Een tussenjaar is geen pauze maar een opstap: ‘Ik werd snel zelfstandig’

Mauro Legemaate (20) behaalde vorig jaar zijn vwo-diploma en begon na de zomer meteen aan de studie geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij behoorde tot de absolute minderheid, want van zijn examenklas van circa 25 leerlingen aan Het 4e Gymnasium in Amsterdam kozen er „wel twintig” voor een tussenjaar. Velen zijn gaan reizen, naar het verre oosten vooral, anderen doen vooropleidingen in de kunsten voor een grotere kans op toelating tot een theater- of filmschool. Mauro overwoog het ook, een tussenjaar. Maar hij was één keer blijven zitten, was dus een jaartje ouder dan de rest en voelde daardoor enige druk om door te gaan. Bovendien: „Ik wist wat ik wilde studeren.”

Een jaar later staat een nieuwe lichting gediplomeerden voor dezelfde keus. Doorstuderen of een tussenjaar? De animo voor die laatste optie is aanzienlijk gegroeid, blijkt uit cijfers van het ministerie van Onderwijs. Niet zo extreem als in Mauro’s klas, maar toch: van alle vwo-leerlingen die in 2023 begonnen met een bacheloropleiding, deed een kwart (25,4 procent) eerst een tussenjaar. In 2016 lag dat cijfer op nog geen 14 procent. Ook opvallend: in de coronajaren zwakte de tussenjaartrend nauwelijks af – al was reizen problematisch, zo niet onmogelijk. De toename doet zich ook voor onder leerlingen van andere schoolniveaus. Zo begon vorig jaar ruim 21 procent van de oud-havisten aan de bachelors na een tussenjaar. In 2016 was dat nog 12,7 procent.

Wat verklaart de populariteit van het tussenjaar? En hoe kijken jonge ervaringsdeskundigen erop terug?

Reputatie klopt niet

Laten we eerst een misverstand uit de wereld helpen, zegt Daniëlle Vogels, voorlichter van studiekeuzebegeleiders van Wageningen University & Research: de reputatie van het tussenjaar als een tijd van grenzeloos reizen, drinken en feesten doet de realiteit geen recht. Vogels verdiept zich sinds een jaar of tien in het fenomeen tussenjaar, en grasduinend door enquêtes en onderzoek ontdekte ze tot haar verbazing dat lang niet alle jongeren op reis gaan. Sterker, werken en thuisblijven is gangbaar, bijvoorbeeld om te sparen voor de studietijd die komt. Dat verklaart mede, zegt Vogels, waarom corona niet leidde tot de tussenjaardip die je zou verwachten. Informatie over het tussenjaar was in Nederland „summier”, ontdekte ze. Uit een enquête die ze in 2016 afnam onder decanen op middelbare scholen bleek dat ze in hun voorlichting aan bovenbouwleerlingen het tussenjaar vaak integraal oversloegen.

Hoogopgeleide ouders staan vaker welwillend tegenover een tussenjaar voor hun kind

In 2016 richtte Vogels het ‘Tussenjaarkenniscentrum’ op, dat scholen helpt om leerlingen en ouders beter voor te bereiden op het maken van een keus na het eindexamen. En voor wie een lachstuip niet kan onderdrukken – een tussenjaarkenniscentrum, sjongejonge – heeft Vogels een zorgwekkend cijfer paraat. Bijna één op de drie studenten breekt in het eerste jaar de gekozen studie af. „De meeste stoppers zeggen: de studie is niet wat ik ervan verwachtte. Mijn boodschap aan jongeren en ouders is: begin pas met studeren als je je heel goed hebt georiënteerd én als je gemotiveerd bent om te starten. Zo niet, waarom zou je dan starten? Je bent niet meer leerplichtig hè.”

‘Ik werd snel zelfstandig’

In haar gymnasiumklas in Assen was Jeska de Jong (23) zes jaar geleden een van de weinigen die een tussenjaar nam. Ze wilde de wereld zien, al jaren, ze spaarde vanaf haar vijftiende. Jeska vertrok in de nazomer van 2018, net achttien jaar oud. Nieuw-Zeeland werd de eindbestemming, ze ging erheen met een nichtje. Samen werkten ze vijf maanden voor een touringbedrijf dat toeristen per shuttlebus naar het beginpunt bracht van een hike in een national park op het Noordereiland. Ze controleerden de kaartjes in de shuttlebus en praatten de hikers bij over de parkregels. De nichtjes kochten een Subaru fourwheeldrive uit 1996, legden er matrassen in en kampeerden waar ze wilden. „Het jaar heeft me erg gevormd. Ik werd snel zelfstandig.”

