Eerherstel: zonder zijn eerste vrouw Eileen was Orwell nooit zo ver gekomen

In 2005 werden zes brieven gevonden van Eileen O’Shaughnessy, de eerste vrouw van Eric Blair, beter bekend onder zijn pseudoniem George Orwell. In november 1936 schrijft ze: ‘Ik raakte mijn gewoonte van punctuele correspondentie kwijt in de eerste weken van ons huwelijk omdat we zo voortdurend & echt bitter ruzie maakten. Ik dacht ik spaar tijd en schrijf een brief aan iedereen zodra de moord of de scheiding een feit is.’

Zover komt het niet. Maar na negen jaar huwelijk overlijdt Eileen Blair op de operatietafel waar ze een hysterectomie zou ondergaan. Ze was verzwakt door bloedingen als gevolg van haar verwaarloosde baarmoederkanker, en uitgeput na jaren sloven in armoede en oorlog. Artsen ontrieden haar de operatie, maar bang dat eerst aansterken te veel geld zou kosten, negeerde ze dat. ‘Eerlijk gezegd’, schrijft ze op haar laatste ochtend aan Orwell, die ondanks haar ziekte op reportagereis is gegaan, ‘weet ik niet of ik het geld wel waard ben’.

Dat een intelligente, talentvolle vrouw op haar 39ste fysiek op is, betwijfelt of ze een operatie wel verdient en moederziel alleen overlijdt, is volgens de Australische auteur Anna Funder meer dan een particuliere omstandigheid. Het is ook de consequentie van een leven als ‘vrouw van’. Eileen Blair achtte zich weinig waard. Ze had, aldus Funder, de patriarchale tijd waarin ze leefde ‘als het ware verinnerlijkt’.

Het is een stelling die Funder in haar originele Wifedom met vuur en verve uitwerkt. Zij is vooral bekend van haar debuut Stasiland uit 2003, waarin ze uit het Berlijn van toen knap en precies het leven in de DDR opdolf. In Wifedom delft ze Eileen op. Het boek is niet alleen een biografie, Funder kruist ook de degens met de zes biografen van Orwell, die de invloed van Eileen en andere vrouwen op zijn leven en schrijverschap bagatelliseren. Meteen na het huwelijk was duidelijk dat Orwells werk voor alles ging – voor hem én haar. De twee woonden een deel van hun leven in een krottig buitenhuisje zonder elektriciteit of inpandig sanitair, met een moestuin, dieren en een zieltogende winkel. Orwell kon zich fulltime als schrijver ontwikkelen omdat zij al het andere deed – als zijn verzorgster, huishoudster, hovenier, secretaresse en redacteur.

Het beeld van Orwell dat uit Wifedom oprijst, kan een stomp in de maag zijn voor bewonderaars. Funder concentreert zich op de vrouwen die hem als aankomend schrijver vooruit hielpen, ook financieel. Orwell had de gewoonte vrouwen aan te randen, soms met geweld, en kwaad te worden als ze hem bleven afwijzen. In de vijf jaar die hem na Eileens dood resten, vroeg hij drie vrouwen ten huwelijk, soms al bij een eerste afspraak. Hij zocht, schrijft Funder, een nieuwe ‘onbetaalde kracht om zijn leven en nalatenschap te managen.’

Aan het front

Tot de sterkste hoofdstukken uit Wifedom behoren die over de Spaanse Burgeroorlog, door Orwell magistraal vastgelegd in Saluut aan Catalonië (1938). Orwell, en zijn biografen dus ook, concentreren zich op de schrijver die wacht op actie aan het front. Maar het is Eileen die het meest gevaar loopt en hun ontsnapping aan de mislukte revolutie regelt. Zij maakt in het hoofdkwartier van de revolutionaire partij ILP onder meer de partijkrant, haalt de gewonde Orwell op aan het front en regelt hun ontsnappingsroute. Orwell baseert zich in Saluut aan Catalonië vaak op haar belevenissen. 37 keer noemt hij ‘my wife’, maar Eileens naam noemt hij niet. ‘Ik vraag me af wat ze dacht, terwijl ze het uittypte’, schrijft Funder.

