Een verbod op diepzeemijnbouw is geen oplossing. Regulering is wel nodig

Grondstoffen De diepzee is een potentiële vindplaats van metalen die essentieel zijn voor de transitie naar een groenere economie, schrijft .

Greenpeace-activisten voor de Mexicaanse kust demonstreren tegen diepzeemijnbouw.
Greenpeace-activisten voor de Mexicaanse kust demonstreren tegen diepzeemijnbouw.

Foto GUSTAVO GRAF MALDONADO / Reuters

Onlangs bood de actiegroep Women4Oceans de Tweede Kamer een petitie aan tegen diepzeemijnbouw, ondertekend door meer dan 300.000 mensen. De opstellers bepleitten een verbod op diepzeemijnbouw omdat dat een ramp voor de oceaan zou zijn. Wereldwijd spannen activisten zich in tegen diepzeemijnbouw. Niet zonder succes: een aantal landen, waaronder Frankrijk en Duitsland, en ook het Europese Parlement hebben zich uitgesproken voor een al dan niet tijdelijk verbod.

Bij voorbaat nee zeggen tegen diepzeemijnbouw is onverstandig. Tegenstanders maken zich volledig terecht grote zorgen over de samenhangende crises van verdwijnende biodiversiteit en klimaatverandering, maar als we deze problemen daadwerkelijk willen aanpakken moeten we niet denken in taboes. Diepzeemijnbouw kan juist een belangrijke rol spelen in de klimaattransitie. De diepzee is een potentiële vindplaats van metalen die essentieel zijn voor de batterijen die ons naar een groenere economie kunnen helpen. Het idee dat we deze transitie kunnen maken zonder deze metalen is onrealistisch. Recycling zal een steeds belangrijkere rol moeten spelen binnen de klimaattransitie, maar het is naïef om te denken dat we deze kunnen versnellen zonder metalen te blijven winnen.

Windmolenparken

Het vergroenen van de economie betekent helaas het maken van moeilijke keuzes. Dit is niet iets nieuws. Zo accepteren we bijvoorbeeld ook de negatieve gevolgen van windmolenparken, zoals miljoenen vogels en massa’s insecten die jaarlijks de dood vinden. Bovendien komt er bij de bouw van windmolens ook een significante hoeveelheid CO2 vrij. Desondanks kiezen we voor windmolenparken, omdat we een weloverwogen afweging maken over de netto voordelen.

Dit betekent niet dat er geen aandacht moet zijn voor de negatieve effecten van mijnbouw in de diepe zee. Wel dat we deze goed moeten afwegen tegen de voordelen. Als diepzeemijnbouw ons dichter bij onze transitiedoelen brengt, moeten we enige impact op de oceaanbodem accepteren.

Bedrijven die zich bezighouden met diepzeemijnbouw moeten we niet hun gang laten gaan. Deze bedrijven proberen duidelijk de veranderende tijdgeest te bespelen door zichzelf aan te prijzen als groene bedrijven, die onzelfzuchtig de klimaattransitie vooruit helpen. Het behoeft geen uitleg dat we dit soort discours met een flinke korrel zout moeten nemen. Hoe je het ook bekijkt, het blijft een onomwonden feit dat diepzeemijnbouw lokaal de bodemorganismen zal vernietigen en dat het ook enige invloed zal hebben op de rest van de oceaan en haar ecosystemen.

Daarom is het van essentieel belang dat er goede en uitgebreide internationale regelgeving komt die de negatieve effecten van diepzeemijnbouw beperkt. Een belangrijk onderdeel hiervan is ook het monitoren van deze effecten, aangezien diepzeemijnbouw op commerciële schaal nog nooit heeft plaatsgevonden en de precieze effecten dus ook nog altijd onduidelijk zijn.


Lees ook: Greenpeace sprak van een ‘historische dag’, waarom is het oceaanverdrag zó belangrijk?

Transparantere Zeebodemautoriteit

De Nederlandse regering heeft zich internationaal al uitgesproken voor het belang van regelgeving met milieubescherming voor diepzeemijnbouw. Ze moet zich verder inspannen om te zorgen dat de Internationale Zeebodemautoriteit, die de internationale wetgeving uitwerkt, de negatieve effecten van diepzeemijnbouw serieus neemt. Er moet adequate regelgeving komen die helpt om de potentiële negatieve effecten te beperken.

Nederland moet bij de Zeebodemautoriteit aandringen op meer transparantie. Onafhankelijke wetenschappers en milieuorganisaties zouden inzicht en inspraak moeten krijgen in het opstellen en bijwerken van regelgeving. Dit is van essentieel belang, aangezien een blik op de geschiedenis van de diepzeemijnbouw leert dat het werk van wetenschappers en activisten cruciaal is geweest om de negatieve effecten van diepzeemijnbouw onder de aandacht te brengen en deze vervolgens te beperken.

Juist daarom is het belangrijk dat de Nederlandse regering zich internationaal inzet voor een transparante Zeebodemautoriteit en voor dynamische regelgeving voor diepzeemijnbouw. Zonder van diepzeemijnbouw een taboe te maken, want met taboes gaan we het klimaat niet redden.