N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Diergedrag In huishoudens met meerdere katten zijn onderlinge conflicten best te vermijden, zeggen onderzoekers.
Ook een eenvoudige katteneigenaar kan zien dat katten ruzie hebben als ze veel achter elkaar aan rennen, relatief veel geluiden produceren en een scherpe afwisseling vertonen tussen interactief gedrag en passiviteit. Dat ze juist met elkaar spélen, dus zonder onderlinge strijd, is dan weer vooral op te maken uit langdurig met elkaar ‘worstelen’, zeker als ze daarbij om en om onder en boven liggen.
Er is ook een tussenvorm tussen spel en gevecht in, die lijkt op de spelfase maar ook strijdkenmerken heeft. Die vorm kan gemakkelijk op een echt gevecht uitlopen. Opvallend genoeg onderscheidt deze ‘tussenfase’ zich vooral door langdurige interactiviteit, alsof juist in deze fase de dieren elkaar niet uit het oog willen verliezen. Er wordt relatief weinig geworsteld.
Een ander kenmerk van de tussenvorm is dat allerlei gedrag dat in de speelvorm interactief is – elkaar achterna zitten, speelse klapjes uitdelen – juist niet beantwoord wordt.
Relevante kattengedragingen
Al deze kenmerken zijn het resultaat van een analyse van filmpjes met 105 interacties tussen twee huiskatten, dat deze week gepubliceerd is in Scientific Reports door een team onder leiding van Noema Gajdos Kmecová van de diergeneeskundige universiteit in Kosice, Slowakije.
Er werd gelet op zes relevante kattengedragingen: ‘inactieve lichaamshouding’, ‘worstelen’, ‘achtervolging’, ‘andere interactiviteit’, ‘niet interactieve activiteit’ en ‘vocalisatie’. De filmpjes kwamen voor een deel van YouTube en ander deel werd ingezonden door katteneigenaren na een oproep op Facebook. Als een van de twee katten een jonge kat was, ging het relatief vaak om spel. Het is volgens de onderzoekers de eerste keer dat op deze gedetailleerde, ethologische manier de interactie tussen katten in huiselijke kring is onderzocht.
Het verschil tussen ruw spel en echte conflicten ontgaat veel kattenbaasjes
Voor het verschil tussen speel- en conflictgedrag in huiselijke kring zou ook de stand van de oren en staart en bijvoorbeeld ‘starend kijken’ tekenend kunnen zijn. Daarnaar is nu nog niet gekeken, schrijft Kmecová c.s. omdat dit onderzoek een eerste verkenning is en ook omdat ze juist expres op zoek ging naar grove indicaties die hanteerbaar zijn voor gewone kattenbezitters. Het verschil tussen ruw spel en échte gevechten ontgaat veel katteneigenaren, waarvan ook velen schijnen te denken dat kattenconflicten onvermijdelijk zijn in een huishouden met meerdere katten. Maar dat is niet zo, aldus Kmecová.
De dierenartsen hopen dat met hun nieuwe vuistregels katteneigenaren al in een vroeg stadium kunnen zien of er spanning ontstaat tussen hun katten zodat ze zonodig ook professioneel advies kunnen vragen „om grote conflicten te vermijden die ertoe kunnen leiden tot ze een of meer van hun katten wegdoen of zelfs laten euthanaseren”. Ze waarschuwen overigens ook dat een enkel conflictueus incident geen reden tot zorg is. Voor de ontwíkkeling in een relatie tussen twee katten is het vooral van belang om te letten op het lichaamscontact. Katten die echt een hekel aan elkaar krijgen, raken elkaar vrijwel niet meer aan. Twee ruziënde katten die verder gewoon tegen elkaar aan slapen en elkaar ook op andere manieren aanraken baren geen zorgen.
Totaal ongeremd
Écht rauwe conflicten zijn ook vaak wel duidelijk. De onderzoekers schrijven dat ze video’s kregen met katten „die elkaar totaal ongeremd beten, krabden en schopten, met kattenvachten vol bloed en klauwen die vast zaten in de huid van een andere kat”.
Op een lager conflictniveau wordt het al weer ingewikkelder. Want tijdens conflicten probeert een agressieve kat zich altijd zo groot mogelijk te maken, met hoge rug en de haren overeind, maar soms is dat ook bluf, juist om het conflict te vermijden.
En als een spel ten einde loopt kan een kat agressief gedrag vertonen als hij wil ophouden met spelen terwijl de ander nog gewoon doorgaat.
De oplettende eigenaar kan ook uit de orenstand overigens best veel opmaken. Uit een eerder Frans onderzoek in het vakblad Animals blijkt bijvoorbeeld dat interactie tussen katten die beide hun oren opgeheven hebben vrijwel altijd positief is. En ook dat alle ándere combinaties van orenstand zijn vrijwel altijd negatief zijn.
Die onderzoekers concluderen ook dat de stand van de staart geen grote rol lijkt te spelen in onderling kattenverkeer, maar wél in het contact met mensen.