Jeska de Jong, nu 23 jaar en op de foto 18 jaar, in Nieuw-Zeeland tijdens haar tussenjaar (2018-2019).
Foto privécollectie

Jeska maakte ook tijd vrij voor haar studiekeus. De toelatingstoets voor Global Sustainability Science in Utrecht deed ze midden in de nacht, vanwege het tijdsverschil. Een bachelorstudie die paste, bleek na terugkomst. Het buitenland is deel van haar leven geworden: ze studeerde een semester in Berlijn en als ‘ambassadeur’ voor ‘WilWeg’, een tak van de organisatie voor internationalisering in het onderwijs Nuffic, helpt ze studenten op weg die ook over de grens willen studeren.

Zelfvertrouwen kweken

Gideon Hijl (23) uit Utrecht ging ook op reis na zijn vwo-diploma, maar dat liep spaak. Niet eens door corona, al was het 2020 en zat hij tijdelijk klem in Vietnam, maar vooral door „mentale issues”, vertelt hij. Somberheid. Onzekerheid. „Een tussenjaar op zich, merkte ik, zou geen oplossing bieden.” In september 2020 begon hij aan sociale wetenschappen in Utrecht, maar bij gebrek aan een match – „dat was het helemaal niet voor me” – kapte hij die studie na anderhalf jaar af.

In het najaar van 2022 begon hij aan tussenjaar twee. In een oude gymzaal in Utrecht dit keer. Die zaal is één van de ‘clubhuizen’ van stichting Breekjaar, aanbieder van een gestructureerd tussenjaar (sinds 2013). Gideon en een kleine dertig leeftijdsgenoten, met diploma’s van mbo tot vwo, kwamen er twee keer per week samen, volgden workshops begeleid door coaches om hun talenten te ontdekken en zelfvertrouwen te kweken en ze gingen een paar keer samen op kamp.

Gideon Hijl, nu 23, tijdens een boksworkshop vorig jaar in zijn ‘Breekjaar’ en, rechts, draaiend op het eindfeest in Utrecht.
Foto’s privécollectie

Reizen is ook deel van het jaarprogram, een vaste zes weken; alles mag, van Zuidwest-Senegal tot Noordoostpolder, zolang je een idee hebt waarom je gaat. Gideon verkende de elektronische muziekscene in Berlijn, verbleef in hostels om zich sociaal beter te leren redden en terug in het clubhuis deelde hij zijn ervaringen met de anderen. „Eigenlijk was je met elkaar de hele tijd van alles aan het uitproberen.”

Gideon heeft zich inmiddels ingeschreven voor een nieuwe opleiding. „Ik had lange tijd gedacht dat ik dat nooit meer zou doen.” Muziek en Technologie wordt het, aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. „Ik vond muziek al heel lang interessant. Dat ben ik serieuzer gaan nemen.”

Leren kiezen

Breekjaar is een antwoord op de „hoge druk” die jongeren ervaren, zegt directeur Emilie Terwiel (45). Zie de burnoutklachten onder jonge werknemers, zie de wankele mentale gezondheid van opvallend veel scholieren en studenten. Van prestatiedruk tot keuzestress, want ‘alles’ is mogelijk, dus falen ligt kennelijk aan jezelf. Ook de studiekeus is liefst direct een schot in de roos, want de basisbeurs keert maar vier jaar uit. „Maar jongeren hebben nog niet leren kiezen”, zegt Terwiel.

Ademruimte, dat is wat een tussenjaar van Breekjaar wil bieden, zegt ze. „Jongeren krijgen de gelegenheid zichzelf op allerlei manieren te leren kennen, zodat ze in staat zijn betere keuzes te maken. Ze doen een boksworkshop, praten met een coach, organiseren samen een groot slot-evenement. Ze ontdekken welke valkuilen ze hebben en hoe die verschillen van groepsgenoten.” Het jaarprogramma kost 8.970 euro. Er is een fonds voor wie dit niet kan betalen. De jongeren worden geacht zelf bij te dragen: ze moeten het hele jaar twee dagen per week werken – tevens een manier om ervaring op te doen. Breekjaar trekt iets meer havisten en vwo’ers dan mbo’ers, zegt Terwiel, en helaas nog te weinig mensen van kleur.

