Er zijn van die namen in economisch Nederland die iedereen die de afgelopen dertig jaar een nieuwe commissaris zocht voor zijn, haar of hun bedrijf wel in de telefoon had staan. Denk aan mensen als Hans Wijers, Dick Boer, Jeroen van der Veer, Wilco Jiskoot of wijlen Karel Vuursteen. Een van de meest gevraagde commissarisen door grotere Nederlandse ondernemingen was wel Antony Burgmans (78). Donderdag maakte Jumbo bekend dat hij, samen met Jiskoot (74), na zestien jaar vertrekt bij het supermarktbedrijf. Daarmee lijkt er een einde te komen aan een lange loopbaan langs bedrijvig Nederland.
Antony Burgmans, waar kennen we die ook alweer van?
Burgmans werkte sinds 1972 jarenlang bij Unilever, waar hij uiteindelijk opklom naar de raad van bestuur en in 1999 benoemd werd tot medebestuursvoorzitter – het destijds Brits-Nederlandse bedrijf had nog een duale structuur met twee hoofdkantoren en dus ook twee voorzitters. Onder de naam ‘Weg naar Groei’ bracht hij de ongeveer 1.600 merken, die het levensmiddelenconcern begin deze eeuw nog had, terug naar 400. Tegelijkertijd was er veel kritiek, omdat Burgmans de door hemzelf gestelde doelen van 5 tot 6 procent omzetgroei per jaar niet haalde. In 2005 kreeg hij een andere rol binnen het bedrijf, twee jaar later vertrok hij.
En toen werd hij dus multicommissaris?
Dat kun je wel zeggen. Burgmans duikt op bij onder meer Aegon, Jumbo, ABN Amro, BP, FedEx, Intergamma (Gamma en Karwei) en investeerder SHV. Het meest in het oog springend is het president-commissarisschap bij verfproducent AkzoNobel. Daar wordt Burgmans op late leeftijd nog het middelpunt van een enorme ruzie met beleggers. Het Amerikaanse PPG wil in 2017 AkzoNobel overnemen, maar de commissarissen zien het Nederlandse bedrijf liever zelfstandig blijven. Als voorzitter van de raad van commissarissen is Burgmans voor een activistische aandeelhouder hoofdschuldige. Hij eist zijn vertrek. De rechter wijst dat af, maar heeft wel kritiek op de manier waarop AkzoNobel zich opstelt.
Hoe deed Burgmans het bij Jumbo?
Burgmans en Jiskoot werden in 2009 benoemd bij Jumbo op het moment dat het bedrijf bezig was flink te groeien. Zij worden gezien als belangrijke krachten die op de achtergrond met adviezen hielpen bij de overnames van onder meer Super de Boer en C1000. De laatste jaren was Jumbo negatief in het nieuws door witwas- en corruptieverdenkingen tegen voormalig topman Frits van Eerd. Dat gebeurde via sponsorcontracten, waarop ook de raad van commissarissen moest toezien. Een extern onderzoek vrijwaarde Jumbo weliswaar van schuld, maar merkte wel op dat er kritischer vragen gesteld hadden moeten worden – vooral door de commissarissen.
Is dit nu het einde van de lange loopbaan van Burgmans?
Burgmans heeft op dit moment geen grote commissariaten meer, dus daar lijkt het wel op. Maar we kunnen het hem ook gewoon zelf vragen. Een belletje naar Burgmans geeft geen definitief uitsluitsel, maar in een – op zijn verzoek – kort gesprek mijmert hij: „Ik zit in een fase dat er alleen maar dingen af gaan en er niets meer bijkomt. Ik loop tegen de tachtig, dan word je niet meer zo vaak gevraagd hè. Dan wordt het ook een keer tijd andere dingen te gaan doen.” Burgmans heeft dus meer tijd voor zijn hobby’s, een daarvan is vliegvissen, zo vertelde hij enkele jaren terug aan NRC.
Stomverbaasd kijken economen in de hele wereld toe hoe de internationale economische orde waarin ze groot zijn geworden, helemaal op zijn kop wordt gezet door de Amerikaanse president Donald Trump. „Het is een enorme schok voor het systeem om te zien dat de Verenigde Staten, een belangrijke architect en aanjager van de globalisering die we vandaag de dag kennen, plots zeggen: wij willen dit niet meer. En het systeem actief ondermijnen”, zegt Isabelle Mateos y Lago. Sinds september vorig jaar is ze de hoofdeconoom van BNP Paribas, een van de grootste banken in Europa.
