In Rotterdam heeft de rechter woensdag een man veroordeeld die verdacht werd van seksuele straatintimidatie. De 33-jarige Asmerom Z. krijgt een boete van 100 euro, plus 180 euro voorwaardelijk. Het Openbaar Ministerie had een boete van 280 euro geëist. Het is de eerste veroordeling voor seksuele intimidatie sinds het vergrijp op 1 juli landelijk strafbaar werd.
Sinds juli loopt er in Rotterdam, Utrecht en Arnhem ook een proefproject waarbij undercover boa’s in de gaten houden of er seksuele straatintimidatie plaatsvindt. Deze boa’s zagen op 9 augustus hoe de man op het Rotterdamse Schouwburgplein een jonge vrouw aansprak, achternaliep en haar bij haar heupen vastpakte. Volgens de handhavers was de vrouw daar niet van gediend.
Intimiderend, zo oordeelde de rechter over het gedrag van Z., en bovendien „vernederend, vreesaanjagend en onterend”. De 33-jarige man, die geen advocaat had meegenomen, liep volgens RTL Nieuws halverwege het voorlezen van het vonnis scheldend de rechtszaal uit.
Lees ook
‘Volg die daar: kans op een heterdaadje.’ In het Arnhemse nachtleven met de boa’s speuren naar straatintimidatie
In Rotterdam heeft de rechter woensdag een man veroordeeld die verdacht werd van seksuele straatintimidatie. De 33-jarige Asmerom Z. krijgt een boete van 100 euro, plus 180 euro voorwaardelijk. Het Openbaar Ministerie had een boete van 280 euro geëist. Het is de eerste veroordeling voor seksuele intimidatie sinds het vergrijp op 1 juli landelijk strafbaar werd.
Sinds juli loopt er in Rotterdam, Utrecht en Arnhem ook een proefproject waarbij undercover boa’s in de gaten houden of er seksuele straatintimidatie plaatsvindt. Deze boa’s zagen op 9 augustus hoe de man op het Rotterdamse Schouwburgplein een jonge vrouw aansprak, achternaliep en haar bij haar heupen vastpakte. Volgens de handhavers was de vrouw daar niet van gediend.
Intimiderend, zo oordeelde de rechter over het gedrag van Z., en bovendien „vernederend, vreesaanjagend en onterend”. De 33-jarige man, die geen advocaat had meegenomen, liep volgens RTL Nieuws halverwege het voorlezen van het vonnis scheldend de rechtszaal uit.
Lees ook
‘Volg die daar: kans op een heterdaadje.’ In het Arnhemse nachtleven met de boa’s speuren naar straatintimidatie
Geïrriteerd keek directeur David Jongen van het Zuyderland Medisch Centrum afgelopen donderdag vanaf de publieke tribune naar de Tweede Kamer. Daar riep de ene na de andere fractie minister Fleur Agema (Zorg, PVV) in een urenlang debat op om de spoedeisende hulp, de intensive care en het geboortecentrum niet te verhuizen van de Zuyderland-vestiging in Heerlen naar die in Geleen. Minister Agema beloofde uiteindelijk „een ultieme poging” te doen de afdelingen voor Heerlen te behouden. Ze komt volgende week langs om daarover te praten.
Staat de koffie al klaar?
„De minister is zeer welkom. Dat meen ik oprecht. Maar de eis dat de afdelingen in Heerlen moeten blijven, kan niet worden ingewilligd. Het ziekenhuis heeft het besluit genomen, we hebben intern draagvlak en de steun van CZ en VGZ, de grootste zorgverzekeraars in de regio.”
De Tweede Kamer en de minister gaan hier toch helemaal niet over?
„Nee, maar nu blijft toch de verwachting in de lucht hangen dat het anders kan. Sommige huisartsen in Heerlen die het er niet mee eens zijn, hopen nu dat Den Haag alsnog ingrijpt. Dat maakt het voor ons heel ingewikkeld om door te kunnen gaan. Ik word er een beetje hopeloos van.”
U klinkt gefrustreerd.
„Het stoort me dat in de Tweede Kamer de hele tijd de suggestie wordt gewekt dat als zij er niet over beslist, het geen goed besluit is. Dat vind ik heel vervelend.”
Als het gesprek met u niet tot een andere uitkomst leidt, „heb ik het verloren”, zei Agema tijdens het debat. En dan heeft u blijkbaar gewonnen.
„Zo voel ik dat helemaal niet. Mijn grootste zorg is dat de minister teruggaat naar de Kamer en zegt: ‘De Zuyderland-directie wil niet.’ Dan heeft de minister verloren, zoals ze zelf zegt: het ziekenhuis krijgt de schuld en het leidt hier in de regio tot heel veel stress en boosheid. Dan heb je alleen maar verliezers. Ik had liever gezien dat de minister onze lijn had gesteund, dan was er ultieme duidelijkheid geweest.”
