaassaus al roerend rustig binden. Proef en maak de saus op smaak met mosterd(poeder), peper en zo nodig zout en extra citroensap.

Haalde pan van het vuur, voeg 1/3 van het geslagen eiwit en spatel door de kaassaus. Voeg de rest van het eiwit toe en spatel er zo luchtig mogelijk door.

Verdeel de warme kaassaus over 2 of 4 borden. Snijd de bloemkool doormidden of in kwarten en verdeel over de borden. Bestrooi met gehakte walnoten en gefrituurde kappertjes.