Door haar vorige functies heeft ze een enorm netwerk onder economen in de hele wereld. Vijftien jaar werkte de Française bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Ze was daarna negen jaar hoofd beleggingsstrategie bij BlackRock, de grootste vermogensbeheerder ter wereld. „Ik hoor niet alleen van Europese beleidsmakers en zakenmensen, maar ook uit Azië, Canada en Latijns-Amerika veel geluiden van mensen die zeggen: ‘Nee, nee, nee, wij moeten doorgaan met globalisering!’. De wereld zal nieuwe vormen van samenwerking moeten uitvinden. Wat we nu zien is meer een terugtrekken van de VS dan een ineenstorting van globalisering.”
Mateos y Lago stelt dan ook strijdvaardig dat de Europese Unie de economische acties van Donald Trump – de tarievenoorlog die hij wil ontketenen, de nadruk op bilaterale ‘deals’ in plaats van brede internationale handelsverdragen – niet als een bedreiging moet zien en niet in haar schulp moet kruipen. Er ligt volgens haar juist een enorme kans voor Europa. Het beleid van Trump kan een katalysator zijn voor een sterker Europa, maakt ze duidelijk in een videogesprek vanuit haar kantoor in Parijs.
„Een van de sterke punten van de Europese Unie is dat ze altijd stabiel is geweest. Sommige mensen zullen het slaperig noemen. Of te stabiel. Maar wat wil je liever als je de keuze hebt tussen beleidsstabiliteit, rechtsstatelijkheid en duidelijkheid van processen aan de Europese kant en aan de andere kant – zoals nu in de VS – beleid dat erg onvoorspelbaar is of gaandeweg wordt verzonnen? Dat lijkt me duidelijk. Zeker als je als bedrijf belangrijke investeringsbeslissingen moet nemen.”
De inschattingen van een hoofdeconoom van BNP Paribas doen er toe. BNP is een van de weinige Europese banken die sinds de financiële crisis van 2008 mondiaal de concurrentie aangaat met de grootste Amerikaanse banken. En de scenario’s die haar team maken, hebben bijvoorbeeld invloed op de kredietvoorzieningen van de bank: hoeveel geld moet opzijgezet worden voor het geval dat leningen niet worden terugbetaald? De scenario’s hebben ook invloed op het risicomanagement van de bank, en daarmee op hoeveel kapitaal de bank moet aanhouden als veiligheidsbuffer als het leningen verstrekt.
Dankzij Trump eerder ‘Draghi’
Volgens Mateos y Lago is er momenteel bij haar team een zeker gevoel van back to the future, vanwege de ervaringen tijdens de vorige presidentstermijn van Donald Trump vier jaar geleden. Net als toen begint de dag met bijlezen en verwerken van alle tweets en maatregelen die vanuit Washington van de ene op de andere dag worden aangekondigd. „Maar we hebben in die vorige ronde ook wat geleerd: het is nuttig om een stap terug te doen en de ruis uit te filteren: je moet een soort centraal scenario vormen. Het meest waarschijnlijke scenario, en daar op voortbouwen.”
De onzekerheid in de VS is fnuikend voor de economie daar, voorziet Mateos y Lago. „Wanneer gaan de tarieven in? Wat is het effect van de DOGE-maatregelen van de heer Musk? Wat gebeurt er met de overheidsbegroting? Dit komt bovenop al verzurend consumentenvertrouwen, mensen die achterlopen op creditcardbetalingen en het uitstel van investeringsbeslissingen door bedrijven. De groei in de VS zal in onze verwachting dit jaar nog afvlakken.”
Voor Europa voorziet BNP Paribas juist een opleving van de economie, en zelfs sneller dan eerder verwacht. „Juist door het besef dat Europa op eigen benen moet staan, zullen er zaken sneller worden geregeld. Alles wat er in de VS gebeurt, versterkt de noodzaak voor Europa om zijn eigen huiswerk te doen. Maak de eigen economie sterker en concurrerender. Ga meer handel met elkaar drijven.”
