Een zeldzame blik in de spiegel van een zelfbewuste strafadvocaat

Persoonlijke belevenissen, associaties en gedachtesprongen, belooft oud-strafadvocaat Inez Weski haar lezers in Het geluid van de stilte. En dat is geen woord te veel gezegd. Haar boek is een kettingbotsing van barokke aanklachten, radicale opvattingen en persoonlijke ontboezemingen. Vaak melodramatisch, hoog van de toren en ook nogal ongeorganiseerd. Bijeengehouden door een (vast ongewild) droogkomisch verslag van de 41 dagen voorarrest dat als rode lijn het boek enige structuur geeft. Die bracht ze ‘in alle beperkingen’ door in een kennelijk speciaal voor haar ingericht ondergronds (?) cellencomplex op een onbekende locatie en deels in de P.I. Nieuwersluis. Ze werd in april vorig jaar gearresteerd omdat ze als advocaat van Ridouan Taghi berichten naar hem zou hebben gesmokkeld, waardoor ze feitelijk onderdeel van diens criminele organisatie zou zijn geworden.

Het resultaat is een relaas waarin de auteur veel van zich afschrijft, maar ook veel vragen vermijdt. Haar belevenissen als verdachte in voorarrest redden het boek omdat ze daarin de val beschrijft die ze als advocaat van ‘statuur’ meemaakte, zoals ze zelf schrijft, naar die van verdachte handlanger. Waarmee feitelijk aan haar beroepsleven en haar reputatie een einde kwam. Ze laat goed de absolute macht van de Staat over de verdachte Inez W. zien, die haar locatie niet mag weten, geen band met haar dagelijks wisselende bewaarders mag krijgen, voor álles afhankelijk is van een slecht bereikbare meldkamer. Terwijl ze medicatie- en dieetafhankelijk is en daardoor kwetsbaar voor flauwtes, coma of erger. Dat roept natuurlijk vragen op over haar bejegening door justitie.


Lees ook
Arrestatie Weski toont precaire positie strafadvocaten

Advocaat Inez Weski werd vrijdag gearresteerd op verdenking van het doorspelen van informatie in de zaak-Taghi.

Verder wordt glashelder dat Weski er helemaal doorheen zit. Ze is aan het einde van haar Latijn, schrijft in pessimistische, duistere termen over de rechtspleging, over justitie, het openbaar bestuur, de samenleving en ook over haar eigen levensverwachting. Alles komt langs: de Toeslagenaffaire, de PVV-overwinning, het proces van Neurenberg, Big Brother in turbostand dankzij spyware, de Verelendung van het Openbaar Ministerie, de Shoah, Westerbork, haar vermoorde familie. Ze noemt zich een ‘redelijk verbitterde oud-advocaat’, tegen wie straks een proces wordt gevoerd op basis van bij elkaar geknipt bewijsmateriaal, ‘op schimmige wijze verkregen uit bulktaps’. Het OM duidt ze consequent aan als ‘de Vervolgers’. Weski lijkt in een eigen ‘film noir’ te zitten.

Kroongetuige

In één passage richt ze zich impliciet tot haar ‘voormalige cliënt R.’ met de belofte dat ze haar geheimhoudersplicht als advocaat nooit zal verzaken. Als in dit land ooit nog een advocaat wordt doodgeschoten dan is zij kandidaat, leid ik daar uit af. Dat justitie haar bescherming aanbood, mogelijk als kroongetuige, past daar bij. Het OM moet tevoren hebben geweten hoe levensbedreigend haar arrestatie zou zijn. Het maakt van het komende strafproces tegen Weski ook een schimmenspel. Ook als ze al zou willen ‘verklaren’ in de rechtszaal, dan kan ze dat niet. Ze is gegijzeld door de kennis die ze heeft. En de cliënt die ze had.


Lees ook
Het OM bood me aan kroongetuige te worden

Ex-advocaat Inez Weski over haar arrestatie: ‘Het Openbaar Ministerie bood me aan kroongetuige te worden’

De grimmige passages over het geheimhoudersrecht van advocaten en de structurele schending ervan door het OM, zijn daar niet los van te zien. Weski doet haar best haar boosheid te camoufleren, maar vermoedelijk kookt ze inwendig. Ze is in een val gelopen, waar ze ook zelf mee verantwoordelijk voor is.

In Het geluid van de stilte is de auteur nadrukkelijk op zoek naar zichzelf. Hoewel een publiek figuur, bekend van vele media-optredens, was ze altijd gereserveerd over haar persoonlijk leven. Nu lijkt ze voor het eerst openhartig. Ze schrijft uitgebreid over haar Joodse achtergrond, haar diepe ambitie om recht te doen en de generaties die haar daarin zouden zijn voorgegaan. Het leidt tot nogal zonderlinge passages over niet bij naam genoemde rabbijnen, schriftgeleerden, filosofen en wetenschappers in haar familie met wortels in het Midden-Oosten, maar ook Estland. Met wie ze diepe verwantschap voelt. Als geëngageerd jurist positioneert Weski zichzelf ergens halverwege Rosa Luxemburg en Richard Dreyfus: collega-martelaren van de rechtsstaat, op de barricade tegen onrecht dat diepe historische wortels heeft, waar zij, genetisch geprogrammeerd naar ze zelf meent, de strijd mee aanbindt.

Wie op zelfreflectie rekent van een strafadvocaat over decennia belangenbehartiging van vooral zwaardere criminelen, komt bedrogen uit. Wat je wel krijgt is een zeldzame blik in de spiegel van een zelfbewuste strafadvocaat die nog altijd strijdbaar is. Maar die ook nog steeds haar kaarten tegen de borst houdt.