Eerst kwam de vulpen, toen de lange zoektocht naar de perfecte inkt

De vulpen Met een verbeten soort hebberigheid ging Ellen de Bruin, na dertig jaar geen vulpen te hebben aangeraakt, op zoek naar inkt in de perfecte, alle andere inkten overbodig makende kleur blauw. Een reis door vulpeninktland.

Illustratie Viola Lindner

De hobby die mij, qua uitstelgedrag, de afgelopen maanden het meest in de weg heeft gezeten bij het werken aan mijn nieuwe roman, is schrijven. Echt schrijven. Letters vormen op papier, met een vulpen.

Maar er schrijft toch niemand meer met een vulpen? Dat zou je denken, tot je eens om je heen vraagt. Of op Instagram kijkt (#fountainpen), of op Reddit (r/fountainpens). Of als je, zoals ik in januari, je eerste vulpen in dertig jaar koopt, gewoon om het weer eens te proberen, en dan in de winkel een bevriende hoofdredacteur ontmoet, die toevallig net zijn eerste vulpen in vijftig jaar staat aan te schaffen, en die daarna af en toe een ansichtkaartje stuurt, prachtig beschreven in Waterman Mysterious Blue Ink.

Sowieso blijkt: de allermooiste letters zijn de letters geschreven met een fijne vulpen. En met lekkere inkt. Want ik mag dan sinds januari een minicollectie van drie vulpennen hebben opgebouwd (Kaweco Liliputs, een Duits merk, in een klein donkerblauw lederen etuitje van het Turkse merk Galen Leather, alles gekocht bij Akkerman Amsterdam), maar in vulpennen verzamelen ben ik verder niet zo geïnteresseerd. Het gaat me vooral om de verschillende merken, soorten en vooral kleuren vulpeninkt die er bestaan.

Er ontstond een kleur opgewekt frisgroen die mijn hele ziel deed juichen

Dat kwam zo. Bij mijn januari-vulpen kocht ik meteen wat kleurtjes Kaweco-inktpatronen: blauwe, groene, grijze en, in de leegverkoop van een helaas gestopte winkel in Wolvega, fluorescerend gele. Ik herinnerde me van dertig jaar geleden dat de leukste kleuren inkt ontstaan als je een inktcartridge leeg hebt en je stopt een andere kleur in je pen. Dan krijg je eerst een tussenkleur, die geleidelijk plaatsmaakt voor de nieuwe. Toen ik na groene inkt de fluorescerend gele cartridge in mijn pen deed, ontstond er een kleur opgewekt frisgroen die mijn hele ziel deed juichen.

Maar niet voor lang. Al snel schreef mijn pen louter fluorescerend geel: fel onleesbaar. Als ik nou eens een druppeltje blauwe of groene inkt aan die gele cartridge toevoegde? Bij Fontoplumo in Delft bestelde ik een injectienaald met stompe punt, pipetteerde een druppel inkt op uit een blauwe cartridge en spoot die bij het geel. Mijn pen bleef hardnekkig geel schrijven. Het fluogeel was te sterk.

Dit was het begin van een obsessie. Ik zocht op internet naar ervaringen met vulpeninkt mengen en las dat dat eigenlijk niet mag, omdat inkten (ook van hetzelfde merk) met elkaar kunnen reageren tot iets wat je penpunt lelijk kan verstoppen. En dat je altijd je pen moet schoonmaken (hoe verschilt per pen, maar is makkelijk googlebaar) voor je aan nieuwe inkt begint.

Maar hoe kon ik dan aan vulpeninkt komen die de ogen troost? Want aan wat ik écht graag wilde, met een verbeten soort hebberigheid, was ik nog niet eens begonnen: inkt in een perfect bij mij passende, alle andere inkten overbodig makende kleur blauw. Mijn signature inkt.


1. Inktpatronen

Het handigste zou zijn als er inktpatronen bestonden in mijn gedroomde blauw. Sommige vulpenmerken maken pennen waar alleen hun eigen specifieke inktpatronen in passen, maar in mijn Kaweco-vulpennen gaan gelukkig ‘gewone’ korte cartridges. Daardoor kan ik ook andere helderblauwe inkt proberen dan het best mooie, maar misschien wat generieke Kaweco Royal Blue. Bij Scrittura Elegante in Dordrecht, gespecialiseerd in minder bekende merken vulpennen en inkt, bestel ik wat inktpatronen van het Britse merk Diamine. Dat is trouwens wél een bekend merk in vulpenland, en een van de weinige die behalve potten inkt ook een groot assortiment aan kleuren in cartridges biedt.