Biografie, schreef Orwell zelf in een stuk over Salvador Dalí, is zinloos als het niet ook de donkere kant van iemand blootlegt. Enter Anna Funder. Orwell was een man die al vroeg de smerigheid van kolonialisme onderkende, maar die in Birma en Marokko seks met piepjonge meisjes kocht voor een grijpstuiver. Hijwas een man die onvergetelijk schreef over de waarde van het individu tegenover totalitarisme, maar die de vrouwen in zijn leven te vaak alleen zag in termen van zijn eigen behoeften. Het aura van morele onkreukbaarheid dat om de schrijver heen hangt, noemt Funder dan ook een voorbeeld van patriarchale ‘doublethink’. Lang – zeg maar alle eeuwen voor #MeToo – kon een man zich als een zak gedragen en tóch een toonbeeld van rechtschapenheid zijn.


Lees ook
George Orwell: zijn diepste innerlijk bleef gesloten

George Orwell.

Een negentienjarige jeugdvriendin die Orwell van zich af moest slaan, komt met blauwe plekken en gescheurde kleren thuis en sluit zich drie dagen op in haar kamer. In zijn nieuwe biografie spreekt D.J. Taylor van ‘een aanval’. Funder schrijft: ‘poging tot verkrachting’. Maar dat de betrokkene aan het eind van zijn leven toch weer contact zocht met Orwell, is dan weer iets dat Taylor wél meldt, en Anna Funder niet. Het toont dat Funder zelf ook niet vrij is van wat zij haar collega-biografen verwijt: incompleet en vertekend brongebruik.

Toch wint de originaliteit van Wifedom het van de schoonheidsfouten. Steeds brengt Funder taalkundige wekkers aan die je alert maken op seksistische eufemismen of het ‘wegschrijven’ van vrouwen. Zoals het gebruik van het passivum: ‘de paspoorten werden geregeld’, ‘de maaltijd werd geserveerd’. Door wie dan? Juist. Zo toont Funder hoe het uitwissen van vrouwen, ‘eerst door het huishouden en dan door de geschiedenis’, in zijn werk gaat.

Maar was Eileen Blair dan enkel slachtoffer van het patriarchaat? Dat niet. In dit huwelijk was sprake van ‘een wederzijdse wapenwedloop van zelfdestructie’. Eileen wist dat Orwell haar veelvuldig bedroog, maar zij vertrok niet. Hij was háár project. En híj kon niet werken zonder haar. Volgens Funders bronnen is haar invloed op het lichtvoetige Animal Farm onmiskenbaar: Eileen hield van sprookjes, ze was geestig en ironisch. Zij suggereerde, hij schreef, zij redigeerde. Na haar dood en vlak voor zijn eigen noemde Orwell zijn laatste roman naar een dystopisch gedicht dat zij had gepubliceerd: 1984.

Hervertelling

Behalve tot een boek als Wifedom heeft het door #MeToo verhoogde bewustzijn van seksisme ook geleid tot een golf aan hervertellingen van literaire klassiekers uit vrouwelijk perspectief. In Julia, van de Amerikaanse auteur Sandra Newman, staat de geliefde van hoofdpersoon Winston Smith uit 1984 centraal.

Er valt, zo blijkt, aan het meesterwerk nog wel wat toe te voegen. Orwells Julia, gedefinieerd door haar lust, pragmatische rebellie en warsheid van Winstons getheoretiseer, is bij Newman juist de onbetwiste meesteres van de intrige. Minder verrassend is dat de heerschappij van Big Brother voor vrouwen uitpakt als een variant op Margaret Atwoods The Handmaid’s Tale (dat natuurlijk al een pendant is van 1984). Newman geeft Orwell zeker flink partij, zoals bij haar versie van de beruchte rattenscène. Toch blijft dit boek een derivaat: de nieuwe plotwendingen voltrekken zich in een universum dat niet van Newman is, maar van Orwell.

Waar de grens ligt tussen Orwell-de-uitvreter en Orwell-het-genie is een variant van dat sinds #MeToo woedende debat: kan een genie een genie blijven, als hij ook een hork of schurk is? Ja, dat kan, schrijft Funder. Want wat is er eigenlijk zo erg aan, te erkennen dat de naasten van een kunstenaar, doorgaans vooral vrouwen, soms een hoge prijs betaalden voor dat geniale werk?