De econome verwacht dat de voorstellen uit het vorige zomer verschenen Draghi-rapport nu een veel grotere kans hebben om ingevoerd te worden dan zes maanden geleden. De voormalige president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi deed in zijn rapport 170 aanbevelingen om Europa concurrerender te krijgen.
Stok en wortel
Maar Mateos y Lago is niet alleen maar positief over Europa. Op de vraag of het Concurrentiekompas, dat de nieuwe Europese Commissie naar aanleiding van het Draghi Rapport als beleidsagenda presenteerden, genoeg is, zegt ze: „Nou ja genoeg, op dit moment is het niet meer dan woorden op papier. Ja, alles is aanwezig. Voorstellen over het verdiepen van de kapitaalmarkt. Over groei en concurrentievermogen. De agenda is er, maar nu moeten we actie zien.”
Wat voor actie wil de Franse econome dan zien? Dit gesprek vond begin deze week plaats, een dag voor de Europese Commissie kwam met voorstellen voor een Clean Industrial Act om vergroening van de industrie te stimuleren en met een omnibuswet die de vergaande Europese regels rond duurzaamheidsrapportages en investeringen moeten versimpelen. De voorstellen waren ten tijde van het interview al uitgelekt.
Mateos y Lago juicht de aanpassing van de duurzaamheidsregels toe. „Ik denk dat er consensus bestaat dat, hoewel het doel [van de wetgeving] goed is en we deze niet mogen opgeven, de realiteit is dat ze enorme rapportagelasten hebben gecreëerd. Zonder iets vreselijks zinvols te bereiken.”
De afgelopen weken waarschuwden grote multinationals als Unilever, Nestlé en Signify voor een afzwakking van de duurzaamheidsregels. Dat zou volgens hen verduurzaming van de economie vertragen en juist zorgen voor een ongelijk speelveld voor bedrijven die er al veel in geïnvesteerd hebben. „Ze hebben gelijk dat we alert moeten zijn”, zegt Mateos y Lago. „Je moet het kind niet met het badwater weggooien. Maar evengoed moet je jezelf serieus afvragen wat je echt doet voor de planeet als je formulieren invult en rapporten produceert.”
Lees ook
Lang niet alle bedrijven zijn blij met versoepeling groene Europese regels
Volgens haar heb je zowel een stok als een wortel nodig in het groene beleid. Oftewel strenge regels om bedrijven tot verandering te dwingen, naast positieve stimulering via het verstrekken van subsidies. „Tot nu toe was de Europese aanpak overwegend de stok. Terwijl het beleid van de vorige Amerikaanse regering, de Inflation Reduction Act van Joe Biden, meer wortel was. En we hebben gezien hoe goed dat in de VS uitpakte. Subsidies zijn duur, maar ze werken. En steeds die stok? Tsja, als je al een groei- en concurrentieprobleem hebt, is dat niet zo’n geweldig idee.”
De EU heeft nog wel meer huiswerk volgens Mateos y Lago. Zo is volgens haar het feit dat tussen de lidstaten er nog veel te veel verschillen zijn in de nationale regelgeving, een enorme rem op de economie. Er is te veel ruimte om zelf allemaal extra’s toe te voegen aan Europese verordeningen. Een voorbeeld: „Als je een zak ontbijtgranen wil verkopen in de hele EU, moet je vrijwel in elk land een ander etiket op die zak hebben. Dat is van de zotte, het voegt alleen maar heel veel kosten toe.”
Haar punt is niet zozeer dat alles per se moet worden geharmoniseerd, maar dat in ieder geval elkaars regels moeten worden erkend: een zak met een Duits etiket moet ook gewoon in Nederland kunnen worden verkocht – iets wat Nederlandse supermarkten recent ook hebben gepleit.
De econome kijkt ook kritisch naar het feit dat Europa op „eigen houtje” doorgaat met het verder invoeren van strengere bankenregels. Na de kredietcrisis was afgesproken met onder meer de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk dat de zogenoemde Basel-regels, waarin eisen staan over hoeveel kapitaal een bank moet aanhouden, strenger zouden worden. De VS en het VK hebben de verdere invoering daarvan echter recent uitgesteld, in Europa is een deel van de regels al wél ingevoerd.