2. Inktsamples

De meeste vulpeninktmerken verkopen hun inkt per pot, die maken helemaal geen inktpatronen. Je kunt je vulpen dan vullen met een speciale converter. Alleen zijn mijn Liliput-vulpennen daar te klein voor. Bovendien: moet ik dan van elke inkt die ik wil proberen een hele pot kopen? Nee, blijkt als ik verder zoek: er zijn inktsamples te koop. Daarmee kan ik, dankzij mijn injectienaald, lege en schoongewassen cartridges vullen. Nu is het hek van de dam. Fountainfeder in Flensburg (een Duits plaatsje bij de grens met Denemarken waar ik een paar maanden eerder nog met de trein strandde, had ik toen maar van die winkel geweten) verkoopt inktsamples van 35 verschillende merken, waaronder de fantastische Iroshizuku-serie van het Japanse merk Pilot waar ik bij Akkerman Amsterdam al een keer mijn penpunt in mocht dopen. Ik bestel negentien samples helderblauwe inkt van verschillende merken, en een paar soorten groen.


3. Sommige inkt is wél te mengen

Ook koop ik bij Fountainfeder meteen een setje mix-inktsamples van het Japanse merk Platinum, in twee kleurtjes meer dan de regenboog. Want dat is inkt die gemáákt is om te mengen. En er zitten twee mooie tinten blauw tussen.


4. Het perfecte groen

Nog voor ik de blauwe inkten test, ontdek ik dat Diamine Apple Glory het soort heldergroene inkt is dat je hele dag opfleurt. Voor de zekerheid koop ik meteen een heel potje (bij, heel toepasselijk, Appelboom in Laren). Ik doe dat ook om de groene tak van mijn zoektocht te stoppen: alleen Diamine heeft al meer dan vijftig soorten groene inkt. Soms moet je satisficen in plaats van optimizen.


5. Het perfecte blauw

Inmiddels heb ik bijna dertig soorten blauwe inkt geprobeerd. En ik heb vooral heel veel niet geprobeerd. Diamine heeft zo’n honderd blauwe inkten uitgebracht; ik heb er maar tien. Er bestaat een blauwe inkt uit Taiwan die Cat at Dawn heet; ik wil die inkt. Zo ook Confidence Blue uit de Emotions-serie van Monteverde, een Amerikaanse inkt waar je ongetwijfeld instant-zelfvertrouwen van krijgt.

Tot nu toe ben ik over drie inkten het meest enthousiast. Iroshizuku Asa Gao en Iroshizuku Tsuyu Kusa schrijven heerlijk en zijn prachtig van kleur (Tsuyu Kusa gaat trouwens uit de handel, zul je net zien). En laatst bezocht ik Akkerman Den Haag, waar ik als kind in de jaren 70 mijn Snoopy-spulletjes kocht. De winkel is sindsdien wat intimiderender geworden, het is er manchetknoop-chic – maar ze maken er ook hun eigen inkten en ik wilde graag hun Akkerman Blauw in het echt zien. Meteen een hele pot gekocht, wat eigenlijk niet mocht van mezelf. Heerlijke inkt, mijn favoriete blauw tot nu toe. „Is dit je eerste Akkerman-inkt?”, vroeg meneer Akkerman. „Dan is het zeker niet je laatste.” Dat denk ik ook.


6. Wat ik nog meer weet

In ruim een half jaar heb ik van alles geleerd over vulpennen en inkt. Er is ‘nattere’ en ‘drogere’ inkt en dat heeft te maken met hoe lekker het uit je pen vloeit. Een droge inkt in een extra fine nib (een heel dunne penpunt) schrijft gekmakend moeizaam. Mijn favoriete penpunt van Kaweco is fine, maar de precieze puntdikte kan per pennenmerk verschillen.

Er bestaat ‘vulpenvriendelijk’ papier. Dat geeft relatief weinig bleeding (dat de inkt doordrukt) en ghosting (dat je het geschrevene kunt zien aan de andere kant van het papier). Ook zie je daarop typische inkteigenschappen beter, zoals shading (donkere en lichte stukjes binnen een geschreven letter), sheen (overgangen naar een heel andere kleur binnen een letter) en shimmer (toegevoegde glitter). Die eigenschappen zie je ook beter als je een bredere penpunt gebruikt.

Als je ertegen kunt dat je letters minder strak zijn omdat de inkt een beetje uitloopt (feathering, wordt op neergekeken) kan goedkoop kopieerpapier, dat de inkt een beetje uit je pen zuigt, stiekem best lekker schrijven. Er bestaat geparfumeerde vulpeninkt (maar waarom zou je) en min of meer watervaste.

Je kunt van veel inkten online recensies met testfoto’s vinden (er staan ruim 2.200 inkttests op Mountain of Ink, mijn nieuwe favoriete site). Kleuren inkt op een telefoon- of computerscherm zijn niet precies gelijk aan kleuren inkt thuis, uit je pen, op papier. Smaken verschillen. En stel dat je een hele verzameling samples vulpeninkt hebt waarvan je een deel niet mooi of lekker vindt schrijven, dan kun je die inktjes prima gebruiken om aquarelachtige tekeningen mee te maken, met een waterpenseel. Dat werkt trouwens ook erg goed als uitstelgedrag.

De auteur heeft haar pennen en inkt zelf betaald. Geen van de vermelde winkels wist van dit artikel. Inmiddels heeft ze een potje Confidence Blue besteld.

Illustraties Viola Lindner