Ja, jongeren met een migratieachtergrond kiezen „zelden” voor een tussenjaar, zegt Daniëlle Vogels. Ze sprak erover met jongeren en die zeiden: ik zou het thuis bijna niet durven nóémen. „Hun ouders studeerden vaak zelf niet. Ze vinden die studie van hun kind héél belangrijk.” Andersom staan hoogopgeleide ouders juist vaker welwillend tegenover een tussenjaar voor hun kind. „Ze weten wat studeren inhoudt en dat het een goed idee kan zijn om eerst wat andere ervaringen op te doen en wat ouder te zijn voor je begint.” De toegenomen populariteit van het tussenjaar hangt ermee samen, denkt Vogels: er zijn immers steeds meer hoogopgeleide ouders. En, zegt ze, jongeren zelf steken elkaar ook aan, enthousiast gemaakt door familieleden of vrienden die ook een tussenjaar namen.

Dubbele diensten in de horeca

Zo ging het ook bij Ana Pipercic. „Mijn broer en nicht deden een tussenjaar en ik dacht: wauw, dat wil ik ook”, zei ze in september 2020 tegen NRC in een artikel over een tussenjaar in coronatijd. Ana was achttien toen en werkte na haar vwo-diploma vijf dagen per week in een pizzabar om te sparen voor een reis naar Japan die ze in april 2021 in haar eentje wilde gaan maken.

En, hoe is het nu met haar, wil ze dat vertellen? Ja hoor, appt ze terug: „Ik ben nu toevallig in Japan haha.”

Ana Pipercic (21) in het najaar van 2023, werkend op een wijngaard in Japan. Ze wilde al naar Japan in een tussenjaar in 2021 maar corona verhinderde dat.
Foto privécollectie

De Japanreis in 2021 ging door corona niet door, vertelt ze. Ze begon in september dat jaar te studeren aan de VU, International Business Administration. Dat werd niks, zegt ze. „Verschrikkelijk.” Ze werkte een jaar lang in de horeca, dubbele diensten vaak om extra te sparen. In maart 2023 vertrok ze naar Napels, waar ze een half jaar werkte in een restaurant en in een cocktailbar. Nu moet je toch eens gaan studeren, zeiden haar ouders. Maar ja, Ana wilde naar Japan en nu kon dat eindelijk. In het najaar van 2023, ze was 21 jaar oud, werkte ze drie maanden op een wijngaard ten noordwesten van Tokio. „Dat was echt fantastisch”, zegt ze. Ze zou daarna reizen maar wilde eigenlijk niet weg, zei ze tegen haar baas. Die regelde een baan bij een gelieerd restaurant in Tokio. „Sinds december woon ik in Tokio in een appartement”, vertelt ze aan de telefoon. „En over een paar dagen is het avontuur voorbij.”

Inmiddels is ze terug in Nederland, sinds half juni. Haar ouders zijn „supertrots” op wat ze allemaal heeft bereikt. En ze willen nog steeds dat ze gaat studeren. Ana wil dat nu ook. Wijn, daar wil ze zich in scholen. Een jaartje werken en dan een studie oenologie in Slovenië. „Ik kan niet gelukkiger zijn”, zegt ze.

Hangen op de bank

En wat als het tussenjaar uitmondt in maandenlang gehang op de bank? Draai de geldkraan dicht, is Daniëlle Vogels’ advies aan ouders. „Dan dwing je je kinderen te werken. Veel jongeren zijn klaar met school. Denken ze. Door te ontdekken wat werken zonder vervolgstudie inhoudt komt op een gegeven moment de wens om te studeren vaak weer bovendrijven.”

En als je nou gewoon een jaar lang lekker wilt reizen door Azië en Australië en verder niks? „Ik denk dat dat ook heel waardevol kan zijn”, zegt Gideon Hijl. „Zolang je het niet doet om ergens van weg te rennen.”

Of je kunt het tussenjaar links laten liggen en doorstuderen, zoals Mauro Legemaate deed. Spijt van die keus heeft hij niet. Hij heeft altijd interesse gehad voor geschiedenis, zegt hij. „Ik vind het leuk.”


Lees ook

Lees ook dit NRC-artikel

En na het eindexamen? De toekomst lonkt, maar eerst een tussenjaar – met reizen, bijbaantjes en een duikbrevet