„Niemand vraagt om die regels helemaal niet meer in te voeren. De vraag is op welk tempo je ze implementeert. Als twee grote, concurrerende jurisdicties besluiten tot uitstel, dan is het echt contraproductief als Europa dat negeert. Want als je gewoon doorgaat met invoering, dan is het onvermijdelijk dat banken uit die landen de kaas van ons brood eten.”
Mateos y Lago wijst erop dat de banken heel belangrijk zijn voor de Europese economie. Anders dan in de VS, waar bedrijven groeifinanciering kunnen ophalen met obligaties op de kapitaalmarkt, leunen bedrijven hier voornamelijk op bankfinanciering. „Ja, er wordt nu gesproken over verbreding van de Europese kapitaalmarkt. Maar zolang dat nog niet op gang is, zijn banken de belangrijkste financier van veel bedrijven.”
Dat sluit niet uit dat Europa de komende jaren wel naar een kapitaalmarktunie zou moeten streven. Maar die stuit volgens de Française op heel veel wantrouwen binnen de EU-lidstaten. „Men ziet vooral de risico’s in het openstellen van de spaarmarkt en de kapitaalmarkt. Terwijl in werkelijkheid gaat het om het geven van kansen aan de eigen burgers om meer gediversifieerd te beleggen. Openstelling geeft bedrijven een breder scala aan financiering.”
Als je daarin in de EU in het midden- en kleinbedrijf wil investeren, dan kan dat volgens haar eigenlijk alleen per land. „Die belegging zou een stuk veiliger zijn als je mandjes zou hebben met mkb-financieringen uit verschillende Europese landen.”
Blauwe letters op een wit bordje. „Deze producten zijn momenteel minder leverbaar.” Excuses voor het ongemak, meldt het filiaal van Albert Heijn in het Alkmaarse winkelcentrum Ringers bij het behoorlijk lege schap met koffie van Douwe Egberts. Alleen de groene variant van DE (Mild & Zacht) is nog verkrijgbaar. Elders in de winkel maakt AH opvallend reclame voor zijn huismerkkoffie.
Dit is de koffieruzie tussen de grote Nederlandse supermarkten en JDE Peet’s, het moederconcern van Douwe Egberts, op de grond.
Een paar straten verderop, bij de nieuwe Jumbo in het oude pand van V&D, geen bordjes of excuses bij het koffieschap. Wel valt op: hier ‘spiegelt’ het winkelpersoneel de rode pakken Douwe Egberts niet meer. Het rommelige schap lijkt een stil protest tegen de prijsverhogingen die JDE Peet’s wil doorvoeren. De pakken huismerkkoffie staan wél keurig uitgelijnd op het rek. In de webwinkel geeft Jumbo 25 procent korting op zijn eigen koffie – maximaal twee kilopakken per bestelling.
Conflict speelt al maanden
Dit was de week dat koffie en thee langzaam verdwenen uit de schappen van de grote supermarkten. Dat wil zeggen, niet alle koffie en thee, maar louter de producten van JDE Peet’s. Dat is de eigenaar van Douwe Egberts, Senseo, L’Or, Kanis & Gunnink en Pickwick.
Het koffie- en theeconflict speelt inmiddels al maanden. JDE Peet’s – dat woensdag een 5 procent hogere omzet van 8,8 miljard euro en een verdubbeling van de winst naar 543 miljoen meldde over 2024 – zou de inkoopprijzen voor supermarkten fors willen verhogen. Volgens Michiel Muller, mede-oprichter van internetkruidenier Picnic, gaat het om een stijging van 20 tot 30 procent.
JDE Peet’s wijst onder meer naar de sterk gestegen prijzen voor koffiebonen (groene, nog ongebrande koffiebonen). Een woordvoerder van het concern wil de percentages die Muller noemt niet bevestigen maar het bedrijf noemt de verhogingen „eerlijk en redelijk in de huidige omstandigheden”. Het concern zegt alleen door te berekenen „wat onvermijdelijk is”.
Albert Heijn, Jumbo en Picnic vinden de stijgingen onredelijk. Ook de supermarkten die inkopen via Superunie, zoals Plus, Spar, Dirk en Dekamarkt, hebben een conflict met JDE Peet’s maar willen daar niets over kwijt. Klanten van deze ketens melden dat producten van Douwe Egberts en Pickwick ontbreken in de winkels.