Lees ook
Voorlopig lijkt Fleur Agema vooral veel op haar voorgangers
Waarom houdt u de afdelingen in Heerlen niet open?
„We doen ontzettend veel aan instroom en behoud van personeel, maar we hebben de mensen gewoon niet – dat speelt in heel Nederland. Dat tekort wordt alleen maar groter en juist dan is het belangrijk keuzes te maken. Je kan wel zeggen dat alles open moet blijven, maar dat is net zoiets als mij een stuk dik ijzer geven en zeggen: ‘Succes: breek het maar doormidden.’ Dat gaat niet.”
Alternatieven ontbreken?
„In de zomer van 2023 lag er een voorkeursplan waarbij in het ziekenhuis in Heerlen om zeven uur ’s avonds het licht uit zou gaan. Dat plan is helemaal van tafel gegaan. Daarna is samen met bewoners, huisartsen, de ambulancezorg, het ziekenhuis, verzekeraars en anderen een heel nieuw voorstel gemaakt. In Heerlen blijft nu 24/7 basale spoedzorg, er komt een speciale afdeling voor kwetsbare ouderen, we onderzoeken een kraamhotel, er komt een sociaal hospitaal voor kwetsbare mensen met meerdere problemen. En we blijven 85% van de benodigde ziekenhuiszorg leveren. Dit is gewoon een goed voorstel. Niks mis mee.”
Voor Heerlenaren die complexe zorg nodig hebben, betekent het straks twintig kilometer met de auto, met het ov kost het nog veel meer tijd.
„Het ov is een reëel probleem, dat zien wij ook. Er moeten straks meer mensen naar Sittard-Geleen dan nu, al gaat het echt niet om duizenden per week. We hebben een werkgroep met Arriva, daar willen we nog de ANWB en mensen vanuit het Wmo bij, en dan bedenken we een vervoersconstructie waarmee we mensen op maat kunnen helpen. Misschien moeten we zelf als ziekenhuis busjes gaan regelen. Het is een van de losse eindjes, maar die lossen we op.”
Inwoners van de regio Heerlen behoren tot de armste, ongezondste en ongelukkigste van Nederland. Moet je daar wel afdelingen weghalen?
„Dat los je op met langjarige investeringen in preventie, opleiding, werk, het oplossen van schulden, bewustwording van gezondheid. Niet door geld te steken in stenen voor een spoedeisende hulp in Heerlen.”
De casus-Zuyderland wordt niet voor niets zo gepolitiseerd. Bij twee van de vier coalitiepartijen, PVV en BBB, ligt het (deels) sluiten van streekziekenhuizen gevoelig. In het hoofdlijnenakkoord staat dat het „de insteek wordt dat streekziekenhuizen behouden blijven”. Dinsdag nam de Kamer diverse moties aan, inclusief met steun van PVV en BBB, om geen afdelingen uit Heerlen weg te halen.
BBB-leider Caroline van der Plas zei tijdens het debat te vrezen voor „een negatieve spiraal”. Oftewel, dat straks het hele ziekenhuis sluit.
„Nee, dat gaat niet gebeuren. We investeren in Heerlen 100 tot 150 miljoen in een nieuw gebouw omdat het oude bijna is afgeschreven. Dan zeg je toch niet na drie jaar: ‘Toedeledokie!’ Dat zou idioot zijn. Dit betekent zekerheid voor dertig jaar. Als we daarvoor in juridische zin vastigheid moeten geven, of onze intentie uitspreken, dan zijn we daartoe bereid.”
Uiterlijk 2030 moet de verhuizing rond zijn. Gaat dat lukken?
„We moeten snel een punt achter deze discussie zetten. Dit loopt al veertien, vijftien maanden en de regio smacht naar duidelijkheid. Wij zitten hier niet om de regio pijn te doen of de boel te verstieren, we willen de beste zorg leveren. Heb daar nou fiducie in.”
Lees ook
Zodra een ziekenhuis wordt gecentraliseerd, protesteren de omwonenden, blijkt in Heerlen
De liefhebber van lange plakken kroepoek had in Nederland decennialang niets te klagen. Toko’s en Chinees-Indische specialiteitenrestaurants bakten ze vers in eigen keuken; in supermarkten lagen de voorverpakte plakken in het schap met een zelfde vanzelfsprekendheid als kroketten in het vriesvak. Lange kroepoek, kan je wel zeggen, was in overvloed beschikbaar.
Maar afgelopen zomer raakte het schap leeg, en vervolgens kwam er een ander product te liggen. De lange kroepoek was gewist alsof-ie nooit had bestaan en nooit meer zóú bestaan. Alle andere kroepoekvarianten lagen er nog wel – de chipjes, de gekruide, de vegaversie van cassave.