Niet alleen in Nederland heeft JDE Peet’s het aan de stok met grote supermarktketens; dat geldt ook voor België, Duitsland en Frankrijk
De grote supermarkten branden ook zelf koffie en weten hoe hoog de werkelijke stijgingen van (productie- en transport)kosten zijn, zeggen ze. „Voor de buitenwereld klinken de verklaringen voor kostenstijgingen heel redelijk”, zegt Muller van Picnic. „Door allerlei factoren is de prijs voor green coffee sterk gestegen. JDE Peet’s noemt klimatologische omstandigheden in Brazilië en Vietnam, hogere transportkosten, geopolitieke ontwikkelingen.” Maar daarvan hebben grote koffiebranders volgens Muller veel minder last dan kleinere partijen. Concerns als JDE Peet’s sluiten contracten voor de zeer lange termijn. „Dan kan je dus niet wijzen naar de hogere spot-markt.” Dat is de kortetermijnmarkt, waar de nu beschikbare koffie wordt verhandeld.
De supermarkten zagen de bui al hangen. „Het werd onaangenaam”, zegt Muller over de onderhandelingen met JDE Peet’s. Daarom kochten winkels de afgelopen tijd meer koffie en thee dan ze direct konden verkopen – ‘front-loading’ in vakjargon. Nu raakt dat buffertje leeg. En dat merkt de consument in de, hier en daar, lege winkel.
De topman van JDE Peet’s, Rafael Oliveira, stelde woensdag bij de presentatie van de jaarcijfers dat veel van de onderhandelingen „spoedig worden afgerond”. Wanneer is nog onduidelijk. AH, Jumbo en Picnic zijn in gesprek met JDE Peet’s, maar melden nog geen voortgang.
Twee derde drinkt dagelijks koffie
De huidige inkoopruzie over koffie en thee krijgt veel aandacht in de pers. Logisch, de dranken zijn populair. Als melk de witte motor is, dan is koffie de zwarte motor waar de samenleving op draait. Volgens brancheorganisatie Koffie & Thee Nederland drinkt twee derde van de Nederlanders dagelijks koffie, en een derde drinkt dagelijks thee.
Maar prijsconflicten tussen supermarkten en leveranciers zijn niet nieuw. En die leiden ook regelmatig tot lege schappen. ‘Wegens inkoopdiscussies niet leverbaar’, stond er weleens op een bordje in de winkel.
Zo ruziede Jumbo vorig jaar met het Amerikaanse voedingsmiddelenconcern Kraft Heinz over de prijzen van het broodbeleg van De Ruijter. Ook ontbraken enige tijd producten van Danone, Dr Oetker en Mondelez (Oreo, Lu, Milka) in de Jumbo-winkels.
In totaal waren vorig jaar zo’n 250 productsoorten tijdelijk niet verkrijgbaar in Nederlandse supermarkten, stelt Marleen Hermans. Zij is universitair docent marketing aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze deed onderzoek naar de vraag waarom supermarktschappen soms ‘expres’ leeg blijven.
Hermans verwacht dat conflicten tussen met name A-merk-fabrikanten en supermarkten steeds vaker zullen voorkomen. Zie de huidige koffie- en theeruzie. „Dat is een conflict op grote schaal. Tussen twee machtige blokken. Er zijn meerdere supermarkten bij betrokken en het conflict breidt zich uit over Europese grenzen.” Niet alleen in Nederland heeft JDE Peet’s het aan de stok met grote supermarktketens; dat geldt ook voor België, Duitsland en Frankrijk.
Ook econoom Thijs Geijer van ING, gespecialiseerd in ‘food & agri’, heeft de indruk dat prijsconflicten tussen supermarkten en leveranciers nu vaker voorkomen dan vroeger. „De strijd verhardt”, zegt hij. „Supermarkt en A-merk hebben een verstandshuwelijk. Ze kunnen niet zonder elkaar, maar ze gaan zeker niet meer tegen elke prijs met elkaar in zee.”
Muller van Picnic: „Onderhandelingen met A-merken zijn ingewikkeld. Als je een A-merk niet in je winkel hebt dan gaat de consument mogelijk naar de buurman. Dat raakt niet alleen de verkoop van een pak koffie, maar van de hele inhoud van het boodschappenmandje. Dat is het listige.”
‘Groot tegen groot’
De machtsverhouding tussen A-merken en supermarkten is wel gelijkwaardiger geworden, stelt Marleen Hermans. „Vroeger waren veel ‘kruidenierswinkeltjes’, noem ik ze maar, heel afhankelijk van leveranciers. Nu hebben supermarktketens de inkoop veel meer geprofessionaliseerd.”
Het is inmiddels „groot tegen groot”, zegt ook Geijer van ING. Jumbo haalde in 2024 een omzet van 10,6 miljard euro, die van JDE Peet’s steeg zoals gezegd naar 8,8 miljard. De veranderde machtsverhoudingen komen in de eerste plaats door de consolidatie in de Nederlandse supermarktbranche, zegt Geijer. Na een flink aantal fusies en overnames is nu slechts een beperkt aantal ketens over. Na Albert Heijn en Jumbo volgen Plus en de kleinere leden van Superunie – naast discounters als Aldi en Lidl.
Wij kunnen meer een vuist maken
„De Nederlandse markt voor levensmiddelen groeit niet of nauwelijks”, zegt hoogleraar Laurens Sloot (Ondernemerschap in de detailhandel, Rijksuniversiteit Groningen). „Supermarkten kunnen vooral groeien door elkaar marktaandeel af te pakken; 0,1 procent is al belangrijk. Bedenk dat niet alle ketens een goed jaar hebben gedraaid: Jumbo en Plus verloren marktaandeel. Dit leidt tot heel grote druk op de onderhandelingen met leveranciers.”
Internationale allianties
Die onderhandelingen beperken zich niet tot nationaal niveau. De strijd verhardt met name doordat sinds enkele jaren de inkoop van A-merkproducten via internationale allianties gaat.
Zo zit AH-moeder Ahold Delhaize in een inkoopgroep met de Franse marktleider E.LeClerc en het Duitse Rewe. En namens Jumbo en Picnic onderhandelen de organisaties Everest en Epic Partners met circa vijftig grote, wereldwijde leveranciers over inkoopprijzen. Bij Everest is de Duitse marktleider Edeka aangesloten, evenals de Franse supermarkten Intermarché, Auchan en Casino. „Wij kunnen meer een vuist maken”, zegt Muller van Picnic.
De afspraak binnen Everest is: als één supermarkt het oneens is met de tarieven die een fabrikant vraagt, dan heeft die leverancier een conflict met de hele groep. Dat Jumbo zich in 2023 aansloot bij Everest zou de keten al 50 miljoen euro aan inkoopvoordelen hebben opgeleverd.
„Supermarkten staan hierdoor steviger in hun schoenen bij de onderhandelingen”, zegt Marleen Hermans. „Dat kan leiden tot meer conflicten waarin producten uit de schappen worden gehaald. Daarnaast kan dit ook leiden tot ‘verharding’ van de onderhandelingen; een inkooporganisatie staat wat verder af van het bedrijf, wat de onderhandelingen op prijs harder maakt.”
Met name Everest heeft de reputatie scherp op de prijs te onderhandelen. „Everest is kampioen boycotten”, zegt hoogleraar Sloot. En universitair docent Hermans zegt: „Dit kan twee kanten op gaan; op korte termijn kan dit qua prijs voordelig zijn, maar wat het betekent voor de langetermijnrelaties tussen supermarkten en fabrikanten is nog onduidelijk.”
JDE Peet’s heeft het niet zo op de inkoopallianties, blijkt uit de reactie van de woordvoerder. Zij wijst erop dat „machtige allianties, waarvan sommige een omzet van meer dan 200 miljard euro vertegenwoordigen” een negatief effect kunnen hebben op de „gezonde concurrentie in de markt, zoals minder keuze voor de consument en gebrek aan innovatie”. „Consumenten kunnen ook te maken krijgen met lege schappen in het ene Europese land, veroorzaakt door gesprekken tussen een retailer en een fabrikant in een ander land.”