Het gebeurde plotseling en resoluut. Of het nu Unilever-merk Conimex betrof of de huismerken van Albert Heijn, Plus en Jumbo: ineens waren hun lange kroepoekplakken weg. Waarbij een Jumbo-woordvoerder tevreden opmerkte dat hún plakken nog „relatief lang beschikbaar” waren.
Liniaallengte
Wat is er aan de hand? Is de mondiale kroepoekmarkt verstoord, met de lange plak als onschuldig slachtoffer? Of speelt er iets anders?
Krupuk is een Aziatische uitvinding van zeker zo’n duizend jaar oud, maar het waren de Nederlanders die er plakken met liniaallengte van maakten. Vaststaat ook dat Nederlanders de kroepoek vanaf de negentiende eeuw uit Indië mee terugbrachten. In sommige landen heeft de snack de vorm van een forse cracker, maar nergens is kroepoek zo lang als in Nederland.
De productie ervan begint met een Indonesische garnalenboer, die de witte garnaal met een net uit de Javazee ophaalt of met een grote mand uit een vijver schept. Op een goede dag gaat het al gauw om zo’n vijf kilo. In Indonesië zijn hiervoor tal van ‘boerderijen’, met vijvers soms zo groot als voetbalvelden. Van de wereldproductie van witte garnalen komt 12 procent uit Indonesië. Gevangen garnalen worden in emmers gemengd met onder meer tapiocabloem, zonnebloemolie, suiker en zout. Dit dikke deeg wordt uitgerold tot dunne vellen: het halffabrikaat.
Die fragiele, rechthoekige vellen worden in Nederland onder meer geïmporteerd door Polak en Co., een Rotterdamse handelsonderneming, die ze verkoopt aan toko’s en restaurants. Daar, of op een ander tussenstation, worden ze afgebakken.
Grote machines
Is de lange kroepoek verdwenen door een verstoring in de aanleverroute? Dat fenomeen raakte de afgelopen jaren meer wereldmarkten en voedde de hang naar ‘strategische autonomie’, een eigen invulling van toelevering en productie.
Een vertegenwoordiger van Polak en Co. weet van niets. Het importeert en verkoopt het vertrouwde halffabrikaat nog altijd. Ook de importeurs van het Zoetermeerse Tiga Rasa hebben nergens last van; ze verkopen aan restaurants en toko’s – daar zijn de lange plakken nog wél te koop.
Een medewerker van plaatsgenoot Udang Mas, dat „een autoriteit wil zijn in de wereld van Aziatische kroepoek”, weet evenmin waar de lange plakken in de supermarkt zijn gebleven. „Zulke hoeveelheden lange plakken, die kúnnen wij niet eens bakken.” Daar zijn grote machines voor nodig. En er is, zegt hij, maar één bedrijf in Nederland dat dit kan.
Dat bedrijf blijkt een wereldmacht in de zoutjeswereld. Intersnack in Doetinchem, dochter van een Duits concern met 2,5 miljard euro omzet, levert naar eigen zeggen producten die uiteenlopen van „hartige snacks en knapperige popcorn tot voedzame noten en smeuïge, pindakaas”. Het bakte de lange plakken kroepoek voor Conimex, én voor alle Nederlandse huismerken.
Niettemin: bakte. Verleden tijd. Want Intersnack, zeggen woordvoerders van supermarkten, is ermee gestopt en gaat de productie niet opnieuw opstarten. Dat komt, aldus Albert Heijn en Jumbo, door de breekbaarheid: de lange plakken breken gemakkelijk, té gemakkelijk. Een aanzienlijk deel van de productie zou de supermarktschappen daardoor nooit gehaald hebben. De lange kroepoekplak, zegt de Jumbo-woordvoerder, „is een heel kwetsbaar product”.
Mysterie
Maar was die breekbaarheid niet juist een pre? De goede lange plak is immers bros én breekbaar. Dat maakt zo’n plak (133 calorieën, net zoveel als een ons rijst) simpel te proportioneren, handig om te delen en makkelijk te verbrokkelen boven de gadogado. Juist als breken stugger ging, moest je opletten: vaak had de plak te lang in de kast gelegen.
En was breekbaarheid de voorbije decennia dan géén issue? Supermarkten verkopen bovendien ook andere breekbare producten, zoals Indiase papadums en zakken chips? Goede vragen, vindt de woordvoerder van Albert Heijn. Maar hij beantwoordt ze niet.
Ook Intersnack weigert het mysterie definitief op te helderen. Op voicemail zegt een medewerker dat Intersnack „niet degene is die hierover informatie kan verstrekken”. Op vervolgvragen per e-mail laat het bedrijf weten dat na „interne navraag” is besloten niet op vragen in te gaan.