Muller van Picnic noemt zulke reacties „krokodillentranen” van de A-merken. Die verdienen volgens hem een veelvoud van wat de supermarkten verdienen. De A-merken werpen bovendien nationale ‘inkoopmuren’ op waardoor Picnic bijvoorbeeld niet flessen Coca-Cola mag inkopen in Duitsland en mag verkopen in Nederland. Een fles cola is veel goedkoper in Duitsland dan in Nederland. „Ook al geldt in Europa een vrij verkeer van goederen en diensten.”
Er zijn van die namen in economisch Nederland die iedereen die de afgelopen dertig jaar een nieuwe commissaris zocht voor zijn, haar of hun bedrijf wel in de telefoon had staan. Denk aan mensen als Hans Wijers, Dick Boer, Jeroen van der Veer, Wilco Jiskoot of wijlen Karel Vuursteen. Een van de meest gevraagde commissarisen door grotere Nederlandse ondernemingen was wel Antony Burgmans (78). Donderdag maakte Jumbo bekend dat hij, samen met Jiskoot (74), na zestien jaar vertrekt bij het supermarktbedrijf. Daarmee lijkt er een einde te komen aan een lange loopbaan langs bedrijvig Nederland.
Antony Burgmans, waar kennen we die ook alweer van?
Burgmans werkte sinds 1972 jarenlang bij Unilever, waar hij uiteindelijk opklom naar de raad van bestuur en in 1999 benoemd werd tot medebestuursvoorzitter – het destijds Brits-Nederlandse bedrijf had nog een duale structuur met twee hoofdkantoren en dus ook twee voorzitters. Onder de naam ‘Weg naar Groei’ bracht hij de ongeveer 1.600 merken, die het levensmiddelenconcern begin deze eeuw nog had, terug naar 400. Tegelijkertijd was er veel kritiek, omdat Burgmans de door hemzelf gestelde doelen van 5 tot 6 procent omzetgroei per jaar niet haalde. In 2005 kreeg hij een andere rol binnen het bedrijf, twee jaar later vertrok hij.
En toen werd hij dus multicommissaris?
Dat kun je wel zeggen. Burgmans duikt op bij onder meer Aegon, Jumbo, ABN Amro, BP, FedEx, Intergamma (Gamma en Karwei) en investeerder SHV. Het meest in het oog springend is het president-commissarisschap bij verfproducent AkzoNobel. Daar wordt Burgmans op late leeftijd nog het middelpunt van een enorme ruzie met beleggers. Het Amerikaanse PPG wil in 2017 AkzoNobel overnemen, maar de commissarissen zien het Nederlandse bedrijf liever zelfstandig blijven. Als voorzitter van de raad van commissarissen is Burgmans voor een activistische aandeelhouder hoofdschuldige. Hij eist zijn vertrek. De rechter wijst dat af, maar heeft wel kritiek op de manier waarop AkzoNobel zich opstelt.
Hoe deed Burgmans het bij Jumbo?
Burgmans en Jiskoot werden in 2009 benoemd bij Jumbo op het moment dat het bedrijf bezig was flink te groeien. Zij worden gezien als belangrijke krachten die op de achtergrond met adviezen hielpen bij de overnames van onder meer Super de Boer en C1000. De laatste jaren was Jumbo negatief in het nieuws door witwas- en corruptieverdenkingen tegen voormalig topman Frits van Eerd. Dat gebeurde via sponsorcontracten, waarop ook de raad van commissarissen moest toezien. Een extern onderzoek vrijwaarde Jumbo weliswaar van schuld, maar merkte wel op dat er kritischer vragen gesteld hadden moeten worden – vooral door de commissarissen.
Is dit nu het einde van de lange loopbaan van Burgmans?
Burgmans heeft op dit moment geen grote commissariaten meer, dus daar lijkt het wel op. Maar we kunnen het hem ook gewoon zelf vragen. Een belletje naar Burgmans geeft geen definitief uitsluitsel, maar in een – op zijn verzoek – kort gesprek mijmert hij: „Ik zit in een fase dat er alleen maar dingen af gaan en er niets meer bijkomt. Ik loop tegen de tachtig, dan word je niet meer zo vaak gevraagd hè. Dan wordt het ook een keer tijd andere dingen te gaan doen.” Burgmans heeft dus meer tijd voor zijn hobby’s, een daarvan is vliegvissen, zo vertelde hij enkele jaren terug aan NRC.